Het moge genoegzaam bekend zijn dat global warming werd ontdekt door reconstructies van het paleoklimaat met name gedurende het Kwartair. Ga echter niet uit je hoofd leren wat hier allemaal staat, want veel daarvan is achterhaald, hoewel dat niet altijd wordt erkend. Het geeft alleen maar een indruk van de omvang van de opgedane indrukken van het verleden, terwijl de controversiële mammoetsteppe nog niet eens wordt behandeld.
Met name na de kleinste ijstijd van 1945 tot 1974 begon het klimaatonderzoek pas goed, iedereen wilde weten hoe het nu echt zat, wordt het nu een ijstijd of komt er ‘global warming’. Bijzondere aandacht ging uit naar de ijskappen van Groenland en Antarctica waar de jaarlijkse accumulatie van met lucht gevulde sneeuwlagen tot ijs wordt samengeperst, hetgeen een gigantische archiefkasten voor het verleden oplevert.
Lucht uit het verleden kan worden geanalyseerd op het CO2 gehalte en bovendien kan het ijs op samenstelling van de verschillende isotopen worden geanalyseerd, waaruit men meent dat de temperaturen van het verleden konden worden gereconstrueerd (Dansgaard 1964). Mijn formulering laat doorschemeren dat daar kanttekeningen bij kunnen worden gezet en ik voorzie daarover een enorme discussie opkomen maar dat is voor later. Voorlopig beperken we ons tot de eerste, de CO2.
Een beetje klimatofiel zal deze grafiek onmiddellijk herkennen, de analyse van luchtbelletjes in uitgeboorde ijskernen uit Antarctica. Deze heeft miljoenen er van overtuigd dat CO2 het klimaat stuurt, ‘global warming’; hoe eenvoudig kan het zijn?
Maar het is helemaal niet zo eenvoudig. Een eerste probleem (er komen er later meer) is dat de omzetting van sneeuw naar ijs op de ijskappen geleidelijk aan verloopt en is pas voltooid op zo’n 80-100 meter diepte. Daarboven kan de lucht dus vrijelijk rond bewegen gedurende soms wel honderden tot duizenden jaren en er treden daardoor allerlei complicaties op.
Het zou dan ook zeer wenselijk zijn – zoals altijd – om een tweede, volledig onafhankelijke methode te hebben om CO2 uit het verleden te reconstrueren om te zien of deze overeenkomt met de eerste, de robuustheid check. Dat brengt ons bij de paleaobotanica. Planten zijn gemaakt van water en CO2 (van dat schadelijke spul? Ja echt waar); ze nemen de CO2 op via huidmondjes (stomata) onder aan de bladeren en zetten deze samen met water om in complexe suikers, de zogenaamde fotosynthese. Nu blijkt het dat de hoeveelheid huidmondjes per bladoppervlakte bij sommige soorten variabel kan zijn en het past aan aan de beschikbare hoeveelheid CO2. Wanneer de CO2 concentratie hoger is, zijn er minder huidmondjes nodig en vice versa.
Wanneer je nu exemplaren van een bepaalde plantensoort onder laboratoriumomstandigheden gecontroleerd laat groeien bij verschillende CO2 concentraties, reageren de planten met variatie van de concentratie van stomata. Hierdoor kan het verband worden afgeleid tussen CO2 en de ‘stomata density’. Wanneer je nu fossiele bladeren vind van dezelfde soort kun je uit hun ‘stomata density’ de beschikbare concentratie van CO2 reconstrueren.
Er zijn inmiddels vele van dergelijke studies verschenen. De Universiteit van Utrecht liep daarbij in de voorste gelederen mee (bijv Rieke Wagner, Lenny Kouwenberg). Maar gezien de afwezigheid van referenties daarvan in de diverse ‘Summaries for policymakers’ van het IPCC kan al worden geconcludeerd dat van de resultaten vermoedelijk weinig overtuigingskracht uitgaat voor ‘global warming’. Over het algemeen zien de stomatastudies ten opzichte van de ijskernen, hogere CO2– concentraties maar ook soms kortstondige pieken van uitzonderlijk hoge concentraties CO2.
Recent werd één zo’n piek gerapporteerd door Margret Steinthorsdottir et al 2013. Om een lang verhaal kort te maken, ze vinden in wilgenblaadjes in een Zweeds meer (Hässeldala Port) het navolgende aan CO2 variatie in vergelijking met een recente CO2 –reconstructie van Antarctica (EPICA Dome C):
Afgezien het gebrek aan correlatie moet ook nog het bereik in beschouwing worden genomen, dat behoorlijk wordt vertekend door de verschillende schalen. De CO2 uit de ijskernen variëren hier in deze periode ruwweg tussen de 235 en 255 ppmv terwijl de huidmondjes van de wilgenblaadjes de CO2 tussen de 180 en 410 ppmv laten fluctueren. Let ook speciaal op de piek rond 12,8 duizend jaar geleden, die de ijskernen door de vertraging van de ijsvorming niet eens kunnen laten zien. Zo’n piek wordt dan gewoon uitgesmeerd over een langdurige periode. Natuurlijk is dit een tenenkrommend contra–intuïtief resultaat, met name voor ‘global warming’ adepten, dus je moet wel heel stevig in je schoenen staan, wil je dat kunnen verdedigen. Margret Steinhorsdottir is echter voor geen kleintje vervaard. Het sleutelwoord – reeds eerder genoemd – is robuustheid. Zijn er meer stomata resultaten van andere records elders die hetzelfde patroon laten zien? Had Rike Wagner al eerder op een zekere robuustheid van de methode gewezen,
Margret Steinhorsdottir vond maar liefst drie stomataresultaten uit dezelfde periode maar met andere plantensoorten op andere locaties die ruwweg hetzelfde patroon laten zien, (McElwain et al 2002, Rundgren, en Bjorck, 2003 en in mindere mate Beerling et al 1995,). Weliswaar zijn de absolute getallen en chronologie nauwelijks identiek, het patroon lijkt echter veel op elkaar. Bovendien is er over de chronologie in koolstofdatering is nog een hoop te doen in die periode, zelfs zodanig dat feitelijke gelijktijdigheid niet als zodanig had kunnen worden weergegeven. Dit komt door gebruik van verschillende versies van de calibratietabel voor koolstofdatering door de jaren heen (INTCAL98, INTCAL04, INTCAL09 en INTCAL13) en dat hangt weer exact samen met het optreden van zo’n CO2–piek. Ik kan ertoe worden verleid om dat uit de doeken te doen, maar het is een lang verhaal.
Hoe staat het met de robuustheid van de CO2-–concentraties in de ijskernen? In Antarctica valt dat erg mee, maar je moet het niet over Groenland hebben. De CO2 daar leek totaal niet op dat van Antarctica, er waren problemen met kortstondige, aanzienlijke pieken (oh ironie), hogere concentraties en een – wellicht artificiële – toename van concentratie met de diepte. Daarom werd besloten de Groenlandse CO2– data verder niet te gebruiken. Mede gezien eerdergenoemde complicaties voor de ijskernen lijken er dus weinig objectief wetenschappelijke argumenten voorhanden om de – alleen regionaal robuuste – ijskerndata een grotere waarde toe te kennen dan de –meer algemeen robuuste – stomataresultaten. En dat betekent dat de correlatie tussen gereconstrueerde temperaturen en CO2 ineens een heel stuk zwakker is geworden.
Ik wilde nu enige speculaties weer gaan geven over de oorzaak van die CO2-piek maar ik zie dat dit blog – althans qua informatielast – veel te lang aan het worden is en bovendien dat is weer een heel lang verhaal, zo mogelijk nog rijker aan informatie. Dat dan maar voor een volgende keer.
Niet gelinkte referenties
Beerling, D.J., Birks, H.H., Woodward, F.I., 1995. Rapid late-glacial atmospheric CO2 changes reconstructed from the stomatal density record of fossil leaves. J. Quat. Sci. 10, 379e384.
McElwain, J.C., Mayle, F.E., Beerling, D.J., 2002. Stomatal evidence for a decline in atmospheric CO2 concentration during the Younger Dryas stadial: a comparison with Antarctic ice core records. J. Quat. Sci. 17, 21e29
Rundgren, M., Bjorck, S., 2003. Late-glacial and early Holocene variations in atmospheric CO2 concentration indicated by high-resolution stomatal index data. Earth Planet. Sci. Lett. 213, 191e204
Soms krijg ik weer een hele nieuwe invalshoek aangeleverd. Dat van die huidmondjes hoorde ik eerder maar de hier aangehaalde onderzoeken kende ik nog niet. Dank voor de uitleg.
Dat is een interessant verhaal. Dank Andre. Maar toch even stil staan bij de beroemde Vostok ice core waar de relatie tussen CO2 en Temp te zien is. De fit is akelig goed (en voor CH4 Temp zelfs naadloos). Bij een dergelijk perfecte correlatie hoeft denk ik er niemand aan te twijfelen dat er een verband bestaat en kan je alleen nog maar de discussie aangaan wie dan wie volgt. Je zal dan toch met heel veel wilgenblaadjes lezingen moeten komen om deze naadloze perfecte fit onder uit te halen.
Joanne Nova heeft dat al gedaan.
http://joannenova.com.au/global-warming-2/ice-core-graph/
Herman,
Mooie ‘fit’ inderdaad. Wat op de getoonde schaal niet is te zien, is dat CO2 de temperatuur volgt en niet omgekeerd.
Was je je daarvan niet bewust?
Ja, er is veel geschreven over de zogenaamde lag… Toename van CO2 wordt dan ook niet als oorzaak aangewezen van de interglacialen. Zover ik weet is er geen lag aangetoond bij CH4.
1. Er is een verband tussen T en CO2 / CH4
2. CO2 volgt T
3. Dat CO2 T volgt is geen bewijs dat T CO2 niet kan volgen.
Dat T de CO2 volgt is slechts suggestief en juist te bewijzen! Is in de laatste 40 jaar nooit bewezen, paleo-peroden daarvoor was ook geen bewijs, maar wel suggestief aan de politiek opgedrongen door de AGW-IPCC kongsi. Daar plukken we nu de wrange vruchten van door vergeefse “klimaatbeheersing”
Moose, Hans – wat de grafiek ook niet toont is dat de variaties in de temperatuur door een vrij kleine verandering in Milankovitch forcering kwamen. Met andere woorden, dat je versterkende terugkoppelingen zoals ijs-albedo, stof in de atmosfeer, en CO2 nodig hebt om het geheel plausibel te krijgen. Ik merk bij mijn studenten dat dit concept (dat CO2 zowel feedback als forcering kan zijn) altijd wat tijd kost om door te krijgen.
Guido,
Dat kost niet alleen bij studenten tijd om door te krijgen, ook bij mensen als ik. Ik heb het nog steeds niet door.
Zie:
http://scienceandpublicpolicy.org/images/stories/papers/other/Labohm-What_is_wrong_with_the_IPCC.pdf
Grafiek blz. 19 bovenaan.
Hans (dank voor je mail trouwens). We hebben het hier vaak over gehad en ik weet niet zo goed meer hoe ik het aan zou moeten pakken. Maar laat ik het toch proberen.
We hebben het vaker gehad over de afnemende zon de laatste decennia ten tijde van de stijgende of constante temperatuur. Als dit de enige factor zouden zijn dan zou dit betekenen dat de zon zou afkoelen. Jij zegt dan altijd iets over vertragingen en anderen wijzen op andere factoren zoals de oceanen. Dat eerste zie ik nog steeds niet helemaal (na een vulkaanuitbarsting daalt de temperatuur direct) maar dat tweede lijkt me logisch, er zijn gewoon meerdere factoren die het klimaat beïnvloeden.
Dat was niet anders bij de overgang interglaciaal naar glaciaal. Hele gletsjers verdwenen en zo nu en dan liep een hele sloot smeltwater de oceaan in die dan bijvoorbeeld de golfstroom even stillegde. Ik noem maar wat. Er zullen dus best momenten zijn geweest dat CO2 en temperatuur even niet in de pas met elkaar liepen (net als de zon en de temperatuur nu), die worden voor een deel door onafhankelijk factoren gestuurd.
Moraal van het verhaal, CO2 is een broeikasgas dat net als andere factoren het klimaat beïnvloedt. Tijdens ijstijden waren veranderingen in de stand van de baan van de aarde rond de zon de trigger (forcering) en de uitbreiding van de ijskappen en CO2 terugkoppelingen.
Nu zijn er uiteraard ook veranderingen van de baan van de aarde rond de zon maar dat gaat zo langzaam, op menselijke maat is dat constant. Als CO2 nu door een andere oorzaak gaat stijgen (fossiel brandstoffen en ontbossing) dan is het opeens zelf de trigger geworden. Ijs, wolken, waterdamp etc zijn nog steeds terugkoppelingen net als tijdens de ijstijden.
Beste Guido,
Dank voor je uitleg. Ik vermoed dat je binnen het AGW-paradigma op dit moment niet verder kunt komen. Maar, zoals bekend, heb ik de overtuiging dat er binnen dit paradigma te veel anomalieën zijn (zwarte zwanen). En dat het dus is gefalsificeerd.
Maar ik houd een ‘open mind’.
Wat ik zoek Guido is een kort krachtig verhaal in Jip en Janneke taal in een paar zinnen die ik ook m’n kinderen kan voorlezen. Er was eens een ijstijd…. en toen werd het …. graden warmer. Want laten we eens beginnen om vast te stellen hoeveel graden het nu warmer is geworden tussen glaciaal en interglaciaal. Ik kom van alles tegen tussen twee en tien graden… De inmiddels beroemde wheelchair komt nog niet eens tot vier graden… https://klimaatverandering.files.wordpress.com/2013/03/shakun_marcott_hadcrut4_a1b.png?w=899&h=713
Guido, 1.5 graad dus. Albedo kan ik mij hetzelfde van voorstellen. Dan nog verdeling over CO2 en CH4. Dan hangt de klimaatgevoeligheid af van wat je aanneemt als de totale opwarming tussen glaciaal en interglaciaal. Drie of negen graden maakt een enorm verschil. Het blijft een opmerkelijk verschijnsel die interglacialen. Het Emien, zomaar nog twee graden warmer en zeespiegel zes meter hoger bij 280 ppm. In het ergste geval heeft CO2 helemaal geen opwarmend effect, dan zijn we gedoemd af te glijden naar het verschrikkelijke klimaat van de glacialen…
Guido, Is er een bewijs dan wel aanwijzing uit de data van Vostok ice core alleen dat toename CO2 toename van Temperatuur veroorzaakt?
Voor mij zijn die twee synoniem (althans dat *een deel* van de schommelingen op conto van CO2 staat) maar het is zeker geen bewijs als je er niet andere factoren zoals absorptie van CO2 bij zou meenemen. Ik kan dan aanvoeren dat je zonder broeikasgassen het je niet lukt om een glaciaal te simuleren (met een model) maar dan trek je hier natuurlijk de beerput open, die zijn namelijk veel te gevoelig met hun klimaatgevoeligheid van rond de 3 graden.
Hmm, nu ik daaraan denk. Het verschil in forcering (baan van de aarde rond de zon) tussen glaciaal en interglaciaal is 6 W/m2. Uiteindelijk effect is zo’n 5 graden. Beide factoren weinig discussie over mogelijk denk ik. Klimaatgevoeligheid in evenwicht is dan dus 5 / (6/3.7) = zo’n 3 graden met flinke onzekerheidsmarge.
Guido, Dat klinkt erg interessant maar ik weet niet zeker of ik je nu wel begrijp. Het effect van astronomische parameters is maximaal 5 graden, is dat wat je zegt? Dan zou ik nog maar 1 -2 graden over houden die ik niet (direct) kan verklaren. Misschien kan je dit nog beter toelichten…
Sorry voor de onduidelijkheid Herman, ik heb het blijkbaar niet goed uitgelegd.
Dit is het idee: er is een bepaalde “trigger” of forcering die je uitdrukt in W/m2. Daar komt een reactie op (graden C). Die zet op zijn beurt een aantal (versterkende en verzwakkende) terugkoppelingen in werking en het uiteindelijke resultaat is een opwarming in graden C.
Tijdens de ijstijden was de forcering zo’n 6 W/m2 en het uiteindelijke resultaat zo’n 5 graden dacht ik (misschien komt daar de verwarring van, rekende jij met een hoger getal?). Met andere woorden netto 5 graden opwarming voor 6 W/m2, dus 0.8 C/W/m2. In evenwicht (equilibrium climate sensitivity).
De laatste 100 jaar: forcering (zon en mens + andere natuurlijke factoren maar laten we even aannemen dat die uitmiddelen) iets van 2 W/m2. Opwarming iets van 0.8 graden, dus 0.4C/W/m2. Nog niet in evenwicht (transient climate response).
Uiteraard grove berekeningen. Die uiteindelijke getallen moet je nog met 3.7 vermenigvuldigen omdat klimaatgevoeligheid meestal uitgedrukt wordt in eenheden van CO2 verdubbeling (3.7 W/m2), ik hoop dat ze daar ooit van afstappen en het gewoon per W/m2 gaan uitdrukken.
Sorry voor herhaling van dingen die je al wist, maar zo iets beter?
Guido, Nee daar wordt het niet duidelijker op. Even een stap terug. Je zegt :
“…een vrij kleine verandering in Milankovitch forcering kwamen. Met andere woorden, dat je versterkende terugkoppelingen zoals ijs-albedo, stof in de atmosfeer, en CO2 nodig hebt om het geheel plausibel te krijgen.”
en:
“Het verschil in forcering (baan van de aarde rond de zon) tussen glaciaal en interglaciaal is 6 W/m2. Uiteindelijk effect is zo’n 5 graden. ”
Hieruit concludeer ik dat je zegt dat je 5 graden opwarming kan verklaren met Milankovitch. Vervolgens zeg ik dan: dan kom je nog maar 1 -2 graden te kort.
Klopt dit? vergeet even CO2, vergeet even W/m2 Even zo simpel mogelijk : Hoeveel graden opwarming glaciaal/interglaciaal kan je verklaren zonder CO2?
Hebben jullie het al eens gehad over de problemen met Milankovitch? Zoals bijvoorbeeld 424 duizend jaar geleden, de overging tussen Maritieme Isotope Stage 12 en 11, de grootste sprong van stadiaal naar interglaciaal die gepaard gaat met de kleinste variatie in de solar forcing?
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/7e/Milankovitch_Variations.png
Herman, klimaatgevoeligheid van 3 graden impliceert dat het effect van de oorspronkelijke forcering verdrievoudigd wordt. Met andere woorden, als de variaties 6 graden waren en de klimaatgevoeligheid 3 graden is dan is 33% Milankovitch en 67% terugkoppelingen. Inderdaad, het temperatuurverschil tussen glaciaal en interglaciaal is onzeker maar 5 a 6 graden klimt mij meest plausibel.
Mijn kinderen vertel ik over mammoeten en dat je naar Engeland kon lopen, dat is veel interessanter voor ze lijkt me :-)
Guido, Mijn vraag was om in eerste instantie CO2 en dus ook klimaatgevoeligheid geheel niet te bespreken en eerst te kijken naar hoeveel graden je kan verklaren met Milankovitch forcing en Albedo e.d. En natuurlijk de vraag hoeveel graden we nu moeten verklaren in totaal. Jij zegt nu 5 a 6 graden voor het totaal. (De wheelchair zegt iets meer dan drie graden…)
En had je in eerste instantie niet 5 graden voor de Milankovitch forcing genoemd? Nu lijk je de zaak om te draaien: Eerst ga ik uit van een klimaatgevoeligheid en wat er over blijft is voor Milankovitch…. Nogmaals, doe even alsof Co2 forcing niet bestaat en wat is dan je verklaring.
3.7 W/m2 is 1 graad in evenwicht zonder terugkoppelingen, dus als (getallen uit mijn hoofd) Milankovitch 6 W/m2 was dan 6/3.7*1 is dik anderhalve graad. Hoe de rest verdeeld moet worden over broeikasgassen, ijs weet ik niet zo 1-2-3, je kan ze moeilijk los van elkaar zien.
Herman, wie wie volgt is toch direct duidelijk uit de figuur. Temperatuur verandert en de CO2 volgt.
Volgens mij had ik al aangegeven dat T CO2 volgt. Dus ja. En volgens mij wordt dat ook niet door de wetenschap ontkend. Alleen is dit geen bewijs dat dus ook T niet CO2 kan volgen. Verder heb ik opgemerkt dat ik de lag bij de opgang (einde glaciaal) niet zo duidelijk vind. Maar wellicht heb jij hiervan een mooie vergroting zodat we ook de vertraging bij toename temperatuur kunnen zien?
We lezen hier steeds maar weer het CV van Hans H.J. Labohm.
Wat is de achtergrond van André Bijkerk?
André Bijkerk is een oud-militair met FLO die zijn natuurkunde studie afbrak om met de waan van de dag, de oost-west koude oorlog moral panic/groupthink er voor koos om het land te gaan verdedigen, en wel vanuit de cockpit van de NF-5 en later de F-16 zodat hij vaak er met zijn neus bovenop zat hoe het weer werd gemaakt. Het verhaal van de mammoet bracht een nieuwe hobby — http://climategate.nl/2015/07/30/mammoeten-en-klimaatspinsels/
waarbij het duidelijk werd dat er een groot verschil was tussen ijskernen en computermodellen enerzijds en paleontologie en paleobotanica anderzijds.
@André Bijkerk, dank voor de info! Een interessante carrière.
Ik ben zelf na (ook) een jaar natuurkunde/geofysica overgestapt naar biologie.
Goede informatie over hoe wens-correlaties kunnen worden gefabriceerd. Er is ook een correlatie tussen het stijgend aantal ouderen in Nederland en de opwarming van de laatste 30 jaar! Grafieken hebben zelfde hockeystick, als je de schaal oprekt. Geen relatie echter. Toch heeft Vruggink een punt!
Vervolg: Als je de grafiekschaal wat oprekt krijg je een heel ander beeld, zoals ik al beweerde aan de hand van de truc met het fabriceren van wens-correlaties. Wat niet in deze beperkte Vostok-Ice-Core schaal (Petit et al.) en haar detaillering is te zien, dat de CO2 juist 800 jaar later (1) of zelfs 8000 jaar later (2) correleert met de temperatuurverandering. Die relatie is zelfs zo sterk aangetoond en dat verder bewijs niet nodig is, dat niet CO2 de opwarming veroorzaakt, echter die opwarming juist volgt. Naar keuze:
(1) 800 jaar: http://joannenova.com.au/2009/12/carbon-rises-800-years-after-temperatures/
(2) 8000 jaar: http://wattsupwiththat.com/2014/12/27/vostok-and-the-8000-year-time-lag/
Turris, Volgens mij wordt dan ook CO2 niet als de ‘aansteker’ gezien van de interglacialen, ook niet door de klimaatwetenschap. Wel wordt het gezien als een versterker. Iets anders om over na te denken is dat de ‘lag’ goed zichtbaar is als de temperatuur gaat dalen maar niet of nauwelijks bij de opgaande temperatuur. Zie ook de tekst waar je zelf naar verwijst:
” At the terminations, the alignment is as good as observed for methane. “
Waar het mij om gaat Vruggink dat correlatie en relatie in het klimaatdebat en politiek teveel als zelfde wordt gepropageerd. Het is zelfs mogelijk dat de industriële periode (met haar extra CO2 uitstoot) sinds 1850 tot heden 0,8 gr Celcius heeft veroorzaakt (=correlatie), maar dat is niet waarschijnlijk als je overeenkomstige stijging in wereldtemperatuur van de voorafgaande 150 jaar bekijkt toen er geen industriële CO2-uitstoot was (= geen relatie). En dan hebben we nog niet eens over de extrapolatie waar het gepolitiseerde VN-IPCC kampioen klimaatalarmisme / propaganda in is.
Hier een onderzoek dat suggereert dat er geen faseverschil is tussen pieken in CO2 en in temperatuur. Helaas is hier alleen de samenvatting te lezen. Heeft iets te maken met migrerende lucht door de bovenste ijslaag; ik weet nog niet of de resultaten ook door andere onderzoekers opgepikt zijn.
http://www.sciencemag.org/content/339/6123/1060.abstract
Het bezwaar wat ik ‘voel’ bij dit soort onderzoeken is dat het lijkt alsof er naar een resultaat wordt toegewerkt. Geen opwarming op Antarctica? We gaan opzoek naar een nog niet uitgelezen sensor, Hiatus? Wacht maar, dat varkentje zullen wij wel even wassen en Boem! weg hiatus. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Loopt CO2 achter in de ice cores? Wacht maar daar weten we wat op. Lance Armstrong was de meest voorbeeldige sportman in het wielrennen. Een held, een voorbeeld. Volkswagen het boegbeeld van Duitse betrouwbaarheid. Het is dat de klimaatwetenschap steeds die ijzersterke troefkaart in hun achterzak hebben zitten die ze trekken als ze onder vuur liggen: CO2 is een broeikasgas, CO2 is een broeikasgas. Buut vrij, buut vrij.. En dan geef je ze maar weer het voordeel van de twijfel….
Bart,
Er zijn trucks om dat soort dingen te vinden.
http://sciences.blogs.liberation.fr/files/d%C3%A9glaciation-et-co2.pdf
Als je een beetje idee helpt van “system response” dan is dit intuitief niet onlogisch. Toch, de oorspronkelijke dateringsproblemen tussen “gas age” en “ice age” zijn indertijd mede opgelost door de perfecte match van CH4 tussen de Groenland en Antarctica en dat leverde het naijlen van CO2 op. Is dat dan niet langer meer geldig?
Ik zet het op mijn lijstje om uit te zoeken.
Herman, André, dank voor de reacties!
Inderdaad, de oplossingsrichting in het genoemde artikel kun je beschouwen als naar het resultaat toewerken. Maar dat is niet bij voorbaat verkeerd. Als de gegevens rammelig zijn (en dat zijn ze) staat het je vrij om naar verklaringen te zoeken. Het gaat er dan om of er een elegante oplossing komt (waarmee alles eenvoudiger wordt) of een gekunstelde oplossing (lapwerk). Ik vind de benadering dat de gasbelletjes een andere leeftijd hebben dan het omringende ijs een elegante oplossing. Sterker: dit punt wordt al door André zelf aangekaart in de blog.
Ik heb het hele artikel nog niet gelezen (André dank voor de link).
Wanneer er een betere match komt tussen stijgende temperaturen en CO2 gaat het dus minder goed kloppen voor de CH4. Dat laatste zou wel weer kunnen doordat CH4 vrijkomt uit gashydraten en smeltende permafrost; daarna versterkt het de opwarming.
Waarom de CO2 plotseling zo stijgt, en waarom de warme periodes tegelijk in zo’n regelmatig patroon liggen (ongeveer
Milankovitch cyclus) begrijp ik ook niet goed. Bij stijgende CO2 denk je het eerste aan vulkaanuitbarstingen. Of zouden ook vulkanen actiever worden tijdens een fase van de de Milankovitch-cyclus? Opgelegde frictie van aardkorst komt in fase met bewegingen van continenten en magma? O.K., nu wordt het misschien gekunsteld.
Hier nog zo, n wens-correlatie. :)
https://www.flickr.com/photos/26464539@N04/8534998968
Interessant verhaal André. Misschien is er wel ergens een databank van de huidmondjes metingen om te kijken hoe robuust het verder is. Enorm turbulente periode waar je naar zit te kijken natuurlijk. Ik zou overigens niet weten wat zulke grote schommelingen (200 ppm in honderd jaar o.i.d.) zou kunnen verklaren en zou mede om die reden wel wat meer bewijs willen zien. Maar dat kortstondige fluctuaties niet in ijskeren zitten lijkt mij een plausibel verhaal.
Toch nog een klein steekje onder water: de laatste zin van van het abstract van het artikel waar je veel info uit haalt: “The prevalent explanation for the main climate forcer during the Last Termination being ocean circulation patterns needs to re-examined, and a larger role for atmospheric [CO2] considered”.
Evenals Guido lees ik een andere boodschap: CO2 speelt juist een belangrijke rol in een periode van snelle opwarming. Helaas is van het stuk alleen de abstact te lezen aan deze kant van de paywall.
Het onderzoek gaat overigens niet over wilgenblaadjes, maar over (blaadjes van) de dwergberk, Betula nana.
Huidmondjes dienen ervoor dat planten gassen uit kunnen wisselen met de lucht. Tegelijk vormen ze een risico voor uitdroging. Het zou daarom kunnen dat het aantal (ook) bepaald wordt door het vochtgehalte (bodem/ lucht) en/of de hoeveelheid zonlicht. Ik weet niet of daar in de controleopstelling op is getest?
Niettemin interessant onderzoek!
Wat pogingen van antwoorden op de diverse reacties:
Ik weet niet hoe het precies zit met copyright en zo daarom heb ik voor de studie van Margret Steinhorsdottir et al gelinkt naar de formele bron. Maar het is in zijn geheel te vinden op researchgate, google researchgate gevolgd door de titel: “Stomatal proxy record of CO2 concentrations from the last termination suggests an important role for CO2 at climate change transitions”.
In de inleiding refereren ze aan diverse studies om de robuustheid van stomata als proxy voor CO2 te onderstrepen maar vermelden inderdaad, Bart, dat droogte een rol speelt en dat is precies in die periode ook een belangrijke factor. Dus -Nullis in Verba- dat verdient zonder meer een nader onderzoek.
Over de robuustheid van ijskernen, Herman, het zit toch iets anders wanneer je Groenland en Antarctica vergelijkt. Ik vermeldde al de problemen met de onrobuustheid van de CO2 van Groenland. Inderdaad correlleert de CH4 van beide sterk met de Groenlandse isotopen-temperatuur (d18O), maar dat is nu juist een probeem, hoewel diverse andere isotoop-records zoals in druipsteengrotten wel correleren met Groenland; deze correleren weer niet met Antarctica en ook niet met de diverse palynologische records en overige palebotanische records. Deze bijvoorbeeld:
http://www.geol.lu.se/personal/seb/Geology.pdf.pdf (Wel zie je hier weer de knieval naar het IPCC, met modellen kan alles worden weggeredeneerd).
Wat die CO2 piek van 12800 kan hebben veroorzaakt, Guido? Daar wilde ik het de volgende keer over hebben. (hint: het was ook de tijd dat de megafauna aan het uitsterven was in Noord America – Zie Boulanger en Lee Lyman 2014 QSR 85 (2014) 35 – 46)
Betala nana, Mea culpa Bart. Ik moet nauwkeuriger worden in dat soort dingen. Ik dacht aan de dwergwilg.
Hihihi mijnheer Bijkerk, interessant c.v. heeft u.
Gevlogen met de NF-5 nog wel.
Nu kan ik niet meepraten over de wetenschap waar u het over heeft, en ook niet over het besturen van dit soort machines. Ik bestuurde andere machines en zou hooguit een schroefje aan mogen draaien in zo’n ding, maar ik ken wel een paar lui…
Het gaat om de vrije associsiatie
die gaat dan over de vlieg-eigenschappen van die NF-5
en de naam van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Verkeers Vliegers.
Die schijnen nogal wat overeenkomsten te hebben.
Hihihi,
neem me niet kwalijk,
ik zal de discussie niet verder vervuilen ;) :)
Het beste wat je van de NF5 kon zeggen dat het een vriendelijk vergevingsgezind kistje was, in tegenstelling tot de F104, die foutjes genadeloos afstrafte. Maar ja, je moest er wel de oorlog mee winnen.
viel de CO2-piek niet samen met het massaal verbranden van bossen in Noord-Amerika en een massa-extinctie van megafauna na een meteorietinslag?
Als ik de discussie tussen de deskundigen op dit blog lees over over het verband tussen CO2 en de (wereld)temperatuur dan lijkt mij 1 zaak duidelijk n.l. dat dit wetenschappelijk allerminst vaststaat . De biljoenen die wereldwijd worden uitgegeven om een niet vaststaand probleem te bestrijden beschouw ik dan ook als weggegooid geld.
Naar het doelantwoord toewerken in het klimaatdebat is het niveau van Ed Nijpels en Marcel van Dam! Te typeren als om zich heen slaand naar stellers van kritische vragen en die vragen verder uit den boze verklaren. De science is setlled, de consensus is 97%. De Paus is het er ook mee eens en Europese Unie stelt het verplicht. Dat soort antwoorden!
Turris, op wie of wat reageer je?