Patrick Moore, een van de oprichters van Greenpeace, heeft zich een aantal jaren geleden gedesillusioneerd teruggetrokken uit de beweging en is nu een van de felste critici. Met haar oppositie tegen betaalbare energie op basis van fossiele brandstoffen en genetische modificatie belemmert de milieubeweging welvaartsverhoging c.q. armoedebestrijding in grote delen van de wereld. Het aantal slachtoffers daarvan – in termen van bestendiging van de armoede met alle ontberingen die daaruit voortvloeien, zoals een kortere levensverwachting, mede als gevolg van vroegtijdig overlijden aan vermijdbare ziekten – is niet bekend, maar loopt in de miljoenen, zo niet honderden miljoenen.
Moore heeft zijn Werdegang beschreven in zijn boek: ‘Confessions of a Greenpeace Dropout: The Making of a Sensible Environmentalist’. Zie hier en hier.
Zijn nieuwste artikel, ‘The Positive Impact of Human CO2 Emissions on the Survival of Life on Earth’, werd na een uitgebreide review onlangs gepubliceerd.
Ik pik er een aantal elementen uit.
This study looks at the positive environmental effects of carbon dioxide (CO2) emissions, a topic which has been well established in the scientific literature but which is far too often ignored in the current discussions about climate change policy.
All life is carbon based and the primary source of this carbon is the CO2 in the global atmosphere. As recently as 18,000 years ago, at the height of the most recent major glaciation, CO2 dipped to its lowest level in recorded history at 180 ppm, low enough to stunt plant growth. This is only 30 ppm above a level that would result in the death of plants due to CO2 starvation.
It is calculated that if the decline in CO2 levels were to continue at the same rate as it has over the past 140 million years, life on Earth would begin to die as soon as two million years from now and would slowly perish almost entirely as carbon continued to be lost to the deep ocean sediments.
The combustion of fossil fuels for energy to power human civilization has reversed the downward trend in CO2 and promises to bring it back to levels that are likely to foster a considerable increase in the growth rate and biomass of plants, including food crops and trees.
Human emissions of CO2 have restored a balance to the global carbon cycle, thereby ensuring the long-term continuation of life on Earth. This extremely positive aspect of human CO2 emissions must be weighed against the
unproven hypothesis that human CO2 emissions will cause a catastrophic warming of the climate in coming years.
The one-sided political treatment of CO2 as a pollutant that should be radically reduced must be corrected in light of the indisputable scientific evidence that it is essential to life on Earth.
Aldus Patrick Moore.
Zie verder hier.
Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hier, hier, hier, hier en hier.
Guido,
Inderdaad al een tijdje geleden.
“vergeet niet dat CO2 per molecuul een sterker broeikasgas is dan waterdamp en dat de waterdamp-concentratie aan de grond totaal anders is dan de gemiddelde concentratie in de hele kolom. 4% waterdamp kan je aan het oppervlak hebben bij hoge temperatuur, maar die temperatuur neemt snel af naarmate je hoger komt en dus neemt je waterdampconcentratie ook af. Gemiddeld gezien heb je 400 ppm CO2 en 4000 ppm waterdamp in de atmosfeer. En het totale broeikaseffect is 33 graden….”
CO2 kent 2 redelijk grote, scherpe absorptie pieken, de grootste bij 15 mu. H2O damp absorbeert veel breder, veel meer golflengten, en wel minder. Ik verkeer in de veronderstelling dat de totale absorptie van IR per molecuul daardoor ongeveer op hetzelfde uitkomt.
In de onderste regionen van de atmosfeer heeft dan toch H2O 100 keer meer trefkans met een infrarood foton, uitgezonden vanaf de aarde. En kun je waterdamp toch niet afdoen als een feedback, het is de hoofd forcing.
Maar OK, als jij de gemiddelde verhouding over de hele aarde op 10 wil stellen, dan is dat toch ook niet niks. Gemiddeld over de hele aarde is dan de trefkans met een IR foton voor H2O en CO2 als 10 staat tot 1.
Dit betekent dat een CO2 toename van 50 % ahw gereduceerd wordt met een factor 10. Dus het effect op de totale broeikas is dan 5 %.
Je geeft als effect van de broeikas een T verschil van 33 graden. Dit kom ik ook overal tegen, dus laten we dit aannemen, wij hebben hierover consensus. Maar dat betekent niet dat CO2 een grote rol speelt, dit is vnl een waterdamp effect.
Jan vdH
“Nu jouw 1000 jarige cyclus.
1. We zijn het er niet overeens dat hij bestaat.
2. Hoe ze het klimaat beïnvloeden is dus ook is dus ook onduidelijk”
We zijn het wel eens geworden dat er warme perioden, met daar tussenin koelere perioden zijn. En dat deze warme perioden vanaf de Minoïsche, Romeinse en Middeleeuwse circa om de duizend jaar voorkomen. Ik laat maar even in het midden of ze warmer zijn dan de huidige.
Ik beschrijf dit modelmatig met een sinus, maar dat is het natuurlijk niet. Het is een erg onregelmatig geheel, wat zich moeilijk laat vangen in een mooie formule.
Ik noem het een cyclus omdat het repeteert, warmer, kouder, warmer enz.
Je kunt nu wel naar de oorzaak vragen, maar die is niet bekend. Even speculeren, als iemand een steen in een vijver gooit krijgen we golfjes, die langzaam uitdoven.Misschien heeft de zon wel een botsing gehad met als gevolg een circa 1000 jarige rimpel op de uitgezonden energie.
Maar ik houd mij aanbevolen als jij een andere reden weet.
Dan
“echter AMO is een oceaan oscillatie, zorgt deze voor opwarming zou de energie uit de oceaan moeten komen, OHC neemt echter toe, dat past niet op elkaar.”
Volgens mij heb ik nooit gezegd dat de 60 jarige cyclus voor opwarming zorgt. Over langere termijn is er geen effect. Het is een cyclus rond de trendlijn.
Overigens zet ik vraagtekens bij OHC. Lijkt me niet nauwkeurig meetbaar.
Bewijs.
Deze posting (Herman V 15-6-2016 11.21 pm) heb ik van een duim omhoog voorzien omdat ze duidelijk is. Echter ook voor mij aanleiding om nog wat door te beduren op de begrippen ‘geloof‘ en ‘bewijs’. Wat moeilijk wetenschappelijk filosofisch discussiepunt blijven. Ik benader het bij voorkeur vanuit het wetenschappelijk historisch gezichtspunt dat vele wetenschappers van naam niet onfeilbaar zijn gebleken.
De bekende evolutiebioloog en milieudeskundige Paul Ehrlich voorspelde in 1990 dat omstreeks 2000 de fossiele brandstofbronnen vrijwel zouden zijn uitgeput. In 1962 kwam een Rus Fedyakin met het voorstel dat een merkwaardige waterstructuur, polywater, alle water in de oceaan zou kunnen doen stollen boven het vriespunt. Het leidde tot heftige discussies in de Faraday Society (1966). In ons land zag ene Jansen voor WOII koolhydraten aan voor de drager (matrix) van de erfelijke eigenschappen van de levende cel. Het duurde tot 1944 dat het DNA als zodanig werd herkend en tot 1953 (Watson & Crick) ook erkend, De conclusies van Tyndall en Arrhenius, gebaseerd op theorieën en proeven, ontvingen gedurende wisselende periode aanhang en afwijzing. Gaan we verder terug in de geschiedenis dan stuiten we op het merkwaardige geval Flogiston, een stof die een oxiderend metaal zou verlaten in plaats van dat er zuurstof wordt opgenomen. Meer dan een eeuw bleef deze theorie overeind.
AGW is mijns inziens niet bewezen, op grond van de coïncidentie van CO2 en temperatuurstijging gedurende de vorige eeuw. Maar het tegendeel ook niet. Veranderd landgebruik. e.g. het droogleggen van moerassen, heeft bijvoorbeeld lokaal temperatuurstijging veroorzaakt.
In mijn vorige posting (15-6-2016 9.10 pm) heb ik trachten te betogen dat als men echt wil bewijzen dat CO2 in de atmosfeer niet het effect heeft wat men er heden ten dage van verwacht, men terug zal moeten naar een kritische beschouwing van de kwantummechanische eigenschappen van het molecuul. Ook de theoretische beschouwingen van Einstein en Bohr (die het overigens oneens met elkaar zijn gebleven) kunnen blijken niet correct te zijn.
Fenomenologische waarnemingen (dat wil zeggen waarnemingen boven moleculair en atomair niveau) blijven ook onvoldoende ‘bewijs’, zoals of er nu wel of niet een afkoeling zal optreden in de komende decennia. Beter ‘inzicht’ zullen we kunnen ontlenen aan de combinatie van beide wetenschappelijke benaderingen.
Laat ik het dan zo zeggen: dat broeikasgassen een opwarmend effect veroorzaken is naar mijn overtuiging bewezen in theorie en in het lab.
Echter in de vrije atmosfeer is deze onvoldoende bewezen (op grond van de coïncidentie van CO2 en temperatuurstijging gedurende de vorige eeuw.)
Maar het tegendeel is zeker niet bewezen. De temperatuur had naar verwachting sinds de daling van zon activiteit sinds 1960 zeker niet toe mogen nemen. De enige redelijke verklaring naast AGW die dan nog overblijft is een sterke vertraging van de oceanen die dan primair temperatuur aansturend blijken te zijn. AGW is voor mij de meest waarschijnlijke verklaring voor de opwarming sinds 1960. Tenminste voor een deel.
De meest waarschijnlijke verklaring geeft voldoende reden om een keus te maken om uit voorzorg voorlopig te handelen tot aanwijzingen dat het tegendeel ook mogelijk is aannemelijker gaat worden. Afkoeling is hierin de game changer.
Herman
” De temperatuur had naar verwachting sinds de daling van zon activiteit sinds 1960 zeker niet toe mogen nemen.”
Als dat de enige reden was inderdaad niet. Er kunnen meerdere processen actief zijn, zowel bekende als onbekende.
Ik ga bijv. nog steeds uit van een circa 500 jarige (natuurlijke) stijging na de kleine ijstijd. Een op grond van historische overwegingen aangenomen stijging door een nog niet bekend/begrepen mechanisme. Deze stijging geschiedt met een tempo van circa 0,5 graad per eeuw in de afgelopen 165 jaar.
De theorie van Erik: Het is warmer omdat het vroeger kouder was.
Verdere onderbouwing: Het is natuurlijk en hoe is onbekend.
En dan afvragen waarom mensen “sceptici” niet serieus nemen.
“Het is warmer omdat het vroeger kouder was”
Waar zeg ik dat? Wat een hoogstaand commentaar. Typisch ‘gevalletje J van der Heijden’. Een karikatuur maken.
Geef eerst maar eens een verklaring voor Milankovic, voordat je anderen voor de voeten werpt dat ze waargenomen verschijnselen niet kunnen verklaren.
Jan, nog even schematisch hoe ik me de natuurlijke cycli voorstel. Een selectie van circa 500 jaar en een uitvergroting van de huidige tijd. De neergang vd 60 jarige cyclus vanaf circa 2005 kan het vanaf 2001 ontstane plateau verklaren. En probeer het nou eens een keer te begrijpen. Zo moeilijk is het toch niet.
https://www.dropbox.com/s/zpqanlofcc0gpl0/Schermafdruk%202016-06-17%2011.20.35.png?dl=0
https://www.dropbox.com/s/h5gk0s1uo2fa1sf/Schermafdruk%202016-06-17%2011.23.52.png?dl=0
Erik,
zonder verdere verklaring is dat kort samengevat waar het op neer komt. Waarom is het niet verder afgekoeld na de “kleine ijstijd”? Waarom is de afkoeling omgeslagen in een opwarming?
De verklaring hoe de Milankovic cycli de temperatuur op aarde beïnvloeden heb ik je gegeven. Hoe de Milankovic cycli ontstaan mag je vrolijk zelf uitzoeken. Dat ze bestaan, daar zijn we het beide over eens.
Hoe jouw cycli de temperatuur op aarde beïnvloeden is na jaren nog compleet onduidelijk. Waarom de huidige temperaturen hoger zijn dan de top van de MWP terwijl we volgens jouw sinus idee lager zouden moeten zitten is ook nog niet duidelijk.
JanvdH
“Hoe de Milankovic cycli ontstaan mag je vrolijk zelf uitzoeken. Dat ze bestaan, daar zijn we het beide over eens.”
Vervang Milankovic door Millennia.
Erik,
Dus je gaat me uitleggen hoe jouw 1000 jarige cycli de temperatuur beïnvloeden!
Tenslotte heb ik uitgelegd hoe de Milankovich cycli de temperatuur beïnvloeden …….
JvdH
“Hoe jouw cycli de temperatuur op aarde beïnvloeden is na jaren nog compleet onduidelijk. ”
Misverstand, mijn cycli beinvloeden niet, maar zijn de temperaturen. Weliswaar weergegeven in een schematisch model.
“Waarom de huidige temperaturen hoger zijn dan de top van de MWP terwijl we volgens jouw sinus idee lager zouden moeten zitten is ook nog niet duidelijk”
Ze zijn ook niet hoger, hebben we het al uitvoerig over gehad.
Erik,
dus de temperaturen beïnvloeden zich zelf? Energie wordt gecreëerd uit niets?
” De zijn ook niet hoger, hebben we het al uitvoerig over gehad.”
Jouw bron was heel duidelijk dat de MWP niet zo warm was als het heden. Inderdaad we hebben het er uitvoerig over gehad, er is geen enkele aanwijzing dat de MWP warmer was dan het heden.
“dus de temperaturen beïnvloeden zich zelf? Energie wordt gecreëerd uit niets?”
Zeg ik toch niet, beter lezen JvdH.
“Jouw bron was heel duidelijk dat de MWP niet zo warm was als het heden. Inderdaad we hebben het er uitvoerig over gehad, er is geen enkele aanwijzing dat de MWP warmer was dan het heden.”
Niemand weet of het warmer was dan nu of niet. Maar we weten wel dat het tijdens MWP warmer was dan ervoor en erna.
Met satellieten kun je betrekkelijk eenvoudig ir-straling meten. De verwachte emissies van een bepaalde luchtlaag met een berekende concentratie waterdamp en goed gemixt co2, kun je bij benadering toetsen.
Die metingen hebben de stralingstheorie nooit onderuit kunnen halen.
Pieter,
maar is de meting nauwkeurig genoeg om een geringe CO2 toename aan te tonen?
Tenslotte heb je dan een erg geringe rimpeling vergeleken met het totaal aan broeikasgassen.
En wat doen de andere broeikasgassen intussen, blijven die netjes constant?
Nee de onweerlegbare relatie van een toename Co2 concentratie met de toename van emissie is niet aan te tonen. Maar een ander deel van de stralingstheorie is dat de dampkring als het ware wat breder wordt. Co2 moleculen gaan gemiddeld van een grote hoogte uitstralen. Dat kan met satelieten wel worden aangetoond.
“Nee de onweerlegbare relatie van een toename Co2 concentratie met de toename van emissie is niet aan te tonen.”
Een wat cryptische zin, die een contradictie bevat? Het is niet aan te tonen, maar wel onweerlegbaar? Wat wordt er precies bedoeld?
De relatie is niet met satelietmetingen op korte termijn aan te tonen.
Met de metingen vanaf eind jaren 70, tot nu dus. Zeg maar 35 jaar.
Een verdubbeling van de Co2 concentratie, verwacht ergens in 2050-2016, leidt tot een extra forcering van 3,7 watt / M2.
2050-2060
Pieter van der L 16-6 2016 9.25 pm
Erik 16-6-2016 9.46 pm
Pieter van der L 16-6-2016 pm
Hier worden mijns inziens allemaal zinnige opmerkingen gemaakt die niettemin nadere overweging verdienen in het kader van wat ik eerder noemde (16-2-2016 11.55 pm) het combineren van fenomenologische waarnemingen (zoals van satellieten) en theoretische beschouwingen op moleculair en atomair niveau.
Onderscheidene (kritische) fysici komen met verschillende ideeën waarom de kwantitatieve relatie tussen stralingsverschijnselen, die door CO2 in de atmosfeer worden opgewekt (naast die door water), en overdracht naar kinetische energie (warmte) via botsingen van moleculen, niet vast staat.
Fenomenologisch is nauwelijks te betwijfelen dat breed spectrum IR (in het Nederlands ook wel warmtestraling genoemd) een massa kon opwarmen. Maar geldt dat ook voor de specifieke golflengte die hoofdzakelijk door CO2 (in kleine concentratie aanwezig) wordt geabsorbeerd en geëmitteerd? Het gaat daarbij niet alleen om die kleine concentratie in combinatie met de veel grotere van andere (e.g. H2O) , maar ook om de veronderstelde specifieke levensduur van de betrokken eerste aangeslagen (energierijke) toestand van CO2 en de botsingskansen die tot overdracht van kinetische energie kunnen leiden. In beide processen verschuilen zich aannamen (sinds de ontwikkeling van het HITRAN model in 1997) die voor heroverweging in aanmerking komen.
In het kort, Pieter, HITRAN verklaart op bevredigende wijze de satelliet waarnemingen van spectra maar dat is geen einde verhaal wat betreft de overdracht van kinetische energie uit de eerste aangeslagen toestand van CO2 naar niet IR actieve moleculen. Op grond van het voorgaande betwijfel ik de rechtvaardiging ( 17-6-2016 1.30 pm) van de berekening “Een verdubbeling van de Co2 concentratie, verwacht ergens in 2050-2060, leidt tot een extra forcing van 3,7 watt / m2.”
Erik 18-6-2016 12.28 am
JvdH heeft mijns inziens in zoverre gelijk dat het veronderstelde effect van ‘cycli’ (in belangrijke mate ontleend aan kosmische verschijnselen) op de temperatuur nog slechts wijst op coïncidenties van gebeurtenissen. Op zich geen bewijs leveren. De vraag is dan, is die coïncidentie groter dan van enig ander verschijnsel? In dit opzicht is je aangehaalde grafiek https://www.dropbox.com/s/zpqanlofcc0gpl0/Schermafdruk%202016-06-17%2011.20.35.png?dl=0 wel suggestief.
Waar komt deze vandaan? Er zijn, meen ik, nogal wat studies over langere termijn dan de laatste 100 jaar. Met in aanmerking nemen van veel meer onafhankelijke cycli met verschillende golflengten die, na toepassing van een Fourier analyse, wijzen op een sterke coïncidentie. (Heb de publicaties niet bij de hand).
Hoe je deze waardeert is een kwestie van mentale wetenschappelijke instelling.
Houdt men vast aan één hypothese, bijvoorbeeld dat verandering van de optische dichtheid van de dampkring voornamelijk de wisselvalligheid van de temperatuur bepaalt, dan zal men geneigd zijn weinig waarde te hechten aan die ontrafelde cycli waarvan de fysische of kosmische onderbouwing van hun optreden nog niet altijd mogelijk is.
Gaat men uit van de gedachte ‘er is meer tussen hemel en aarde, Horatio’ dan een verwacht CO2 effect, dan leidt dit tot een nadere zoektocht van de mogelijke oorzaken van die ontrafelde cycli. Dat is de benadering die ik propageer om de discipline klimaatvariabiliteit op een ander niveau te brengen dan de heersende in de ‘main stream’.
Arthur,
Ik pretendeer en verklaar niets. Ik neem slechts waar en beschrijf, in dit geval met een superpositie van 2 sinussen. Ik heb de positie en waarde van beide sinussen vergeleken met de 165 jaar HadCrut4 data.
Ik kan ook voorspellingen doen, door bijv 50 jaar voor de huidige datum te stoppen, en met de gegevens van toen, dus over 115 jaar, een superpositie te maken en vervolgens deze te extrapoleren naar de huidige tijd. Dat komt helemaal niet gek uit vergeleken met de werkelijkheid.
De reden dat dit redelijk klopt is omdat de 1000 jarige cyclus ook ongeveer een trend heeft van 0,5 graad per eeuw, net als HadCrut4, over zo’n 165 jaar. En ook de erin gestopte circa 60 jarige cyclus is redelijk voorspelbaar.
Klimaat modellen negeren deze natuurlijke periodiciteiten en kunnen daarom nooit betrouwbaar voorspellen. Dat gaat daardoor op langere termijn altijd mis.
Maar nogmaals, ik beweer niet dat ik de oorzaken van deze cycli ken. Ik neem slechts waar. En ik voorspel op basis van waarnemen en niet van theorie of fysische mechanismes.
JvdH
“Voor jouw 60 jarige cyclus heb je wel eens voorgesteld dat dat AMO verantwoordelijk is. Kan natuurlijk, echter AMO is een oceaan oscillatie, zorgt deze voor opwarming zou de energie uit de oceaan moeten komen, OHC neemt echter toe, dat past niet op elkaar.”
Aangezien je de AMO ziet gebeuren, moet OHC beinvloed worden volgens jouw redenering. Als je die rimpel niet op OHC ziet is je OHC meting te onnauwkeurig. Amesz heeft je dit al eens uitgelegd, dit komt door het grote verschil in warmtecapaciteit van atmosfeer en oceanen.Stel je meet 1 graad opwarming in de atmosfeer, en stel dat dit uit de oceanen komt, dan is 0,001 graad vermindering vd de oceaan temp. daarvoor voldoende. Niet meetbaar.
https://www.knowledgeminer.eu/climate_papers.html
Hierbij gaarne aandacht voor een nieuwe klimaatmodellenring, gebaseerd op de niet-lineaire dynamica en het zelf-organiserende vermogen van het systeem. (Zoals voorgesteld in hoofdstuk 5 van ‘Science Friction’. )
De auteurs bevelen de papers in de aandacht aan met:
In the last decade, GCM climate models of type PMIP2/3 and CMIP3/5 has been developed and widely used in climate science.
In the past years, many of these models were tested by independent model data comparisons showing underperformance in all climate aspects, i.e., in temperature evolution, in global atmospheric circulation and precipitation in the Holocene, and in modeling the last interglacial and aeolian dust. This low model performance over past centennial time frames is a result of insufficient a priori knowledge of the internal workings of the climate system, which is characteristic of complex systems in general and which requires to make often unjustified assumptions about the system. A logical development now is that alternative climate studies increasingly appear.