Geslaagd KIVI winddebat over kosten en baten van wind op zee

Wind park

Naar aanleiding van de recente opwinding over een aantal rapporten over wind op zee organiseerde de afdeling Techniek, Maatschappij en Economie van KIVI  een debat over de maatschappelijke kosten en baten analyse (MKBA) van Wind op Zee, met de schrijvers van de verschillende rapporten.

De leiding was in handen van Frank Biesboer, de hoofdredacteur van het KIVI lijfblad De Ingenieur, en dat deed hij opmerkelijk vakkundig: ontspannen, met kennis van zaken, en met vanzelfsprekend gezag, waardoor de discussie in goede banen geleid werd, ondanks de emoties die het onderwerp ook hier weer opriep. Hij nam zelfs het risico om de uitgesproken wind-sceptische Fred Udo tijdens het publieksdebat een uitgebreid platform aan te bieden via de beamer voor zijn kijk op zaken, en verweefde die inbreng ook weer ontspannen in de discussie.

Frank Biesboer voor zijn sprekers

Frank Biesboer voor zijn sprekers

De MKBA van -5,5 miljard
De directe aanleiding voor het debat was de ophef over de 5,5 miljard die vermeld was in het rapport van Bos en Witteveen als negatieve uitkomst van de kosten/baten analyse voor wind op zee. Annemieke Verrips van het CPB gaf aan dat met de nieuwste cijfers dit getal zelfs op 6,2 miljard uit zou komen.

De opstellers van het rapport, Niels Hoefsloot en Ruben Abma van Witteveen en Bos, legden de systematiek en het bereik van het onderzoek uit. De kern ervan was het onderzoeken van het verschil in kosten en baten tussen windparken vlak bij de kust of verder daarvandaan.
Daarbij bleek dat veel posten niet waren meegenomen omdat ze te moeilijk vast te stellen waren of omdat ze voor deze afweging niet ter zake deden. Maar deze zouden een overwegend negatief effect gehad hebben op de toch al zo negatieve uitkomst.
De uitslag was namelijk dat verder op zee de baten min de kosten uitkwamen op 5,6 miljard negatief, en bij wind dichterbij op 5,3 miljard negatief. Jammer maar helaas voor de strandgemeentes.

Ik vind de ophef over deze getallen wel terecht: als je een optelsom maakt van alle kosten en baten die uit een beslissing voortkomen, en die valt extreem negatief uit, dan is er toch maar één conclusie mogelijk: NIET DOEN!
Maar in de werkelijkheid waarin wij leven is dat blijkbaar anders.

Wind op zee levert geen CO2 reductie
Annemiek Verrips van het Centraal Planbureau
legde uit hoe de door de wind op zee bespaarde CO2 uitstoot via het CO2 emissie handelssysteem ETS systeem elders in Europa alsnog uitgestoten wordt, en CO2 reductie dus niet als baten in een MKBA mag worden opgenomen. Ook de opstellers van het rapport waren deze mening toegedaan. Dit werd het Waterbed van het ETS genoemd

Pas bij de publieksdiscussie kreeg ik de kans om uit te leggen dat de wind op zee er helemaal niet komt om CO2 te reduceren, maar (volgens Wiebe Draaijer zelf) er alleen moet komen om de voorgenomen 14% duurzaamheid te halen. Voor de wind op zee is namelijk een even grote CO2 reductie door de warmte-krachtkoppelingsinstallaties (WKK) in Nederland ingeleverd. Als het om CO2 ging had men de bestaande WKK voor een fractie van de kosten van de wind op zee in stand kunnen houden. Dat er 15 miljard meer aan de wind op zee wordt uitgegeven dan voor de WKK nodig zou zijn, heeft enkel een symbolische functie en heeft niets met de klimaatdiscussie te maken.

Deze argumentatie voor de stelling dat de wind op zee geen gram CO2 reduceert is in mijn ogen minstens zo valide als de ETS redenering van het CPB. Geen van de sprekers ontkende mijn stelling.

De AGW constructie als nieuw begrip
David de Jager van Ecofys
mocht tegengas geven aan de voorafgaande sprekers. Hij bleek uitermate goed ingewerkt en een bedreven spreker en debater.
Terecht merkte hij op dat de MKBA van Witteveen en Bos zeer vakkundig het onderscheid tussen wind aan de kust en dieper in zee had berekend, en dat dat exact de reikwijdte van een MKBA is. Maar dat de getallen die eruit voortkomen puur relatief gezien moeten worden, en niet verabsoluteerd kunnen worden zoals nu gebeurde: er waren immers veel factoren weggelaten die niet voor het onderscheid tussen beide soorten parken van invloed waren.
Vervolgens rekende hij het publiek voor hoe enorm alle door CPB en W&B verzwegen baten wel niet waren. Zijn verhaal stond als een huis.

Tenenkrommend en met stijgende irritatie hoorde ik zijn redenering aan. Elke zin, elk argument was onderbouwd vanuit de grote poel aan zogenaamde zekerheden en bewijzen die de AGW (anthropogenic global warming) wereld heeft geconstrueerd. Ik zou vijf keer zoveel tijd nodig hebben om al die claims te ontkrachten als De Jager nodig had om ze naar voren te brengen.
Ik realiseerde me iets wezenlijks: dat we niet te maken hebben met een AGW hypothese, een specifieke opvatting over de invloed van CO2 op het klimaat, maar met een zorgvuldig uitgewerkte constructie van zogenaamde bewijzen en vanzelfsprekendheden, waar in dit soort discussies niets tegenin te brengen is.

Ik permitteer me de luxe om deze claim niet te bewijzen door de redenering van De Jager voor u uit te pluizen en woord voor woord te weerleggen. Mijn voorgaande 166 blogs bevatten alle hiervoor benodigde informatie. Ik zal als voorbeeld de voornaamste retorische trucs vermelden die hij gebruikte.

1. Urgentie
Omdat het IPCC op grond van sterk aangevochten en in mijn ogen inmiddels overtuigend weerlegde klimaatmodellen, op extreem korte termijn 50% tot 80% CO2 reductie nodig acht, claimde De Jager een dermate grote urgentie dat alle andere middelen dan wind op zee te laat zouden komen.
Veilige en schone thorium energie binnen tien jaar? Heeft geen zin, niet aan beginnen, komt toch te laat.

Er is geen enkele aanwijzing voor deze urgentie. Ook over een periode van 150 jaar bekeken wijzen de waarnemingen op een aanmerkelijk lagere gevoeligheid voor CO2 van het klimaat dan de modellen jarenlang claimden. Ook de gevolgen van opwarming zijn in het laatste IPCC rapport flink naar beneden bijgesteld. Het begint zeer de vraag te worden of er überhaupt wel een klimaatprobleem is. Laat staan een alles overheersende urgentie.

2. Fossiel wordt zwaar gesubsidieerd
Hier wordt een gedifferentieerd, nuttig belasting/industriebeleid gebracht als subsidie.
Er gaat geen subsidie naar fossiel, de staat verdient er per jaar 15 miljard aan. Er worden alleen verschillende belastingtarieven gehanteerd per doelgroep.
Als de staat de tuinders en het energie intensieve bedrijfsleven even extreme energiebelasting op zou leggen als de burger, was het snel gedaan met onze welvaart.
Die burger zou anders belast worden op inkomen of via de BTW, energie is door de overheid gekozen als minst ongunstige vorm. Dat staat los van hoe de overheid kiest het bedrijfsleven te belasten via vennootschapsbelasting, BTW en energiebelasting.

Ook deze constructie is vaste prik bij de AGW activisten van Greenpeace en – blijkbaar – Ecofys.

3. De rest van de wereld gaat ook 50% tot 80% CO2 reduceren
Met droge ogen beweerde De Jager dat China steenkool wil gaan afbouwen (er worden nog steeds wekelijks nieuwe kolencentrales geopend) en de CO2 doelstellingen van de EU zou overnemen (China heeft niks met CO2, alleen met luchtverontreiniging).  In China stijgt de productie van duurzame energie sterker dan waar ook ter wereld (maar het is nog steeds maar een fractie van een procent, en fossiel stijgt er nóg sneller).
Als de groei van de CO2 uitstoot van China op termijn zou afvlakken, komt dat door hun zeer ambitieuze kernenergieprogramma , waarbij honderden kerncentrales gepland worden, en een zeer grote extra inspanning geleverd wordt om thorium MSR in recordtijd van de grond te krijgen.

4. De vereiste decarbonisering van de wereld kost maar 0,06% van het BNP
Deze dwaze claim van het IPCC is een belangrijk onderdeel van de AGW constructie en vaste prik in de verdediging van de extreme CO2 eisen voor na 2035.
Ik denk dat zelfs ik akkoord zou gaan met klimaatbeleid als het inderdaad zo betaalbaar was. Maar voor het rijke Nederland is 0,06% van het BNP €360 miljoen, terwijl de kosten van ons klimaatbeleid gericht op 14% duurzaamheid al op 3 tot 6 miljard per jaar liggen. Voor 80% wordt dat véél duurder, ook per procent: het rijpe fruit is het eerste geplukt.  Per jaar 30 miljard is dus een zeer conservatieve aanname. Dat is honderd maal zoveel als De Jager claimde.
Dezelfde kosten betekenen voor een arm land, of voor China, uiteraard een nog veel groter en volstrekt onaanvaardbaar deel van het BNP.

Al deze onzin is onderdeel van de AGW constructie: het gaat erin als koek bij politici en ander ondeskundig publiek, en het laat de droom van een snelle decarbonisatie van de wereldenergievoorziening in tact, zoals ook precies de bedoeling van de constructie is.

“If you cannot solve a problem, enlarge it!”
Deze stelling van Eisenhouwer bleek de lijfspreuk te zijn van Kas Hemmes van de TU Delft, die als afsluiting een verhaal mocht houden over de onvermoede mogelijkheden van de techniek.  Het stond weliswaar nogal ver af van de MKBA die het onderwerp van de avond was, maar bood toch een erg nuttige nieuwe invalshoek.

Kas Hemmes (TU Delft)

Kas Hemmes (TU Delft)

Zijn uitgangspunt was dat je veel meer in geïntegreerde systemen moest denken, en dat dan nieuwe oplossingen beschikbaar komen. Soms is een probleem niet op te lossen met een idee, maar wel door meerdere ideeën te combineren.

Dit legde hij uit aan de hand van zijn multi-source – multi-product energy systeem.
De achtergrond hiervan is:

1. Dat opslag van elektrische energie een fictie is: je hebt enorme verliezen bij de altijd noodzakelijke conversies, en de apparatuur is maar een fractie van de tijd effectief opgeslagen energie aan het leveren. Die apparatuur (electrolysers, reactoren, brandstofcellen) zijn ook nog eens extreem duur. Opslag van elektriciteit  is dus volstrekt onbetaalbaar.

2. Dat windenergie boven een bepaald aandeel (mijn berekeningen geven aan dat de ellende begint bij ca 10% en de bovengrens 25% is) vaak niet meer afgenomen kan worden en dus als verloren beschouwd moet worden, als doorgedraaide tomaten.

Zijn oplossing draait om een keramisch brandstofcel systeem dat aardgas om kan zetten in warmte, waterstof en CO, en dat weer in elektriciteit, en dat in alle gewenste verhoudingen. Maar dat ook omgekeerd kan werken als elektrolyse apparaat.
Als je ervan uitgaat dat er naast stroomproductie ook een aanzienlijke behoefte is aan warmte en eventueel waterstof of ammoniak, dan kun je deze brandstofcel in elke situatie zodanig bedrijven dat alle aangeboden energie nuttig gebruikt kan worden. Hiermee is opslag overbodig geworden en kan een aanzienlijk hoger windaandeel behaald worden.
Vooralsnog is ook dit een erg dure optie, maar zeker de moeite van het onderzoeken waard.

MKBA negeert zeer aanzienlijke kosten
De publieksdiscussie verried zeer uiteenlopende standpunten in de zaal, met bijbehorende emoties, maar verliep toch constructief.

Nederlands meest vooraanstaande wind-scepticus Fred Udo mocht daarbij zelfs een presentatie houden met daarin zijn grootste bezwaren tegen de besproken rapporten. Hij noemde een aantal genegeerde kostenposten, waaronder:

– De aanmerkelijk  toenemende kosten van de bestaande centrales door de inpassing van windenergie

– De energetische kosten voor het bouwen van windturbines. De windlobby noemde altijd 3 maanden terugverdientijd, de sprekers noemden vandaag 7 maanden, maar die waren gebaseerd op wind op land. Bij wind op zee is die terugverdientijd langer, en in de orde van grootte van 10 a 15 % van de totale productie.

– De sterke toename van onbruikbare windstroom bij toenemend aandeel.

Tot slot benadrukte hij aan de hand van een Engels onderzoek de wisselvalligheid van wind, die zonder opslag niet voor een stabiele elektriciteitsvoorziening kan zorgen.

Smith cr 590

Conclusie
Het nut van een MKBA voor de afweging dichtbij vs. ver van de kust is nuttig, maar biedt weinig houvast voor de beoordeling van de absolute kosten en baten van wind op zee.

De tegenstanders komen met zeer sterke argumenten dat de netto maatschappelijke kosten aanmerkelijk hoger zijn dan die in de besproken MKBA, die toch al tot 6,2 miljard zouden oplopen.

De voorstanders van wind ervaren het voorkomen van de door hen verwachte apocalyptische klimaatschade als gevolg van CO2 uitstoot als veel grotere baten.
Helaas lijken ze zo verblind door die angst voor de AGW dat ze niet zien dat er nooit meer dan een paar West-Europese landen bereid zullen zijn hun welvaart ter vergooien aan een drastische decarbonisering met behulp van onbetaalbare energiebronnen. Onze miljarden naar wind op zee zijn dus niet meer dan symboolbeleid.
Ook zonder het ETS waterbed.

Vlnr

De sprekers:   Annemiek Verrips, Rob Aalbers , Kas Hemmes, Ruben Abma, Niels Hoefslag en David de Jager