Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen

Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen

Zoals al ik vaak eerder heb geschreven vormen duurzaamheid en desinformatie een Siamese tweeling. De nieuwste illustratie daarvan vormt de uitspraak van de Nationale Ombudsman in reactie op een klacht van Hugo Matthijssen (zoals bekend een regelmatige gastauteur op dit blog) inzake een veel te rooskleurige voorstelling die de overheid geeft van de vermindering van de CO2–uitstoot bij elektrisch rijden.

Hier volgt de tekst van een deel van het rapport. Voor de bijlagen wordt naar de website van de Nationale Ombudsman verwezen.

Rapport naar aanleiding van een klacht over de informatie over de C02- besparing bij elektrisch rijden.
Datum: 8 september2015
Rapportnummer: 201 5/132

Klacht
Verzoeker klaagt erover dat de informatie die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland via zijn website geeft over de CO2–besparing bij elektrisch rijden niet juist is, hoewel de RVO zijn klacht op dit punt gegrond achtte.

Bevindingen
Waarom diende verzoeker een klacht in bij de RVO?
Verzoeker diende op 22 oktober 2014 een klacht in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, een onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken (RVO). Hij deed dat, omdat de informatie op de website van de RVO over de uitstoot van CO2, fijnstof en NOx (stikstofoxiden) door elektrische voertuigen volgens hem niet juist was en een verkeerd beeld gaf. Zijn klacht betrof met name de volgende passage:

‘Elektrisch rijden is een innovatie die kansen biedt voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Nederlandse bedrijven zijn onder meer actief in laadinfrastructuur, laaddienstverlening, productie van componenten en productie van lichte elektrische voertuigen, waaronder elektrische scooters.
Voordelen van elektrisch rijden
Elektrisch vervoer vermindert schadelijke CO2-uitstoot, waardoor het bijdraagt aan een beter klimaat. Vergeleken met een benzineauto stoot een elektrische auto 54% minder CO2 uit, als de auto opgeladen wordt met (de gemiddelde mix) van Nederlandse stroom.”

Hoe reageerde de RVO in eerste instantie?
De RVO probeerde de kwestie eerst informeel op te lossen door met verzoeker te overleggen. Een medewerker van de RVO mailde verzoeker dat de informatie was gebaseerd op een onderzoek van TNO en CE Delft, een onafhankelijk onderzoeksinstituut voor onder meer energievraagstukken. Daaruit was gebleken dat een volledig elektrische auto, die op een gemiddelde elektriciteitsmix van gas, kolen en duurzame energie rijdt, voor circa 60% minder CO2 uitstoot zorgt. Dit percentage was ook vermeld op de inmiddels aangepaste website van de RVO.

Hoe reageerde verzoeker op de informatie op de website van TNO?
Verzoeker mailde de RVO vervolgens dat op de website van TNO helemaal geen sprake was van een onderzoek, maar van een factsheet. Dat factsheet gaf een beeld van de visie van deskundigen van TNO, die zich baseerden op twee eerdere rapporten van TNO.

Eén van de rapporten betrof het gebruik in de praktijk van leaseautos voor zakelijk verkeer. Volgens verzoeker zijn leaseautorijders geen doorsnee automobilisten (zie BIJLAGE, onder 2).

Verder schreef hij dat hem was opgevallen dat het energieverbruik van plug–in auto’s hoger was dan het normverbruik dat de fabrikant opgaf, en dat de gemiddelde CO2 uitstoot van 102 gram per kilometer (g/km) in de praktijk 83 g/km hoger is dan de normwaarde.

Wat betreft het tweede rapport wees verzoeker er op, dat dit ging over een praktijkproef voor elektrisch rijden die was gedaan binnen de eigen organisatie. In deze organisatie bestaat deskundigheid over de meest zuinige rijstijl. Bovendien is de proef gedaan met chauffeurs die niet vergelijkbaar zijn met de gemiddelde gebruiker.

Verder stelde hij dat in het factsheet was gekozen voor een benzineauto als referentieauto, omdat dit de meest voorkomende brandstofauto is. De meeste zakelijke auto’s zijn echter dieselauto’s, met een meer dan 40% hoger rendement dan een benzineauto. Daardoor is er een meer dan 20% lagere CO2–uitstoot dan bij de gemiddelde benzineauto.

Verzoeker concludeerde, dat het verschil in CO2 uitstoot tussen een elektrische auto en een benzineauto minder dan 15% bedraagt en ongeveer gelijk is aan de uitstoot van een dieselauto.

Tot slot wees hij erop dat uit die rapporten blijkt dat het verschil in uitstoot van fijnstof gering was. En vrijwel gelijk is als rekening wordt gehouden met het grotere gewicht van elektrische auto’s. Voorts heeft een elektrische auto zelf geen NOx–uitstoot, maar de centrale waar de energie van wordt betrokken wel. Hoeveel die uitstoot is hangt dan af van de gebruikte brandstof en het type centrale.

Hoe oordeelde de RVO over de klacht?
De RVO deelde verzoeker per brief van 12 maart 2015 mee, dat zijn klacht gegrond was. De RVO overwoog onder meer, dat de desbetreffende webpagina bedoeld is om actuele en objectieve informatie te verstrekken over elektrisch rijden en de wijze waarop de Rijksoverheid dat in Nederland wil stimuleren. RVO.nl voert de redactie van de website op basis van de inbreng van experts die gebruik maken van factsheets van TNO. De reden daarvan is, dat TNO wordt beschouwd als een organisatie met een onafhankelijke positie en met ruime ervaring op het gebied van milieueffecten door transport.

Om te voorkomen dat de informatievoorziening te eenzijdig is, is op de site verwezen naar www.nederlandelectrisch.nl van het Formule E-team, een door het Rijk ingesteld samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven kennisinstellingen en de overheid. Op deze site is een keur aan informatie over elektrisch rijden in Nederland te vinden. In de disclaimer (niet-aansprakelijkheidsverklaring; N.o.) is opgenomen dat RVO.nl streeft naar correcte en informele informatie op de website, maar niet kan garanderen dat de informatie bij ontvangst of na verloop van tijd nog steeds juist is.

In dit geval is geconstateerd dat op het moment van ontvangst van de klacht de informatie op de website inderdaad te stellig en niet langer juist was. Daarnaast ontbrak een verwijzing naar de factsheets van TNO die RVO.nl als bron gebruikte.

RVO oordeelde de klacht daarom gegrond en wees er tot slot op, dat de informatie op de website inmiddels was aangepast.

Waarom wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman?
Verzoeker diende op 13 maart 2015 een klacht in bij de Nationale ombudsman, omdat hij zich niet kon vinden in de overwegingen van de RVO. De RVO baseerde zijn informatie op een factsheet van TNO, waaruit zou moeten blijken dat elektrische auto’s per kilometer 50% minder CO2 uitstoten dan vergelijkbare auto’s met een verbrandingsmotor.

Een factsheet is echter geen wetenschappelijk onderbouwd document en, zoals een medewerker van TNO verzoeker hem had meegedeeld, een factsheet is ook niet bedoeld voor het geven van een gedegen inzicht en het verantwoorden van het tot stand komen van resultaten. Op zijn onderzoek naar de werkelijke uitstoot van elektrische auto’s is de RVO niet ingegaan en is hij verwezen naar TNO.

Volgens verzoeker is het echter de taak van de RVO en het ministerie om de verkregen informatie goed te controleren en die taak wordt niet opgepakt. Weliswaar is zijn klacht uiteindelijk gegrond verklaard, maar er wordt nog steeds uitgegaan van inhoudelijk onjuiste informatie.

Hoe reageerden verzoeker en de minister op de bevindingen?
1. de reactie van verzoeker
Verzoeker wees erop, dat ook op de actuele website van de RVO nog altijd wordt uitgegaan van een factsheet en niet van een voldoende wetenschappelijke onderbouwing. Volgens hem volgt uit de cijfers over het verbruik van energie op de website van het Compendium voor de Leefomgeving (zie BIJLAGE, onder 4), dat in de praktijk met elektrische auto’s geen besparing op fossiele brandstoffen kan worden gerealiseerd. Voor de inzet van elektrische auto’s zal extra elektriciteit moeten worden geproduceerd en de kans is groot dat dit alleen mogelijk zal blijken met kolengestookte centrales, waardoor de CO2–produktie juist toeneemt. Volgens verzoeker berust de keuze om elektrische auto’s op “groene” stroom te laten rijden op een denkfout, omdat die “groene” stroom ook na de uitvoering van het Energieakkoord (zie Bijlage, onder 5) niet voldoende beschikbaar zal zijn.

2. de reactie van de Minister van Economische Zaken
De Minister merkte in zijn reactie op, dat verzoeker al naar aanleiding van zijn eerste melding over de onjuiste informatie op de website was aangegeven dat hij daarin gelijk had. Daarop is niet alleen het percentage aangepast, maar ook de stelligheid waarmee de informatie is gepresenteerd en is de bron vermeld. Omdat verzoeker aangaf daarmee niet tevreden te zijn is hij in contact gebracht met TNO.

Beoordeling
Het vereiste van goede informatieverstrekking houdt in, dat de overheid ervoor zorgt dat de burger de juiste informatie krijgt. Dat houdt in dat deze informatie klopt en volledig en duidelijk is. Zij verstrekt niet alleen informatie als de burger erom vraagt, maar ook uit zichzelf.

Voor de geloofwaardigheid van de overheid en voor het vertrouwen van de burger in de overheid is transparantie een noodzakelijke voorwaarde. Het moet duidelijk zijn op welke feiten de verstrekte informatie berust. Dat is niet anders als het gaat om doelstellingen van algemeen belang, zoals het bevorderen van een schoner milieu.

In dit geval gaat het om de informatie die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken) op zijn website geeft over de voordelen van elektrisch rijden voor het milieu. De website is bedoeld voor ondernemers en met de informatie over elektrisch rijden wordt niet alleen beoogd de voordelen voor de zakelijke gebruiker van elektrisch vervoer uiteen te zetten, maar ook de mogelijkheden voor het bedrijfsleven om te innoveren en te investeren.

Verzoeker klaagt er in feite over dat de RVO via de website de voordelen van elektrisch rijden rooskleuriger voorstelt dan deze in werkelijkheid zijn en dat de RVO zijn standpunt niet baseert op een voldoende onderbouwd onderzoek naar de feiten. Met name het vermelde verschil tussen de CO2–uitstoot van een elektrische auto en een op benzine rijden auto was volgens verzoekers berekening te groot.

RVD verwees voor een onderbouwing van de informatie op zijn website naar een rapport van TNO van 14 juni 2014 over de indirecte en directe CO2–uitstoot van elektrische voertuigen. Volgens dat rapport is, gemeten over de gehele levensduur van een elektrische auto, de uitstoot van CO2 gemiddeld 35% lager dan die van een op benzine rijdende auto. Dat is minder dan het op de actuele website van de RVD vermelde reductie van 50%.

Verzoeker wees er verder op dat het zakelijk verkeer meer gebruik maakt van dieselautos dan van benzineautos en dat als gevolg van het hogere rendement van een dieselmotor de uitstoot van CO2 van 20% lager is dan die van een benzinemotor.

Verzoekers stelling wordt in ieder geval wat betreft bedrijfsvoertuigen naar het oordeel van de Nationale ombudsman gestaafd door de cijfers van het CBS, die uitwijzen dat 95% van deze voertuigen een dieselmotor hebben. Weliswaar rijden er meer personenauto’s met een benzinemotor in Nederland, maar het is voldoende aannemelijk dat bedrijfsvoertuigen een substantieel deel van het dagelijks verkeer op de Nederlandse wegen vormen. De uitstoot van CO2 door deze categorie voertuigen en de gevolgen daarvan is echter niet betrokken in het onderzoek van TNO, dat zijn conclusies heeft gebaseerd op een vergelijking heeft gemaakt met de CO2–uitstoot van een benzineauto.

Van een overheidsinstantie hoeft naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet te worden gevraagd dat de informatie die hij via zijn website geeft uitputtend is. Volstaan kan worden met een korte zakelijke weergave, mits duidelijk is waar die informatie op is gebaseerd. Daarvoor is voldoende dat wordt verwezen naar een voor het publiek toegankelijke vindplaats, zoals de website van een andere organisatie.

In het geval dat twijfel ontstaat aan de juistheid van de informatie op de eigen website is het aan de beheerder van de website, in dit geval RVO, om na gaan of de tekst op de eigen website correct is. Als de juistheid van uit andere bron betrokken informatie in twijfel getrokken wordt, is het aan de beheerder om daarover contact op te nemen met die bron om zo zekerheid te krijgen over de juistheid van de gebruikte informatie.

Als het gaat om specifieke, specialistische onderwerpen is het correct dat een burger voor het krijgen van een antwoord op zijn vragen over zo’n onderwerp wordt verwezen naar de instantie van wie de informatie afkomstig is. Dat neemt niet weg dat de RVO een eigen verantwoordelijkheid heeft voor de informatie die hij aan het publiek verstrekt, ook als die informatie is ontleend aan andere bronnen.

Naar aanleiding van verzoekers vragen en opmerkingen had de RVO daarom contact moeten opnemen met TNO om zekerheid te krijgen over de juiste weergave van de aan TNO ontleende gegevens op de website van RVO. Dat is niet gebeurd. Daarmee heeft de RVO het vereiste van goede informatieverstrekking geschonden.

Deze overweging is aanleiding om de minister een aanbeveling te doen.

De onderzochte gedraging is niet behoorlijk.

Conclusie
De klacht over de onderzochte gedraging van de minister van Economische Zaken is gegrond, wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking.

Aanbeveling
De minister word in overweging gegeven om de RVO contact te laten opnemen met TNO en in overleg te komen tot de juiste weergave van aan TNO ontleende informatie op de website over de CO2–uitstoot bij elektrisch rijden.

Nationale ombudsman,
Reinier van Zutphen

– – –

Voor de bijlagen wordt verwezen naar de website van de Nationale Ombudsman. Op het moment dat deze ‘posting’ werd geschreven was het betrokken rapport daarop nog niet verschenen.

Uiteraard kan dit soort desinformatie leiden tot verkeerde beslissingen – in dit geval vooral bij de aanschaf van auto ‘s. Maar het is kruimelwerk vergeleken  met de megaverspilling die samenhangt met de investeringen in duurzame energie, in het bijzonder wind– en zonne–energie. Op het gebied van duurzaamheid is desinformatie niet incidenteel, maar structureel. Het is op dit terrein dat er in ons land jaarlijks miljarden in een bodemloze put verdwijnen.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.