AffligemKnipsel

In mei 2015 organiseerde Charta Vlaanderen ‘Het grote klimaatdebat’ in de aula van De Montil te Affligem. Daarvan is nu een zeer mooi verzorgd ‘e-book’ gepubliceerd.

Sprekers in het debat waren twee Belgische klimatologen en twee klimaatkritische Nederlandse wetenschappers, aan wie wij in deze kolommen vaak aandacht hebben geschonken.

De verdedigers van de ‘consensus’ waren: Dirk Verschuren (UGent, paleoklimatoloog) en Luc Debontridder (KMI, klimatoloog). De critici van deze visie waren: Bas van Geel (UAmsterdam, paleoklimatoloog) en Marcel Crok (expert reviewer IPCC, chemicus).

De moderator was de vermaarde Vlaamse journalist Rik Van Cauwelaert (de chirurg dan wel kok op bovenstaand cartoon), die bekend staat om zijn kritische houding tegenover politieke machthebbers.

De vraag was: in welke mate is de mens verantwoordelijk voor de klimaatverandering?

Opvallend was dat er meer overeenstemming tussen de sprekers was dan men zou verwachten. Eveneens was opvallend dat de discussies in een opperbeste sfeer plaatsvonden. Het kan dus toch!

Charta Vlaanderen is een onafhankelijke, pluralistische vereniging (vzw) die los staat van politieke partijen, sociale organisaties, of enige andere organisatie. Charta wil bijdragen tot vernieuwing op politiek, sociaal en maatschappelijk vlak. Het meent dat vele grote maatschappelijke uitdagingen (zoals de ecologie, de globalisatie, de aanhoudende én nieuwe armoede, …) niet ernstig besproken, noch beantwoord worden. Het maatschappelijke debat raakte geblokkeerd door een oppervlakkige berichtgeving, gebrek aan verantwoordelijkheidszin bij zowel politici als de media, het ontwijken van kernvragen, pseudo–debatten… Daarover wil het niet klagen, maar wel iets beters bieden. Het klimaatdebat is het eerste publieke evenement in hopelijk een lange rij initiatieven. ….

De Bron is de elektronische nieuwssite van Charta, die de tekortkomingen in de traditionele media wil aanvullen met actuele en relevante informatie over de politieke en maatschappelijke actualiteit. Daarbij zijn een rationele analyse en de achtergronden belangrijker dan de waan van de dag. Omdat we merken dat de meeste media niet alleen onder commerciële – en tijdsdruk staan, maar dat ze ook verregaand toegeven aan de druk vanuit de politieke wereld om bijna eender welke mediagenieke spelletjes en misleiding ruime aandacht te geven. (Zie online hier)

Open Klimaat wil in Vlaanderen het beschaafd en open debat bevorderen over de klimaatproblematiek. Volgens een onderzoek van EOS ziet 70 % van de Vlamingen de mens niet als belangrijkste verantwoordelijke voor de klimaatverandering. Toch komen weinig dissonante stemmen hierover aan bod in publieke discussies. Er gaapt dus duidelijk een diepe kloof tussen de behandeling van het probleem in de media en wat de bevolking denkt. Zij willen tegenwicht bieden door op te roepen het debat te openen. Discussie is een cruciaal element zowel voor wetenschap als voor democratie. Het lijkt hen dan ook naïef te stellen dat een belangrijke discussie, met gevolgen voor ieders dagelijkse leven, niet nodig is.

Ik pik twee fragmenten uit het verslag van de bijeenkomst: de impressies van Eddy Daniels en die van Rob Lemaire – beide voortreffelijk … én met een paar verrassingen!

Het klimaatdebat moet wetenschappelijker

EDDY DANIELS – Dat was de conclusie van het Klimaatdebat van De Bron op 22 mei. Op dat vlak bestond er een merkwaardige overeenkomst tussen de verdedigers van de opwarmings–consensus en de opwarmings–sceptici.

De Aula van Montil–Affligem zat afgeladen vol tijdens het Milieudebat van 22 mei – Pierre Therie, Charta–organisator van het klimaatdebat, zegde in zijn afscheidswoord dan ook terecht dat we nog niet wisten of de aarde opwarmde of niet, maar dat we wel zeker waren dat de zaal opgewarmd was.

De uiteenzettingen waren boeiend maar technisch en daardoor soms moeilijk te volgen, maar tijdens het debat achteraf viel één element bijzonder sterk op: zowel de consensus–verdedigers als de opwarmingssceptici waren het eens wat het uitgangspunt betrof van waaruit De Bron deze avond had opgezet: het debat wordt te weinig vanuit de wetenschap en te sterk vanuit (alarmerende) vooroordelen, en met emotionele argumenten, gevoerd.

Een getuige kan geen aanklager zijn

Paleo–ecoloog Dirk Verschuren (UGent) wijst op de onrustbarende ontwikkeling in Afrika, met vooral woestijnvorming als groot gevaar, maar zegt dat we onmogelijk kunnen bewijzen dat dit te wijten is aan menselijke vervuiling. Er zijn eerder al grote droogteperiodes geweest, toen er weinig CO2 in de lucht zat, die toen zeker niet van menselijke oorsprong was. Luc Debontridder, klimatoloog van het KMI, zegt dat het heel duidelijk is dat er een tendens tot opwarming aan de gang is, maar er doet zich geen abnormale stijging voor van extreme weertoestanden, zoals de media ons aanpraten. Ook de stijging van de zeespiegel is reëel, maar ligt lager dan in alarmerende rapporten werd voorspeld.

Paleoklimatoloog en bioloog Bas van Geel van de Universiteit Amsterdam stelt dat een klimaatverandering over lange termijn een normaal fenomeen is. Hij ontkent het broeikaseffect niet, maar meent ook dat niets bewijst dat wat momenteel aan de gang is een menselijke oorsprong heeft, of een overwegend menselijke oorsprong. Hij denkt dat vooral de invloed van de wisselende zonneactiviteit schromelijk onderschat wordt.

Wetenschapsjournalist en doctorandus scheikunde (Universiteit Leiden) Marcel Crok toonde statistisch materiaal waaruit blijkt dat de huidige opwarming zo alarmerend lijkt omdat het vergeleken materiaal vooral op korte termijn bekeken wordt, en veel te weinig op lange termijn, daar waar we voor sommige metingen toch over gegevens beschikken die tot 150 jaar teruggaan.

Geen van de deelnemers viel elkaars gegevens aan, maar er groeide wel een consensus dat het belangrijk is om het wetenschappelijk onderzoek veel onbevangener voort te zetten. Het risico is namelijk dat wij bezig zijn gigantisch fel in te zetten op het voorkomen van een ontwikkeling die misschien niet zo radicaal moet voorkomen worden. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) speelt daarin de rol van publieke aanklager, maar wil toch de indruk wekken een neutrale waarnemer te zijn. Wetenschappelijk is dat ongezond, want dat verstikt het debat en maakt dat maar één visie het publiek (en de overheden) nog bereikt.

Een euro geef je maar één keer uit

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je geen milieuzorg moet beoefenen, maar dat moet je in alle geval doen, los van een eventuele opwarming. Als je in Beijing woont, dan kan je niet anders dan naar zuivere lucht verlangen, maar dat zijn op termijn haalbare doelstellingen. Iedereen kent het verhaal van Londen dat omstreeks 1900 beroemd was wegens zijn ‘thick fog’. Door het uitschakelen van kolenkachels is daar maar weinig meer van te merken.

Tenslotte stelde een waarnemer in één van de debatten in kleinere kring achteraf dat je voor een eenvoudige vraag staat: stel dat je echt voor een ontwikkeling staat die nefast is, dan kan je dezelfde euro maar één keer investeren. Je kan kiezen voor een beleid van voorkomen, wat om verschillende redenen niet realistisch is. Zelfs als Europa bijvoorbeeld zijn doelstellingen haalt, dan worden die ruim teniet gedaan door een volkomen normale ontwikkeling die plaats vindt in de vroegere Derde Wereldlanden – vooral in de BRICS-naties (Brazilië, Rusland, India, China en (South) Zuid-Afrika) die hun industriële achterstand proberen in te lopen.

Je kan echter ook kiezen voor een beleid van beperken van de mogelijk onafwendbare gevolgen. En hij verduidelijkte: je kan massaal investeren in windmolens, die zonder subsidies volkomen onrendabel zijn en dus in hun levenscyclus feitelijk meer energie opslorpen dan ze er voortbrengen. Of je kan investeren in het verhogen van dijken, om overstromingen te voorkomen. Maar je kan niet in allebei tegelijk investeren. Daarom zit er een contradictie in de propaganda van de klimaat–alarmisten, want aan de ene kant zeggen zij ons dat een stijging van de zeespiegel onvermijdelijk is; en aan de andere kant eisen zij dat de fondsen die nodig zijn om het land te beschermen uitgeput raken in het voorkomen wat volgens hen niet te voorkomen is.

Hoe het ook zij, een definitief antwoord heeft deze avond ons niet opgeleverd, maar dat was ook de bedoeling niet – dat kon de bedoeling niet zijn. Wat hij ons dan wel gebracht heeft? Dat we dit debat moeten verder zetten, kritischer, sceptischer en eigenlijk vooral wetenschappelijker. Als wij een aantal mensen daartoe geïnspireerd hebben, dan hebben wij als De Bron (Charta Vlaanderen) ons werk goed gedaan. Alleszins waren de levendige debatten in kleine kring achteraf een hoopgevend signaal.

Aldus Eddy Daniels.

Respectvol klimaatdebat

ROB LEMEIRE – Het klimaatdebat is een emotioneel debat waar hoge woorden niet worden geschuwd. Men moet maar eens kijken hoe dit verloopt op het internet, als ‘klimaatsceptici’ en ‘klimaatalarmisten’ in digitale vorm elkaar in de haren vliegen. De Nederlandstalige wetenschappers die het panel vormen om over het klimaat te discussiëren, hebben echter bewezen dat er ook respectvol over het klimaat gediscussieerd kan worden. Enkele verrassende conclusies doken op, onder meer de radicaal verschillende manier waarop Belgische regeringen het KMI in het klimaatdebat straal negeren en de Nederlandse regering met de KNMI, de Nederlandse tegenhanger van het KMI, net iets te innig samenwerkt.

Polarisatie op het internet…

Zelf was ik, de weken voor het debat, even actief op een internetforum forum.politics.be, waar onder meer over het klimaat gediscussieerd wordt. Ik gebruikte het pseudoniem “Charta Vlaanderen”. Ik vroeg de medewerking aan de andere forumleden om mee te zoeken naar enkele goed gestelde wetenschappelijke vragen, waarbij ik het programma voor het debat voorstelde (…). Uit vroegere ervaringen op hetzelfde forum wist ik al hoe snel verzuurde reacties eerder de norm zijn dan de uitzondering als het om klimaat gaat, en dit bleek ook nu weer. Al snel was het duidelijk dat de meeste inzendingen mijn vraag straal negeerden en zich liever bezighouden met het verdacht maken van Charta Vlaanderen, of het ontkennen van het nut ervan.

Zelfs mijn vraag naar ‘goed gestelde vragen’ vond een bepaalde debater (met bijval van een andere) zeer verdacht, omdat dit inhoudt dat wij criteria hebben om de ene vraag wel en de andere vraag niet te stellen. Op dit soort van postmoderne redeneringen heb ik echter geen antwoord: het lijkt me zo doodnormaal dat men selecteert in vragen. De echte reden van deze reactie is natuurlijk dat er in hun ogen geen debat meer mogelijk is, behalve dan om ad hominem beschuldigingen te uiten en verdachtmakingen.

Aangezien het debat in een prestigieus congrescentrum plaatsvond, kwamen er ook vragen over de financiering van Charta Vlaanderen. Zelf antwoordde ik dat de financiering geen geheim is, en dat ze een antwoord konden krijgen ofwel door mee te werken aan het zoeken naar goede vragen, ofwel door langs te komen. Alweer werd mijn uitnodiging straal genegeerd. Zoals tijdens het debat gemeld werkt Charta Vlaanderen met giften en De Montil heeft ons de aula zelfs gratis ter beschikking gesteld.

… maar niet tijdens het klimaatdebat

De sfeer tijdens het werkelijke debat zat gelukkig wel goed. In tegenstelling met de bitsige klimaatdiscussies die we op andere plaatsen gewend zijn, of het doodzwijgen van één van de kampen, hebben de aanwezige klimaatwetenschappers bewezen dat het ook anders kan. Ze verwezen zonder probleem naar elkaars argumenten, af en toe omdat ze ermee akkoord gingen, maar ook om die te ontkrachten.

Dat het geen gepolariseerd debat werd had ook andere redenen. Bas Van Geel en Dirk Verschuren stonden regelmatig inhoudelijk radicaal tegenover elkaar, maar het zijn collega’s paleoklimatologen die elkaar respecteren en de dag na het debat nog samen zijn gekomen om over hun onderzoek te praten. Beiden overnachtten in een hotel nabij het debat. Alweer iets dat wie de klimaatdebatten wereldwijd volgt, zelfs van dichtbij, niet gewend is.

Tussen hen kwam er overigens een kort debat, over de kwestie waarom Bas Van Geel van het zuidelijke halfrond weinig temperatuur schattingen (via proxy’s, dat zijn onrechtstreekse schattingen via bijvoorbeeld boomringen) gebruikte in een bepaalde grafiek. Er zou daar minder onderzoek gebeurd zijn, bovendien zou het moeilijk zijn om goede proxy’s te vinden die reageren op temperatuur wijzigingen, aldus Van Geel.

Hierop reageerde Dirk Verschuren dat moest dit waar zijn, het ook op het noordelijk halfrond moeilijk zou moeten zijn op temperatuur reagerende proxy’s te vinden. De moderator greep toen in om het debat een andere richting uit te brengen.

Beide kanten hebben dus sterke argumenten, die echter te complex bleken om op een breed debat uit te vechten. Dat lijkt me een doodnormaal verschijnsel in alle wetenschappelijke disciplines waar onenigheid bestaat in het interpreteren van wetenschappelijke gegevens. In vele gevallen verlopen dergelijke discussies heel wat bitsiger, zoals een chemicus me wist te vertellen dat er met stoelen werd gegooid tijdens een wetenschappelijk congres (dat niets met het klimaat te maken had).

Standpunten minder ver uit elkaar dan verwacht

Opmerkelijk genoeg gingen alle panelleden akkoord dat er geen bewijzen waren van extreem weer als gevolg van de klimaatopwarming. De vele meldingen in de media over meer orkanen en overstromingen die door de menselijke invloed op het klimaat veroorzaakt zouden zijn, de vele uitspraken hierover van politici, zowel internationaal als bij ons, blijkbaar is dat sterk onwetenschappelijk.

Bij de verdedigers van de klimaatconsensus was het hierbij vooral Luc De Bontridder die onverwachte kritieken uitte. De bekende film ‘An Unconvienent Truth’ van Al Gore zit vol met wetenschappelijke fouten en joeg tijdens de verschijning gewone mensen onredelijke angst aan – zoals een vrouwtje met schrik dat haar appartement in Knokke onder de zeespiegel zou belanden, en De Bontridder om raad vroeg. Het IPCC is volgens hem bovendien maar één van de spelers in het klimaatdebat, niet het summum van de klimaatwetenschap.

Maar ook de klimaatsceptici van dienst passen niet in het hun op vele plaatsen toegemeten keurslijf – namelijk die van conservatieve neoliberalen, omgekocht door de olie-industrie. De uitgenodigde klimaatsceptici hebben beiden een links profiel, Marcel Crok is bijvoorbeeld GroenLinks. Beiden hebben zich in feite laten rijden door een gezamenlijke vriend, omdat ze zelf niet eens een wagen hebben.

Bas Van Geel gaf aan het einde van zijn presentatie aan dat hij zeker ook af wil van fossiele brandstoffen, maar dat dit omwille van juiste redenen moet. Geopolitieke afhankelijkheid van landen als Rusland ziet hij niet zitten, maar ook de verzuring van de oceanen door CO2 is voor hem een belangrijke reden. De olie-industrie zou dit niet graag horen.

Op een gegeven moment stelde de moderator dat iedereen er blijkbaar mee akkoord gaat dat we van die fossiele brandstoffen af moeten. Dit zou ons ertoe kunnen aanzetten om ons af te vragen waarom heel dat wetenschappelijke debat nog nodig is. Maar volgens Marcel Crok is de klimaatopwarming toch heel wat minder afhankelijk van CO2 dan door het IPCC gesteld. We hebben dus heel wat meer tijd om het probleem op te lossen. Hij wil liever goede oplossingen dan – zoals vandaag – overhaast een peperduur programma van CO2-uitstootreductie dat toch alleen maar door bepaalde westerse landen zal uitgevoerd worden. Met andere woorden, vandaag staan we technologisch lang niet ver genoeg om op een verantwoorde manier aan CO2-uitstootreductie te doen. Alarmisme is volgens Crok volkomen onnodig en geostrategisch een gigantisch risico.

Klimaatwetenschappers in België genegeerd

Hierbij zijn we nog niet aan het einde van de verrassingen. De Bontridder sprak over het gebrek aan interesse vanwege de Belgische overheden op elk niveau naar echte klimaatwetenschappers. Wat betreft het Belgisch klimaatbeleid wordt het KMI, toch het Belgische instituut bij uitstek wat betreft weer- en klimaatexpertise, volledig links gelaten. Dit geldt evengoed voor andere Belgische klimaatwetenschappers. Klimaat-’experts’ van Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace worden daarentegen wel geconsulteerd, maar die hebben geen wetenschappelijke achtergrond.

Crok meldde hierop dat de situatie in Nederland er heel anders uitziet: het KNMI heeft daarentegen wel zeer veel invloed op het klimaatbeleid, in die mate zelfs dat de wetenschappers van het KNMI hun onafhankelijkheid tegenover het beleid verloren zijn. Het contrast tussen Nederland en België kan niet groter zijn: waar in België het beleid liever actievoerders hoort dan wetenschappers (die verondersteld worden neutraal te zijn), trekt men in Nederland die wetenschappers zo sterk mee in het bad dat zij zich vereenzelvigen met het beleid en zo hun neutraliteit verliezen.

Het klimaatdebat in Nederland ziet er ook op andere vlakken anders uit dan dat in Vlaanderen. Marcel Crok, klimaatscepticus, is zelfs nog betaald door de Nederlandse overheid om de rapporten van het IPCC te reviewen. Klimaatsceptici komen aan bod in het Nederlandse klimaatdebat en in klassieke mediakanalen – alhoewel de ‘consensus’-wetenschappers er ook meer kansen krijgen. In Vlaanderen is er echter amper een debat – heel af en toe komt er een klimaatscepticus aan bod die dan echter snel heel wat tegenwind krijgt van de ‘consensus’. Daarnaast zijn er natuurlijk de vele klimaatberichten en opinies van alle soorten uit het kamp van het IPCC. Terzijde, zelfs in Wallonië komen de klimaatsceptici meer aan bod dan in Vlaanderen, zelfs op televisie.

Het debat ontmijnd

Een gepolariseerd debat leidt al te gemakkelijk tot een machtsconfrontatie: de partij met de grootste muil en de grootste vuist wint. De waarheid verliest dan altijd, zelfs als de uiteindelijke ‘winnaar’ het dichtste bij de waarheid zit. Als dit klimaatdebat dan nog eens de basis legt voor een beleid waarop alle ogen gericht zijn, dan mogen we vrezen dat er veel mis loopt.

Inderdaad, het klimaatbeleid heeft ons al met veel kosten opgezadeld waarvan het niet helemaal zeker is of die wel zoden aan de dijk hebben gezet: een goed voorbeeld is hierbij het corrupte Electrawinds, dat niet weinig subsidies heeft gekregen. Volgens veel critici, zoals de prestigieuze denktank Itinera, is dit maar het topje van de ijsberg. Het klimaatbeleid was niet het hoofdonderwerp van het debat, maar stak toch onvermijdelijk af en toe de kop op.

Het blijft dus heel goed mogelijk om op een beschaafde manier te discussiëren over het klimaat. Wie internetdiscussies volgt, ziet een bitsige strijd waar de vonken van haat meer opvallen dan het gebruiken van rationele argumenten. De tegenstellingen worden zo op de spits gedreven, waarbij het lijkt alsof er geen middenposities meer bestaan. Een veel gehoorde klacht tegen klimaatsceptici is dat er geen klimaat sceptische klimaatspecialisten zijn – klimaatspecialisten zouden zo goed als allemaal duidelijk tot het IPCC-kamp behoren. In de Nederlandstalige gemeenschap alvast hebben we toch wat tegenvoorbeelden.

Het debat hier toonde verder dat men heel goed kan geloven dat het klimaat opwarmt door toedoen van de mens en toch kritiek kan hebben op het IPCC en hun medewerkers.

Aldus Rob Lemeire.

Voor een film van het debat zie hier.

Onze Belgische vrienden waren erg complimenteus over het niveau van het klimaatdebat in Nederland. Maar met deze bijeenkomst hebben zij ons toch afgetroefd naar mijn gevoel.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.