‘Dicebat Bernardus Carnotensis nos esse quasi nanos, gigantium humeris insidentes, ut possimus plura eis et remotiora videre, non utique proprii visus acumine, aut eminentia corporis, sed quia in altum subvenimur et extollimur magnitudine gigantea.’
John of Salisbury, Metalogicon (1159)
‘Bernardus van Chartres placht te zeggen dat wij als dwergen zitten op de schouders van reuzen, zodat wij meer en verder zien dan zij, niet zozeer door de scherpte van onze eigen blik of door de lengte van ons lichaam, maar omdat wij in de hoogte worden getild en verheven worden door de grootheid van de reuzen’.
John of Salisbury, Metalogicon (1159)
Zo ben ik ook slechts een dwerg die zit op de schouders van reuzen. Het weinige wat ik zelf doe, is het verband laten zien of het ontbreken daaraan van wat de ware grote geesten aan gedachtegoed hebben gecreëerd. Niets is mijn eigen werk, met uitzondering misschien van hier en daar wat oppervlakkige gedachten, die net zo goed onjuist kunnen zijn.
Op de schouders van reuzen zoals Keppler, Milankovitch, Dansgaard, Cor Langereis, Bas van Geel, Dick Mol en vele anderen, leer je over aardse cycli, isotopenvariatie in een keur aan ‘records’, leeftijdsbepalingen, reconstructies van flora’s en fauna’s, een enorme berg aan data. Om de één of andere reden hebben de reuzen echter zelf niet altijd de neiging op elkaars schouders te gaan staan. Je gaat je toch niet bemoeien met andermans expertise? Maar hierdoor dreigen ze het totale overzicht toch wel een beetje te gaan missen. Dat is heel jammer want dan zouden ze nog veel meer kunnen zien dan ik. Zo kan het zijn dat je vanaf al die schouders toch dingen meent te gaan zien die anderen, zelfs reuzen, wellicht even niet zijn opgevallen. Bijvoorbeeld hoe de ijstijden nu echt werken.
Discussies over de komende ijstijd zijn niet erg in de mode meer, zo langzamerhand lijkt het onderwerp uitgeput. Het VN-klimaatpanel (IPCC) besteedt ook weinig aandacht meer aan dit eens centrale bewijs van global warming. Alles wat het IPCC nu over een volgende ijstijd zegt, is dat het vrijwel zeker is dat deze niet voor het einde van het volgende millennium zal beginnen. Mee eens, maar wanneer dan wel? Laten we daar eens wat dieper induiken.
Om voorspellingen te doen over ijstijden, moet je het mechanisme kennen. De klimaatonderzoekers denken dat de variatie van de baan van de aarde hierin de hoofdrol speelt, samen met het CO2 gehalte in de atmosfeer. Dat mechanisme werd al eens door Al Gore uitgelegd toen hij op die hoogwerker klom om op de CO2 piek te wijzen. In het navolgende zal blijken dat één en ander iets gecompliceerder ligt.
Het eerste teken van ijstijdencycli werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw gevonden in diepe boorkernen uit de oceanen. Deze bestaan voor een groot deel uit kalkschelpjes van ééncelligen. De zware isotopen van de zuurstofatomen hierin vertonen in het tijdsverloop van miljoenen een cyclisch gedrag met perioden die enigszins overeenkomen met de duur van ijstijden en interglacialen. Nu verdampen watermoleculen met zwaar zuurstof iets moeilijker dan gewoon water. Als er dus ijskappen worden gevormd gaat hierin voornamelijk ‘licht’ water, waardoor het achtergebleven water in de oceanen wat ‘zwaarder’ wordt, die variatie vind je kennelijk terug in de kalkskeletjes en dit is dan ook de grote centrale verklaring van die ijstijden cycli, zie ook fig. 1, de één na laatste, bordeaux-rode grafiek.
Maar er zijn adders onder het gras, wanneer we verschillende theorieën en datasets gaan vergelijken. Zo kunnen we de berekende variaties in de baan van de aarde vergelijken met de gemeten variatie in de isotopen van de foraminifera kalkskeletjes. Voor doorgewinterde klimaatdiscussianten is dit allemaal gesneden koek maar toch, misschien dit niet meteen overslaan, na het navolgende triviale overzicht komt er echt iets minder bekends.
De variatie van de baan om de aarde bestaat uit drie componenten, de schuinte van de aardas de richting van de aardas, en de afgeplatheid of eccentriciteit (ellipsoide) van de orbit/baan.
Fig. 1 de Milankovitch cycli versus de ijstijden cycli
De eerste cyclus (blauw in fig. 1) is de kanteling van de aardas, die met een periode van 41 duizend jaar rechter op en schuimer gaat staan. We zijn nu halverwege naar meer rechtop. Rechtop klimt de zon in de zomer minder hoog en blijft de zomer in het noordelijke halfrond eveneens kouder.
De tweede en langste periode is die van de eccentriciteit van de ellipsvormige baan (groen in fig. 1). en vormt een combinatie van cycli van 413.000 jaar en ruwweg 100.000 jaar. Hierdoor varieert de afstand tot de zon gedurende het jaar, waardoor een toch wel behoorlijke variatie in zoninstraling kan optreden gedurende periodes van hoge eccentriciteit.
De derde en kortste periode is die van de verandering in de richting waarin de aardas wijst. Deze draait als het ware in een kegelvorm rond en heet precessie (paars in fig. 1). Deze beweging heeft meerdere complexe periodes van rond de twintigduizend jaar. Het gevolg hiervan is dat de zon op het noordelijk halfrond soms in de zomer het dichts bij is en soms in de winter, zoals nu bijvoorbeeld het geval is. Dit maakt de zomers koeler op het noordelijk halfrond en zorgt voor langzamer afsmelten van het winterijs.
Nu heeft men bedacht dat de zomertemperatuur, althans de instraling van de zon van het noordelijk halfrond, met de meeste landmassa, bepalend zou moeten zijn is voor het ontstaan en beëindigen van ijstijden, en wel specifiek de zon-instraling in juli op 65 graden noorderbreedte. Inderdaad in de grafiek (zwart in fig. 1) is te zien hoe deze meer dan honderd watt per vierkante meter kan variëren. In de dieptepunten zou de zon niet sterk genoeg zijn om alle sneeuw in de zomer te laten smelten en dat zou een ijstijd veroorzaken. Zo hebben Imbrie, Shackleton en anderen zo’n 50 jaar geleden de ijstijden al eens verklaard en zo staat het nog steeds in het laatste klimaatrapport van het IPCC.
Onder die instralingsgrafiek zien we de eerder besproken variatie in de zuurstof isotopen van de foraminifera op de oceaanbodem, die een maatgeving moet zijn voor het ijsvolume en we zien daar een vrij sterke honderdduizendjarige cyclus, die niet echt een treffende overeenkomst geeft met de veel kortere cyclus van de instraling, waarin de twintigduizend jarige cyclus lijkt te domineren. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar zo’n vierhonderd duizend jaar geleden toen de variatie op de oceaanbodem het grootst was, gebeurde er maar heel weinig met de zoninstraling. Over deze discrepanties zijn heel veel sprookjesboeken geschreven. Maar gelukkig zijn er ook bruikbare studies verschenen.
Een kanjer daarbij is – mijns inziens – Huybers 2006. Vreemd genoeg noemt het IPCC rapport deze studie wel, maar gebruikt het verder niet. De bovenstaande grafiek gaat volgens Huybers namelijk mank wanneer je er de tweede wet van Keppler bijhaalt (staande op de schouders van giganten). Dit komt er op neer dat de baansnelheid van de aarde afhankelijk is van de afstand tot de zon, hoe dichterbij, hoe sneller. Dit betekent dat de periodes met hogere instraling in juli ook kortere zomers hebben, omdat de aarde dan wat sneller voortbeweegt in de baan om de zon. Omgekeerd, met koelere juli’s duurt de zomer ook weer langer omdat de baansnelheid van de aarde lager is. De instraling in juli is dus niet alleen bepalend. Je moet ook de duur van de gehele zomer meenemen, althans zolang er voldoende energie binnenkomt om ijs te smelten. En wat blijkt dan? De variabiliteit van zonne-energie door eccentriciteit en de precessie werken elkaar tegen.
Wanneer de zon dichtbij is, is juli wel warmer maar de zomer duurt ook korter. Wat blijft is vrijwel uitsluitend de variabiliteit ten gevolge van de hoek die de aardas maakt, rechterop of schuiner, de periodiciteit van 41.000 jaar. Maar dit vind je weinig terug in de leerboeken over de ijstijd en de rapporten van het IPCC.
Fig. 2 een deel van fig. 2 van Huybers 2006.
In fig. 2 onder C zien we de correlatie tussen de totale geïntegreerde zomer-instraling (rood) met de verandering (gedifferentieerde) in de zware zuurstofisotopen (dd18O/dt) van de foraminifera uit de LR04 stack (zwart) van Lorraine Lisiecki en Maureen Raymo, tussen twee en één miljoen jaar geleden. De overeenkomst mag redelijk overtuigend worden genoemd, temeer daar in het frequentie domein onder D beide een haarscherpe piek tonen bij ca 0,025 cycles per duizend jaar ofwel een periode van nagenoeg 41.000 jaar dus. Hierbij past echter wel een voorbehoud (dat Huybers niet maakt) dat de precieze datering van de LR04 Stack een combinatie is van oriëntatie van het paleo-aardmagnetisch veld en ‘fine tuning’ met … precies, diezelfde 41.000 jarige cyclus. Deze isotopengrafiek en ook de volgende, zijn dus niet onafhankelijk van elkaar en daarom zien zij er waarschijnlijk te mooi uit om waar te zijn. Maar toch.
Fig. 3 een deel van fig. 2 van Huybers 2006.
Heel anders wordt het wanneer we de laatste miljoen jaar in beschouwing nemen. Dan is het ineens een rommeltje. Er komen onder E in fig. 3 steeds meer rode zon-instralingspieken zonder corresponderende zwarte isotoop pieken.
Bovendien, waar de laatste zwarte pieken wel optreden worden ze steeds sterker dan de rode. In het frequentie domein onder F zien we dat het zon-instralings frequentiespectrum nagenoeg identiek is aan de daaraan voorafgaande miljoen jaar in fig 2 onder D. Bij de isotopen zijn echter verschillende pieken ontstaan, met name de piek bij 0,01 cyclus per duizend jaar, ofwel een periode van honderdduizend jaar. Hier zien we dus nadrukkelijk dat die honderdduizend jarige cyclus in wat we denken ijstijden te zijn, helemaal niets te maken heeft met de zoninstralingsvariatie tengevolge van de Milankovitch cycles, gemodificeerd volgens Huybers 2006. Hoe kan dat nu?
Huybers en ook anderen hebben daar snel een antwoord op: soms slaan de ijstijden een zonnecyclus over en het ijs smelt dan gewoon niet weg. Niet zo vreemd als je bijvoorbeeld de ijskap van Groenland in beschouwing neemt. Die is ook gewoon blijven liggen, toch? Maar kan deze hypothese weerlegd worden? Kijk eens naar het laatste stukje:
We zien halverwege de laatste honderdduizend jaar een duidelijk zomerzonmaximum terwijl de verandering in de isotopen van de foraminifera rond de nul blijft hangen. Dit zou betekenen dat er weinig zou veranderen in het totale ijsvolume op de Aarde. Is dat ook zo? Maar weet je nog, die leeuwenwelpjes? Die hadden ons ertoe bewogen om eens uit te zoeken hoe het nu toch zat met de ijstijd rond 30-40 duizend jaar geleden. Hierdoor ontdekten we dat mysterie-interglaciaal dat overigens welbekend is onder aardwetenschappers als het Farmdalian interstadial of het Karginsk interglaciaal maar het had zich min of meer aan de waarneming van de paleoklimaatonderzoekers onttrokken.
Het is dus helemaal geen mysterie. Er moest gewoon een interglaciaal zijn volgens het spoorboekje van de zomerzoninstraling. Het was er ook, alleen de isotopen zagen het niet of nauwelijks. Het ijs smolt dus deels wel weg en die uitleg van het overslaan daarvan klopt dus niet. Men moest toch maar eens wat meer op de schouders van reuzen gaan staan.
Dat de isotopen het interglaciaal niet registreerden is een heel ander mysterie. Mijn conclusie is dan ook voorshands dat de honderdduizend jarige cyclus geen klimaatcyclus is. Het is misschien een oceaancyclus en/of een tectonisch/vulkanische cyclus, die maar net zo’n miljoen jaar geleden is begonnen en waarop de isotopen sterker reageren dan op het klimaat.
Tenslotte, de vraag was, wanneer begint de volgende ijstijd? Het lijkt er dus op dat we daarvoor het rookgordijn (van vulkaanstof en CO2) van de honderdduizendjargie cyclus moeten negeren. We moeten dus uitsluitend naar Huybers rode grafiek van de zomerzoninstraling kijken, wanneer dat weer een minimum bereikt. Dat is pas over zo’n twaalf duizend jaar en het is dus nog niet nodig om een extra warme ijsmuts te breien.
Wauw, wat een complexiteit, Overigens, lach niet, het wordt nog erger wanneer we vulkanisme, CO2 en de temperatuurreconstructies van de ijskernen van Antarctica erbij halen om de variatie in de isotopen te verklaren. Maar dat komt in een volgend deel.
Als onvervalste alfa kan ik dit verhaal niet beoordelen, maar wat ik wel vind is dat het uitstekend geschreven is (op een enkele grammaticale ongerechtigheid na), en dat het daarmee uitnodigt door te lezen tot het eind!
Ook Sir Thomas Browne schreef al ” ik ben boven de schouders van Atlas, en ik sta, hoewel schijnbaar met beide benen op aard, op mijn tenen in de hemel” (mijn vertaling, p. 168).
Dit is dus een opmerking van mijn broer Cornelis Willem.
Ja jemig de pemig. Wat is dit nu weer. de gebroeders Schoneveld. Moderatie haal dan mijn opmerking maar weg….
Een geoloog is misschien niet een geheel een zuivere Beta, maar een onvervalste alfa?? Hoe dan ook, je zou toch ook het een en ander van deze materie moeten hebben meegekregen ….. Andre is(was) (straaljager)piloot…. toch ook iets anders dan ijstijden expert…
Wat jammer dat de nieuwe ijstijd nog zo lang op zich laat wachten! Als liefhebber van natuurijs zie ik daarin grootse mogelijkheden.
Nu moeten we het doen met een voortgaande opwarming en alweer de derde prutswinter op een rij … bah.
Een middeleeuwse koude periode met bevroren Thames ( https://en.wikipedia.org/wiki/River_Thames_frost_fairs) zal ook mogelijk blijven in de komende eeuw(-en) zonder zicht op een rechte grote ijstijd. Laten we die mogelijkheid niet uitvlakken, zoals ontdekt werd dat het IPCC dat wél trachtte te doen met die middeleeuwse koude periode.
Goh, ik dacht dat in de middeleeuwen er sprake was van een warme periode…… de zogenaamde MWP. Nu is er ook blijkbaar een MCP. Interessant. Vertel er eens wat meer over Paul. Ik zit op het puntje van mijn stoel!
Wanneer begint die koude periode? en met hoeveel tienden van graden (of misschien wel een hele graad) gaat de temperatuur naar beneden?
Herman, kun jij niet samen met Turris ergens een eigen blog beginnen?? Kunnen jullie fijn samen daar kijken wie de grootste heeft of het verst kan pissen. Zijn wij hier van die oeverloze mugge(n)zifterij af!
Mugge(n)zifterij? Het onderwerp is de volgende ijstijd. Turris begint over een voor mij onbekend fenomeen, de middeleeuwse koude periode. Tja, Ronel noem dat maar Mugge(n)zifterij. Maar zeg het maar, waar wil jij het over hebben?
Ronel, je hebt het doorgrond. De opzet…
Herman
Wanneer begint de koude periode daar zijn de meningen over verdeeld maar net als weersvoorspellingen is het een kwestie van oorzaak en gevolg.
Er is op korte termijn zeker afkoeling te verwachten zoals altijd na een el-nino
https://notalotofpeopleknowthat.wordpress.com/2016/02/15/el-nino-update/#more-20450
Het verschil met de vorige is wel dat nu deze afkoeling nu samenvalt met een sterk verminderde zonne activiteit en minder energie van de zon zou toch afkoeling moeten geven.
https://cassandraclub.wordpress.com/2013/10/03/meer-kosmische-straling-door-lage-zonne-activiteit/
Maar beste Herman minder zonneactiviteit betekent ook dat meer kosmische straling zal doordringen in onze atmosfeer en dat geeft weer extra wolkvorming met extra afkoeling als bijeffect.
“Het meest recente onderzoek (van de onderzoeksgroep onder leiding van Henrik Svensmark van Denemarken) heeft gevonden dat het klimaat van de zonneactiviteit en de vorming van wolken hangt. En het is bewezen dat de totale impact op het klimaat met de ijstijden komen door de positie van het zonnestelsel in de Melkweg, die vier armen heeft. Als het zonnestelsel van de Aarde vliegt door een arm van de Melkweg, is de ijstijd. Een volledige cirkel rond de Melkweg (met vier ijstijden door de vier armen van de Melkweg) is “galactische jaar” genoemd (die duurt 250 miljoen jaren). Hier is een film-protocol (in het Engels) met het klimaatonderzoek van de groep van Svensmark (met ongeveer 35 foto’s):
Zonneactiviteit vermindert de kosmische straling van buiten – minder wolken met hoge zonneactiviteit”
Bron:
http://www.onweer-online.nl/forum/topic/41986/effecten-kosmische-straling-op-lage-bewolking-hier/
De kosmische straling veroorzaakt de vorming van aërosol deeltjes en de vorming van wolken. De zon gaat door verschillende fasen van de activiteit, soms meer (met meer zonnevlekken) en soms minder (minder zonnevlekken).
Hugo, Als ik je goed begrijp dan voorspel je dus een koelere periode op basis van afnemende zonneactiviteit. Alhoewel je het er niet expliciet bij zegt neem ik aan dat die afkoeling na de invloed van de huidige Nino te verwachten is. Iets specifieker Hugo, rond 2019 mogen we dan toch wel enige koelte verwachten niet dan? Weet je wat, ik noteer het volgende: Voorspelling Hugo: 2019 zal ongeveer even “koel” zijn als het jaar 2000… Corrigeer gerust als ik hoger of lager moet opschrijven.
Herman
Hoe kom je aan 2019 en waar haal je vandaan dat dan de temperatuur uit zal komen op die van 2000?
Graag op grond van feiten verklaren.
Als je naar de afgelopen eeuw kijkt was er 2 maal sprake van een langere periode van temperatuurdaling.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Opwarming_van_de_Aarde
Heb je trouwens wel eens gehoord van het feit dat er op de zuidpool sprake is van ijs aangroei ?
Ook blijkt dat lange termijn metingen daar geen afkoeling laten zien.
kijk eens naar dit filmpje.
Abenteuer Antarktis: Prof. Miller zur Abkühlung in der Antarktis
Sorry hier het filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=J8i9wYfyXa4
Je voorspelt afkoeling beste Hugo, dat is fijn maar dan wil ik wel graag van je horen wanneer en hoeveel. Dus ik deed alvast een voorzetje, als voorbeeld. Het is de bedoeling dat jij met een model, of een trend komt. Dus Hugo, wanneer begint nu die afkoeling? en hoeveel gaat het dan afkoelen?
………..IPCC voorspelt catastrofale opwarming, wanneer begint nu die opwarming? en hoeveel gaat het dan opwarmen?
Het is wat overdreven om van een middeleeuwse ijstijd te spreken. Wel is er sprake van een koelere periode tussen twee warmere. De eerste warme periode ligt ongeveer tussen 1000 en 1200. Daarna wat koeler dan weer wat warmer.
Nog wat opmerkingen.
Algemeen: Er zijn hier maar weinig bijdragen, waarbij in de reacties niet wordt opgemerkt dat de klimaatsceptici de wetenschap ontkennen. Ik zou dat nu hier ook wel eens gesubstantieerd willen zien. Zeker na de volgende bijdrages waarin we wat concreter in de honderdduizend jarige cyclus duiken en nader ingaan op de intrinsieke Modus ponens drogreden die de interpretatie van “proxies” met zich meebrengt. https://nl.wikipedia.org/wiki/Modus_ponens
Nogmaals, bedenk wel dat het hierboven beschrevene eens de centrale bewijsvoering voor global warming is geweest. Het zal blijken dat hier weinig van overblijft.
Over de discussie met de Middelleeuwse Warme Periode, Kleine ijstijd en de Svensmark hypothese over zonneactiviteit, bedenk wel dat dit op geologische micro tijdschalen is geënt in vergelijking met de Milankovitch orbit variaties.
dan een erratum, mea culpa: zonder “on”was deze zin onjuist:
“Deze isotopengrafiek en ook de volgende, zijn dus niet onafhankelijk en daarom ziet het er waarschijnlijk te mooi uit om waar te zijn.”
en tenslotte, de link naar Huybers 2005 is helaas weggevallen:
https://dash.harvard.edu/bitstream/handle/1/3382981/Huybers_EarlyPleistoceneSummer.pdf?sequence=1
Herman
Volgens mij ben je de de weg een beetje kwijt met je modellen
Hugo, het is toch simpel. Jij voorspelt de afkoeling. Dan is de logische vraag toch gewoon wanneer en hoeveel? Dan zeg je bijvoorbeeld “een dalende trend van 0.2 graad vanaf 2015. Dat is een projectie, een verwachting, een model. Zo noemen wij dat Hugo. Of noemen ze dat in Groningen anders? een voorspelling van het orakel Matthijssen?
Herman laten we nog eens naar de realiteit kijken.
Niet alleen het ijs op de zuidpool groeit maar ook het ijs op de noordpool neemt de laatste tijd weer sterk toe.
En dat vindt je niet in de modellen .
https://rclutz.wordpress.com/2016/02/18/icy-arctic-mid-february/
Het ijs op de Noordpool neemt inderdaad toe. Dat is een jaarlijks terugkerend verschijnsel. Het is nog steeds winter op de pool.
In plaats van dubieuze sites te bekijken zou je ook eens naar feiten kunnen kijken:
1. Aangroei op de Noordpool record laag
2. Aangroei op de Zuidpool onder het gemiddeld
3. Totaal van ijsaangroei is record laag
Waarom zit jij de boel te misleiden Hugo Matthijssen?
Deze is ook zo mooi Hugo, RSS gaat werkelijk door het dak heen op de Noordpool….
http://www.climate4you.com/images/MSU%20RSS%20ArcticAndAntarctic%20MonthlyTempSince1979%20With37monthRunningAverage.gif
Bart wat een reactie. Niet waard om op te reageren.
Herman dubieuze sites? ga dat NASA eens vertellen
http://www.nasa.gov/feature/goddard/nasa-study-mass-gains-of-antarctic-ice-sheet-greater-than-losses
Oh, we gaan het nu over landijs hebben. We springen snel over op een ander onderwerp.
Laten we eerst even de feiten van het zeeijs op een rijtje zetten:
1. Aangroei op de Noordpool record laag
2. Aangroei op de Zuidpool onder het gemiddeld
3. Totaal van ijsaangroei is record laag
Mee eens?
Hugo, je doet een wilde uitspraak (“maar ook het ijs op de noordpool neemt de laatste tijd weer sterk toe”) die nergens goed onderbouwd wordt. De enige toename die ik zie is gewoon de jaarlijkse fluctuatie. Kijk voor de bedekking van het zeeijs even naar deze figuur van Cryosphere today: http://arctic.atmos.uiuc.edu/cryosphere/arctic.sea.ice.interactive.html
Het lijntje van 2016 bungelt er helemaal onderaan. Hoezo, sterke toename? OK, het is een momentopname, maar ook verder ‘de laatste tijd’ is geen sterke toename te zien.
Volgens mij noemen wij dat “record low” Bart :) Maar Hugo is nu druk bezig met zijn 15 jaar trends….. We wachten in spanning……
Herman
Het onderwerp waar het over gaat is ijstijden
Dan gaat het over zee en landijs maar om je even uit de droom te helpen hier de laatste info over het zeeijs rond de zuidpool
Twintig miljoen vierkante kilometer. Zoveel zee-ijs is er momenteel op de wateren rond Antarctica te vinden. En dat is een record. Nog nooit werd er sinds de metingen in 1979 begonnen zoveel zee-ijs rond Antarctica geobserveerd.
http://www.scientias.nl/nog-nooit-zoveel-zee-ijs-rond-antarctica-gemeten/
Mogelijk zou je eens kunnen nadenken over je gebruikte linkjes.
Je bent blijven steken in 2014. Dat doen sceptici wel vaker, ergens blijven steken. Ik zal je uit de droom helpen. De actuele situatie op de Zuidpool:
http://arctic.atmos.uiuc.edu/cryosphere/IMAGES/seaice.anomaly.antarctic.png
Onder gemiddeld. Zie je wel Hugo?
Herman
Als je over 15 jaar kijkt is er sprake van groei.
Als je maar naar een jaar kijkt en daar dit soort conclusies aan verbindt ben je wel erg dom bezig.
Wie heeft het over Conclusies? Ik niet. Jij komt met de melding dat het Noordpool en Zuidpoolijs sterk aangroeit zonder verdere mededeling. Niet erg geloofwaardig op het moment dat :
1. Zuidpool – zeeijs onder gemiddeld is
2. Noordpool zeeijs record laag is
3. Het totaal record laag is.
Beetje slechte timing om over zeeijs te beginnen… En nu wil je het hebben over de 15 jaar trend. Prima, laat dat dan zien, de 15 jaar trend. Mag ik van je zien Hugo:
1. De 15 jaar trend van het Noordpool zeeijs
2. De 15 jaar trend van het Zuidpool zeeijs
3. De 15 jaar trend van zeeijs in zijn geheel.
Herman, het zeeijs verandert niet zoveel, de laatste tijd neemt het wel weer wat toe.
http://www.woodfortrees.org/plot/nsidc-seaice-s/trend/plot/nsidc-seaice-s/mean:12/plot/nsidc-seaice-n/trend/plot/nsidc-seaice-n/mean:12
Zeeijs totaal neemt sinds 2002 weer stevig toe.
https://www.dropbox.com/s/4iga1pr1vv1i7fr/Schermafdruk%202016-02-23%2014.05.16.png?dl=0
Beste Erik, Je bent blijven steken halverwege 2015. Zou je een update willen geven van de situatie tot aan vandaag? Bij voorbaat hartelijk dank.
http://diekaltesonne.de/die-gute-nachricht-schneefallmengen-haben-sich-auf-gronland-in-den-letzten-100-jahren-erhoht-und-gleichen-einen-teil-der-eisschmelze-aus/
Begint met het volgende fragment:
“Die im letzten Jahrhundert stark gestiegenen Temperaturen in Grönland setzen auch dem Inlandeis zu, das an den Rändern heftig schmilzt. Was in der ganzen Diskussion gerne vergessen wird, ist der Import-/Export-Charakter der Eisbilanz. Auf der einen Seite wird Eis durch Schmelzen und Eisbergabbrüche verloren, auf der anderen Seite kommt aber auch immer neuer Schnee durch Niederschläge hinzu.”
Dat heeft toch direct met de Noordpool te maken, of vergis ik me?
We blijven de dagelijkse praktijk van Hugo op de Noordpool op de voet volgen…
http://arctic.atmos.uiuc.edu/cryosphere/arctic.sea.ice.interactive.html
Het wordt tijd om het hardop te zeggen” “Man made ice melt”
Dit is wat de Amerikanen ons voorschotelen.
http://nsidc.org/arcticseaicenews/
en http://arctic.atmos.uiuc.edu/cryosphere/arctic.sea.ice.interactive.html
Maar Europesche data:
De Noren:
http://arctic-roos.org/observations/ice-area-and-extent-in-arctic
en de Denen:
http://ocean.dmi.dk/arctic/icecover.uk.php
Dus.