Vandaag een interview in de Autoweek 32 gelezen met Eric Wiebes staatssecretaris van financiën over stekkerauto’s.

Hij geeft aan dat na jaren belastingvoordeel voor auto’s met een stekker de subsidiekraan hard dicht gaat. Er is 6 miljard in gestopt en er is nul klimaateffect voor teruggekregen.

De oorzaken volgens hem:

Hier wist elke Nederlander die rondkeek in de straat dat die auto’s helemaal niet zo milieuvriendelijk waren. Iedereen die terreinauto’s zag langskomen (met een stekker) snapte wel dat het niet in de haak was. We vinden dat plug-in hybrides altijd goed zijn voor het milieu maar met zo’n 2500 kg en 400 PK begin ik te denken dat het helemaal niet zo milieuvriendelijk is.

Dus iedereen wist het wel en dan is het nodig om er een eind aan te maken. Maar was dat wel zo of is de kamer selectief voorgelicht?

TNO heeft een aantal rapporten uitgebracht in 2012. Een daarvan was het rapport TNO 2012 R10624 Afsluitende rapportage praktijkproef elektrisch rijden RWS.

Dat is een eindrapport over de praktijkproef bij Rijkswaterstaat waarvan medewerkers een aantal elektrische en hybride auto’s hebben uitgetest in de dagelijkse praktijk. De link naar dit rapport is hier te vinden.

‘De afgeschatte verbruiksgetallen zijn aanzienlijk hoger dan Toyota (conform voorschriften) opgeeft (2 l/100 km). Twee belangrijke opmerkingen daarbij:

1. verbruik van een plug-in hybride is sterk afhankelijk van het rittenprofiel (bijvoorbeeld veel korte of vooral lange ritten) en,

2. het verbruik is sterk afhankelijk van de mogelijkheid en wil van de gebruiker om de auto elektrisch te laden. Rekening houdend met de relatief kleine accu, die een vol elektrische actieradius van circa 18 km geeft (berekend op basis van gemeten gemiddelde verbruik), èn het feit dat de voertuigen intensief werden ingezet (bijna 26.000 km/jaar) lijkt in de praktijkproef de laadmogelijkheid van dit voertuigtype goed gebruikt. Het verbruiksgetal 4,371 l/100km, dat in dit geval werd gemeten is niet los te zien van het betreffende rittenprofiel en de betreffende berijder die heel regelmatig de auto aan een oplaadpunt heeft gekoppeld. Wanneer de tankpasdata van de twee Toyota Prius plug-ins over de duur van de praktijkproef worden bekeken, komen ongeveer dezelfde getallen naar boven: de ene (93-LZB-4) tankte effectief 4.61 l/100km en de andere 4.54 l/100km op een totaal afgelegde afstand van 52.977, respectievelijk 41.500 km. Het relatief gunstige brandstofverbruik geeft een niet compleet beeld omdat de hoeveelheid elektrische energie die over de hele periode is opgenomen onbekend is.

Echt voordeel is er dan ook niet van het rijden met plug-in hybrides. Als je naar deze praktijkproef uit 2012 kijkt, is er nauwelijks CO2 voordeel ten opzichte van moderne auto’s met een verbrandingsmotor.

De staatssecretaris wist het. Dat kan niet anders, tenzij er informatie onder de pet is gebleven.

Terug naar het artikel:

En was dat bij Uw voorgangers niet bekend?

In de stukken van mijn voorgangers heb ik niet aangetroffen dat het eigenlijk geen effect heeft.

Met andere woorden, een praktijkproef bij Rijkswaterstaat, een bedrijf met goede chauffeurs die zeker vaker de stekker zullen gebruiken dan de gemiddelde medewerker in het bedrijfsleven, wijst uit dat auto’s die te boek staan voor 2 liter per 100 km, in de praktijk uitkomen op een gebruik tussen 4,37 en 4,61 liter per km. En dat alles is te lezen in een rapport van TNO en Rijkswaterstaat. En de staatssecretaris wist van niets!?

Ook blijkt uit dit rapport dat elektrische auto’s veel meer gebruiken dan was opgegeven. Ga je uit van de mix aan leveranciers op het stroomnet (fossiel en wind, zon, waterkracht etc.), dan zie je ook daar een enorm meerverbruik en is de uitstoot van CO2 bij de stroomproductie zodanig dat deze auto’s ook uitkomen op een gemiddelde uitstoot van meer dan 100 gram CO2 per km.

Maar de staatssecretaris verwijst daar niet naar. In plaats daarvan wijst hij op het waterbedeffect, waarbij besparingen van CO2-uitstoot in ons land weer worden teniet gedaan door hogere uitstoot elders in Europa. Dat is juist, maar niet het hele verhaal.

Hij stopt de subsidie aan hybride en blijft doorgaan met de zogenaamde 0-emissie auto’s die tijdens het rijden netto op de weg net zoveel veel fijnstof produceren als andere auto’s en via de centrale net zoveel CO2.

De staatssecretaris pakt nu met een wollige tekst de subsidie van stekkerhybrides aan maar met de net zo vervuilende stekkerauto gaat hij door. Daar worden ook nog eens extra miljoenen ingezet voor laadpalen en andere infrastructuur.

Zou het geen tijd worden voor een parlementaire enquête of moet er nog meer miljarden door het groene putje?

De 2e vraag die je kunt stellen is of dit niet het topje van de ijsberg is als de Rekenkamer aangeeft dat met de geplande subsidie ook niet de geplande productie van windmolens gehaald worden en er nog eens ongeveer 16 miljard bij moet.

En dan hebben we het over miljoenen huishoudens volgens de minister.

In de praktijk echter is de levering van wind en zon nu minder dan 6% van onze stroomvoorziening. Na het volzetten van het land en de zee kom je exclusief inpassingsverliezen op 20% uit. 20% van onze stroomvoorziening dat is in de werkelijke wereld niet meer dan 4% van ons totale energiegebruik.

Aldus Hugo Matthijssen.

Naschrift
De staatssecretaris baseert zijn besluit op een kosten/batenanalyse. Daar zijn economen mee opgegroeid. Dat is normaal, of zou het althans behoren te zijn voor elk onderdeel van overheidsbeleid. De vraag is waarom dit niet veel eerder is gebeurd. Maar toch … bij deze kosten/batenanalyse heeft de staatssecretaris een aantal belangrijke elementen over het hoofd gezien, zoals in deze ‘posting’ wordt betoogd. Niettemin is het een eerste stap in de goede richting. .

Men zou wensen dat de staatssecretaris dóórgaat op deze weg en alle onderdelen van het klimaatbeleid aan een kosten/batenanalyse onderwerpt. Daar kan hij vele tientallen miljarden mee binnenhalen – voor volk en vaderland!

In dit verband wil ik een recente opmerking van Pieter Lukkes in herinnering brengen.

Een van mijn respondenten wilde weten met hoeveel graden de aarde minder zal opwarmen als alle landen de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs ( 2015) zullen nakomen. De bekende Deense onderzoeker Bjørn Lomborg heeft berekend wat het effect zal zijn van de tot 2030 te nemen maatregelen. (Lomborg: Impact of current climate proposals, 2015.) Hij komt tot de conclusie dat al deze maatregelen in het jaar 2100 de temperatuur op aarde met minimaal 1/20e en maximaal 1/6e graad Celsius zullen beperken. Dat is zo weinig, dat geen mens het zal merken. Maar dat onmerkbare temperatuurverschil zal wereldwijd zo onnoemlijk veel miljarden kosten dat je verstand er bij stilstaat.

Aldus Pieter Lukkes.