Een gastbijdrage van Rudy Rabbinge.
Science Friction – Wetenschap tussen crisis en vooruitgang. Arthur Rörsch, Elmar B.V, Uitgeverij, 2016, 256 pag., €24,95.
In een indrukwekkend boek vat Arthur Rörsch vele tientallen jaren strijd voor een integere en relevante wetenschapsbeoefening samen. Hij put daarbij uit vele jaren ervaring in vele hoedanigheden. Zijn pleidooi voor vertrouwenwekkende en maatschappelijk relevante wetenschappelijke analyses verdient een breed gehoor.
Noch de rol van ‘issue advocate’, zoals een aantal klimaatwetenschappers opteren, noch die van pure wetenschapper die ieder standpunt vermijdt, wordt door Arthur Rörsch onderschreven. Hij baseert zijn beschouwingen en analyses op werk van zeer veel wetenschapsbeoefenaars en wetenschapsfilosofen en hanteert daarbij telkenmale fundamentele vragen als: ‘Hoe weten we het?”, ‘Waarom is dit zo?’ en ‘Wat is de bewijsvoering?’. In veel gevallen, zoals op het gebied van GMO’s, moleculaire biologie en – vooral – klimaatgebied, komen deze vragen niet genoeg aan de orde. Gevolg is dat we in toenemende mate in maatschappelijke debatten zien dat de rol van de wetenschap is verworden tot de opvatting dat de meerderheid telt. In onder meer het klimaatdebat wordt vaak geschermd met de consensus van de wetenschappelijke wereld en met de opvatting van de meerderheid. Dat is Rörsch een doorn in het oog; wetenschap is niet politiek bedrijven in de zin van het bereiken van een meerderheid van stemmen, maar overtuigen met analyses, feiten en inzichten. Niet de stembus, maar de kracht van het argument telt.
In ‘Science Friction’ is er vanzelfsprekend veel aandacht voor de klimaatdiscussie en de tegenstanders en voorstanders van de door Rörsch steeds benadrukte ‘klimaathypothese’ worden goed bediend. Hij toont op overtuigende wijze aan dat klimaatwetenschappers zich niet laten leiden door criteria voor beleidsrelevante wetenschap. Dat is een op waarheid en inzicht gerichte wetenschapper als Rörsch een doom in het oog. Het verklaart ook de titel van het boek. Te veel en te vaak neemt de wetenschapper, zeker degenen die beleidsondersteunend onderzoek doen, wetenschappelijke basisprincipes niet in acht. Daardoor vervult wetenschap in steeds mindere mate haar taak/functie als baken voor het beslechten van dialogen of discussies. Wetenschap wordt ook maar een mening. Het zelf bedrijven van politiek, met wetenschap als legitimatie, ligt dan op de loer. Dat wil zeggen, dat het aandragen van feiten en onomstreden analyses, evenals het vermijden van speculaties, overgaat naar een activerende, politieke houding. Die vermindering van de terughoudende houding bij het bedrijven van politiek (met als legitimatie de wetenschap) en het zich als wetenschapper niet laten verleiden tot politiseren, ondergraaft volgens Rörsch het gezag van de wetenschap. Dat er door die verschuiving fricties ontstaan, moeten de hoeders van de wetenschap, zoals KNAW en ook universiteitsbestuurders, zich terecht aantrekken.
Dit goed beargumenteerde, vloeiend geschreven en met een rijkdom aan theoretische en praktische voorbeelden doordesemde boek verdient een breed lezerspubliek, zeker onder verantwoordelijke bestuurders en verlichte wetenschappers. Het doordringt je van de grote verantwoordelijkheid die de wetenschap heeft voor het leveren van vertrouwenwekkende en maatschappelijk relevante analyses. Als dat zou lukken, dan zal de auteur van ‘Science Friction’ zijn doel hebben bereikt en dat heeft hij zeer verdiend.
Aldus Rudy Rabbinge (hoogleraar aan de Wageningen Universiteit).
Bron: Tijdschrift Milieu, februari 2017.
Voor mijn eerdere bespreking van ‘Science Friction’, zie hier.
Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hier, hier, hier, hier en hier.
Het verwarrende van “wetenschap” is dat het niet uitsluitend betreft wat wij weten. Het betreft wat wij kunnen onderzoeken en kwantificeren. Sommige dingen weten we vrij precies (mechanica, elektrotechniek, energie) maar op andere gebieden is slechts sprake van voortschrijdend inzicht (bio chemie, immuunsysteem, klimaat) Zodoende bereiken ons elke 20 jaar weer andere adviezen inzake gezonde voeding.
Eerlijke wetenschap dient steeds de onzekerheden en aannames te vermelden.
Wie dat niet doet is kwakzalver, die verkopen schijnzekerheden.
De conclusie moet helaas zijn, dat inzake klimaat en energie de kwakzalvers aan het roer staan.
Wegens technische moeilijkheden namens David Dirkse.
Het verwarrende van “wetenschap” is dat het niet alleen betreft wat wij precies weten (energie, mechanica, elektrotechniek) maar alles wat onderzocht en gekwantificeerd kan worden. Op veel gebieden is slechts sprake van voortschrijdend inzicht (biochemie, immuunsysteeem, klimaat). En daarom bereiken ons elke 20 jaar weer andere voedingsadviezen. Eerlijke wetenschap moet altijd de aannames en onzekerheden vermelden. Wie dat niet doet is gewoon een kwakzalver, die verkopen schijnzekerheden aan goedgelovigen. Helaas moet de conclusie zijn dat inzake klimaat- en energiebeleid de kwakzalvers aan het roer staan. Medelijden met ons nageslacht dringt zich op.
Helemaal eens. Het probleem ontstaat op het moment dat resultaten van ‘niet exacte wetenschappen’ als waarheid worden gepresenteerd. De meeste beleidsmakers en politici hebben een ‘softe’ achtergrond zoals rechten, politicologie, bestuurskunde en andere sociale wetenschappen. Zij worden opgeleid met ‘wetenschap’ voornamelijk gebaseerd op statistiek en vragenlijst studies. Hierdoor denken ze dat wetenschap een consensusmodel is.
Dirkse 17-3-2017 10.43 am
Kwakzalvers? Zo zou ik de wetenschappers die in wetenschappelijke tijdschriften over AGW aspecten publiceren toch niet durven te kwalificeren. In die artikelen wordt in het algemeen in een sectie ‘discussion’ wel degelijk aandacht aan de aannamen en onzekerheden besteed. Het zijn de overtuigde AGW lezers of (IPCC) reviewers (met name de schrijvers van ‘summeries for policy makers’) die bepaalde reserves over het hoofd zien. Dat geldt ook voor deze lezers van ‘sceptische’ artikelen. Nogal eens heb ik opgemerkt dat zo’n lezer als in de ‘introduction’ gewag wordt gemaakt van twijfel aan de AGW hypothese hij/zij niet eens verder wil lezen. Terwijl de auteur toch wel degelijk mogelijk reserves over zijn aannamen niet onvermeld laat. Dat viel me ook weer op bij de discussie die ‘Henk’ ophaalde over het artikel van Rosema et al. (zie blog ‘Zuidpool’ 12 tot 16 maart) over de skin temperatuur.
In ‘Science Fiction’ besteed ik aandacht aan dit verschijnsel en wijd dit aan incompetentie om een behoorlijke wetenschappelijke discussie te kunnen voeren. Zo’n discussie is wezenlijk iets anders dan een debat waarin de deelnemers hun gelijk proberen te halen op grond van eigen overtuiging zonder zich in de denkwereld van een opponent te willen inleven. Met de meer gewenste opstelling: gut het is een nieuw idee; zo heb ik er nog niet over nagedacht.
Kritiek van AGW aanhangers op artikelen zoals van Miskolczi, Scalettta, Rosema, eindigt vaak met : hun argumenten zijn hiermee weerlegd. En roepen dat luid. Maar dat blijkt dan een conclusie die slechts uitsluitend uit hun eigen overtuiging voort komt. Omdat ze een ‘foutje’ menen te hebben gevonden en daar de nadruk op leggen. Anderen hebben ze daarmede niet zondermeer overtuigd. Zo wordt er in de wetenschappelijke dialoog over de klimaatproblematiek door gestumperd. In andere disciplines, kosmologie, kleine deeltjes fysica, de moleculaire biologie is de stijl echt anders. Bestaan zwarte gaten, gravitatie golven, het Higg’s deeltje nu wel op niet? Levert de moleculaire biologie echt het bewijs voor de Darwinistische evolutie theorie?
In de klimatologie wachten we op een betere aanwijzing dat AGW van belang zou kunnen zijn, dan afgeleid uit de ‘eenvoudige natuurkunde’, de eigenschappen van het CO2 molecuul.
[Kwakzalvers? Zo zou ik de wetenschappers die in wetenschappelijke tijdschriften over AGW aspecten publiceren toch niet durven te kwalificeren. ]
Ik noem lieden die niet eerlijk berichten over onzekerheden en aannames “kwakzalvers” . Die dus onzekerheden als zekerheid verkopen.
“Gelijk halen” in een discussie over immature wetenschap is niet mogelijk. Hoogstens kan het dan gaan om de mate van waarschijnlijkheid.
Uw boek “science friction ” heb ik geruime tijd geleden met plezier gelezen.
David,
dan moet je niet de kranten artikelen lezen maar de wetenschappelijke publicaties, daar staan de onzekerheden in, maar makkelijker is het natuurlijk om wat blogjes te lezen waar met zekerheid in staat dat het geen probleem is
Ook ik heb het boek met veel interesse gelezen. Goed dat het weer onder de aandacht is gebracht. Het is voor iedereen een opgave om zo correct en zuiver mogelijk te blijven inzake correcte wetenschapsbeoefening (die 3 vragen dus; en het principe van Popper) en vrij van enig autoriteitsargument. Openstaan voor een andere invalshoek of is belangrijk om niet te verkokeren. Het kan heel nuttig zijn om na het gebruik van het eigen gezonde verstand bijvoorbeeld te rade te gaan bij hen die redelijkerwijs een correct antwoord kunnen geven of bij wie je je mening kunt toetsen. Dat lang niet iedereen verstand heeft van al die vakgebieden, ontneemt je niet het recht op een opinie. Het blijft weliswaar een lastig dilemma, maar maakt die mening niet minder relevant, mits in redelijkheid geformuleerd.
[Dat lang niet iedereen verstand heeft van al die vakgebieden, ontneemt je niet het recht op een opinie]
Gelukkig niet.
Consumenten kunnen uitstekend oordelen over de kwaliteit van een televisietoestel zonder ook maar iets van de werking te begrijpen.
Maar wat moet je als de meningen van professoren tegenover elkaar staan? Op inhoudelijke gronden kan dan geen standpunt worden ingenomen.
Van klimaatmodellen begrijp ik (ondanks een paar jaar wiskunde studie) weinig. Ik beperk mij meestal tot het lezen van de samenvatting.
Maar ik kan wel oordelen over de wijze van berichtgeving.
Ook kan ik statistische overwegingen hanteren, los van de inhoud. Zoals dat de aarde al lange tijd bestaat en in die tijd ondanks ongelooflijk natuurgeweld de zeeën niet zijn verkookt of verijst.
Een andere overweging is in hoeverre bepaalde theorieën tot het voordeel strekken van maatschappelijke groeperingen.
Al Gore heeft met zijn “inconvenient truth” de bureaucratische kat op het spek gebonden , is mijn inschatting. Opportunisten grepen hun kansen . Ook GL haalde zojuist de oogst binnen.
Het streelt uiteraard mijn ego als mensen zeggen, ik het Science Friction met plezier gelezen. Maar is ‘plezier’ het juiste woord? Is het in wezen niet een buitengewoon onaangenaam verhaal als rapportage hoe de huidige wetenschapsbeoefening er voor staat en door beleidsmakers wordt gebruikt? In bedekte termen brengt Rabbinge in zijn review dit tot uitdrukking.
Naar schatting hebben zo’n 150 lezers met een overeenkomstig gevoel en waardering kennis genomen van mijn analyse. Op een grotere belangstelling durf ik helaas nauwelijks te hopen.
Ik herinner me een sarcastische uitspraak van de grondlegger van de VVD, (Oud) , veertig jaar geleden, toen deze partij door erudiete mensen werd geleid. ‘Als meer dan 10 % van de bevolking liberaal stemt is er wezenlijk iets mis in de samenleving. Want zoveel verstandige mensen zijn er niet.’
Versta mij niet verkeerd. In het kader van de discussie over de huidige politieke ontwikkelingen op climategate.nl. Ik ben niet onverdeeld gelukkig met het huidige functioneren van de VVD. Wil ook de huidige leiders op voorhand geen verwijt maken onvoldoende eruditie aan de dag te leggen. Trouw aanhanger blijvend van deze partij, zal menig medelid zoals ik, het ook betreuren dat een PvdA is teruggezakt in de publieke belangstelling. Met goede herinneringen aan het weerwoord van haar erudiete leiders zoals de oude Drees en Kok leverden op het liberale standpunt. En die ook een bestuurlijke prestatie leverden. Wat moeten we met al die protestanten die nieuwe partijen hebben opgericht, die aandacht vragen zonder te kunnen bogen op een eerdere bestuurlijke prestatie? Hebben zij meer te bieden dan praatjes vanuit een ideologisch standpunt?
Aan de orde zal terecht bij de kabinetsformatie het belang van duurzame ontwikkeling opkomen. Maar wie in de milieubeweging die op de voorgrond wil treden, heeft ooit een wezenlijke bijdrage aan die ontwikkeling geleverd waarop hij/zij kan bogen?
Science Friction bevat een annex, een lijst van ca 100 punten van zogenaamde gerenommeerde wetenschappers die 20 jaar geleden milieurampen voorspelden die niet zijn uitgekomen. Wat moeten we met dit soort ideologische theoretici?
Wat betreft competentie. Ik mis bij de huidige politieke beleidsmakers het vermogen om het resultaat van wetenschappelijk onderzoek op waarde te kunnen schatten. Terwijl ze toch vrijwel allen een universitaire opleiding hebben genoten. En daarop volgt dan mijn verwijt (in Science Friction) dat de huidige universitaire opleiding te kort schiet in het onderwijzen van de basis van de zogenaamde ‘wetenschappelijke methode’. Met name in nieuwe modieuze leergangen als bestuurskunde en politicologie.
Toch ben ik niet wanhopig. Vier dagen in de week komen vier Leidse studenten (als bijverdienste) voor mij koken. (Rechten, archeologie, chemie, geschiedenis). En zij blijven dan een uurtje napraten over wat ze in hun studie beleven. Wellicht heb ik op mijn hoge leeftijd een intensiever en meer open contact met studenten dan menige hedendaagse universitaire docent. Ik constateer, deze studenten denken helder en kritisch over wat hen door docenten als wijsheid wordt voorgeschoteld. Twee schreven het voorwoord in Science Friction. Zij lazen het als leerboek. Door Rabbinge nu aanbevolen als een nascholing, aangeboden door een oude rot in het vak van de praktische toepassing van wetenschappelijke kennis aan hen die een adequate opleiding daarin hebben ontbeerd.
“Interesse” was een betere term geweest dan “plezier”.
Wat betreft de competentie van beleidsmakers en wetenschappelijk onderzoek:
hoe komt wetenschappelijk resultaat tot ons? Horen we de wetenschapper spreken of zijn het bewerkingen van communicatie deskundigen of betreft het een interpretatie van bureaucraten?
Ik ontvang met regelmaat nieuwsbrieven van het ECN. Daarin wordt het stoken van houtpellets aanbevolen. Er is daarin geen twijfel dat NL met de energie van zon en wind een prachtige toekomst tegemoet gaat en ook wordt nog vermeld dat er voor een energietransitie geen noodzaak is tot grootschalige opslag gegeven een Europees supergrid. Dit zijn wel de adviseurs van de regering. Mij dunkt dat hier een vreemde versmelting heeft plaatsgevonden van wetenschap en wensdenken. Overeenkomsten met theocratieën dringen zich op.
Mede hierdoor kunnen we een CU voorman horen pleiten voor decarbonisatie van onze economie binnen één generatie.
Wat moet gebeuren is duidelijk: wetenschappelijke instituten dienen eerlijk te rapporteren. Dat zal wel inslaan als een bom.
Het “renewable” sprookje houdt voorts hele beroepsgroepen in de houdgreep. Sprekend met bank- of TenneT medewerkers geven die individueel wel toe dat het land niet op zon en wind kan draaien maar daar wordt meteen aan toegevoegd dat ze dat nooit publiek kunnen uiten.
Dirkse 18-3-2017 11.05 am
Lees mijn hoofdstukken nog eens door op de noodzaak dat PR afdelingen van instituten voor kwaliteit dienen te worden gecertificeerd. Merk op, ook het klimaatrapport van de KNAW is geschreven door een ‘voorlichter’.
De kwaaie pieren zijn in het IPCC echter de lead authors die de summaries voor policymakers opstellen. ‘Henk’ stelt bij herhaling dat sceptici de wetenschappelijke stukken van het IPCC niet (willen) lezen. Dat doet hij zelf waarschijnlijk nooit. Het IPCC rapport SREX over zeespiegelstijging, orkanen e.d. van twee werkgroepen is een goed voorbeeld. De afzonderlijke hoofdstukken voldoen heel behoorlijk aan wetenschappelijke criteria voor reviewers. Zijn helemaal niet zo alarmistisch. In tegendeel. Maar bekijk daarna eens de SPM, die geeft een heel ander beeld. Destijds heb ik daartegen geprotesteerd bij Nederlandse IPCC medewerkers, die mij met een kluitje in het riet stuurde. Achteraf bleek dat een lid van de SREX werkgroep ook protest had aangetekend, was weggelopen. Zijn visie op een web-site werd daarna weggehaald.
Henk 18-3-2017 2.37 am
Naar mijn mening blijf je volharden in het maken van onterechte verdachtmakingen dat serieuze sceptici zich onvoldoende verdiepen in de officiële AGW literatuur. Het zijn ‘domme’ opmerkingen. Nu heb ik daar op zich niet zo’n groot bezwaar tegen. Domme opmerkingen kunnen we niettemin tot op zekere hoogte waarderen. Mijn stelling is, je leert meer van je opponenten dan van je bewonderaars. Uit dien hoofde zal ik je commentaren wel een beetje blijven volgen maar sorry, veel aandacht ga ik er niet meer aan besteden want ze missen elke wetenschappelijk achtergrond. Je schettert maar wat. En frustreert daarmee de inhoudelijke discussie op deze website. Die op zich ook niet echt wetenschappelijk is maar soms wel interessant als niet-wetenschappers hun kanttekeningen plaatsen.
Ik merkte op, je schettert maar wat. Maar ik ga nu een stap verder, ad hominem helaas, je lult uit je nek over alle onderwerpen die ter discussie kwamen. Geen enkel van de je argumenten waarom we mogen twijfelen aan de AGW theorie snijdt hout.
Een suggestie mijnerzijds aan de redactie van climategate.nl zou kunnen zijn, accepteer de domme opmerkingen van Henk niet meer. Dat doe ik niet. Ik denk juist dat die domme opmerkingen overtuigend demonstreren welke misvattingen in de hedendaagse klimatologie voet aan de grond hebben gekregen.
Arthur,
Ik ben al langer bezig in een “discussie” met David dirkse, hij labelt mensen die vertrouwen hebben in de wetenschap zonder verdere onderbouwing als “gelovigen” en dan is discussie verder weer gesloten. Hij heeft al vaker gezegd dat de klimaatwetenschap de onzekerheden achterwege laat, onderbouwing voor dat standpunt ? 0.
Hij verwijst nooit naar wetenschappelijke publicaties om zijn mening te o derbiuwen, maar noemt anderen dus wel gelovigen.
Inhoudelijke discussies op deze website zijn dan ook bijna onmogelijk, alle “sceptici” zitten rotsvast in hun standpunt dat AGW een enorme hoax is.
Dus als ik domme opmerkingen heb, dan graag opbouwend commentaar wat verder gaat dan ” ik denk dat en dus is het zo”
Dus aan het werk en dan zal ik ook eerlijk antwoorden.
vooruit maar weer:
http://www.davdata.nl/knollenland.html
over geloof en wetenschap
“Wetenschap is de ontdekking van de wetten der natuur en gaat over kwantitatieve, meetbare verschijnselen.
De waarheid van wetenschappelijke stellingen is daarmee onafhankelijk van autoriteit of consensus.”
Dat sluit cultureel bepaalde kennisgevingen zoals economie, godsdienst, sociologie en politiek als pure wetenschap uit.
Daar kan ik heel goed mee leven omdat daarmee de makke van onze samenleving bloot gelegd wordt: de ratio ontbreekt.
Inderdaad de geloofsbelijdenis van David Dirkse
Met wetenschap heeft het allemaal niets te malen, maar alles met opinie
@Henk, één voorbeeld van jouw gedraai.
Na mijn reactie in artikel “Klimaat in lijsttrekkersdebat:..” beweerde jij dat “..zonneactiviteit die piekte in 1955 en daarna geleidelijk weer afnam.”.
Als ik de diverse grafieken opnieuw bekijk, ook in andere dan in de door mij gegeven link, dan blijkt dat de zonneactiviteit rond 2012 nog steeds (af en toe) hoger was dan het langdurig (duizenden jaren) gemiddelde. Als ik dat verkeerd heb gezien hoor ik het graag, maar voorlopig houd ik het er op dat je de boel inderdaad wilt frustreren.
@Arthur, ik reageer regelmatig op dit blog, wellicht met afwisselend goede en minder goede opmerkingen. Voor mij is het bovenal enthousiasme en de wens meer te begrijpen van en verder te wroeten in deze materie.
@Arthur terzijde, ik hoopte op uw reactie inzake het onderwerp
“Ein neues Paradigma für die Klimawissenschaft – Ist CO2 unschuldig?” Door mij genoemd, ook in artikel “Klimaat in lijsttrekkersdebat:..”.
Als er één is die daar verstand van heeft dan bent u dat!
Pseudo wetenschappers
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/18/een-gaswinner-die-bedrijft-geen-wetenschap-1580756-a111209
http://www.volkskrant.nl/opinie/-de-voedselzandloper-is-wetenschappelijke-lariekoek~a3517465/
Ik begrijp niet wat hiermede wordt betoogd.
Henk 19-3-2017 4.45 am
Misschien beter als de redactie van climategate.nl mijn oprisping 18-3-2017 4.48 pm maar weghaalt als te onvriendelijk. Ondanks de duimpjes omhoog.
Maar naar mijn mening begrijp je met je toonzetting de draagwijdte niet van de discussie tussen AGW protogonisten en antagonisten. Twee hoofdniveaus kunnen we onderscheiden.
(1) tussen wetenschappers onderling die zich wezenlijk in de fysica van de atmosferische wetenschappen hebben verdiept.
(2) Tussen ‘leken’ (bijvoorbeeld politici) die van niets weten maar die het volste vertrouwen hebben in de wetenschappelijke capaciteiten van protagonisten of antagonisten, naar hun persoonlijke keuze.
Daartussen zit een laag (3) die uit niet-experts bestaat maar wel wezenlijk zijn geïnteresseerd om de tegenstelling tussen protagonisten en antagonisten helder te krijgen, de groepering die zich vooral op discussieforums roert. De één geeft blijk over meer inzicht te beschikken hoe wetenschap functioneert dan de andere. Die mijns inziens meer inzicht hebben zijn zij die durven twijfelen aan de uitgesproken mening die de zogenaamde, erkende experts aan de dag leggen. En die zo’n twijfel ook bereid zijn te onderbouwen.
Die twijfel is een grondbeginsel in de wetenschapsbeoefening die het wetenschappelijk inzicht echt vooruit brengt. Jij zit naar mijn waarneming in de groepering die onvoorwaardelijk ‘gelooft’ dat de erkende experts het voor zeggen moeten hebben. Je komt daarbij echter niet verder dan verwijzen naar die experts, zonder je eigen stellingname te (kunnen) onderbouwen. Daarom heb ik grote twijfel aan de waarde van je bijdragen aan de discussie in laag (3).
Ik reken mij zelf tot het kamp van de wetenschappelijke antagonisten die zich 20 jaar in de atmosferische wetenschappen heeft verdiept, langer dan in enige andere discipline die ik als bestuurder ik uit dien hoofde moest doen. Met een degelijke fysische achtergrond, om leiding te kunnen geven aan prioriteitsstellingen. Ik vraag je niet om mijn ‘autoriteit’ te erkennen. Maar vraag je wel op mijn argumenten in te gaan waarom de huidige, door de AGW theorie overheerste, klimatologie op een dwaalspoor zit.
Deze kort samenvattend, (ik kan 10 argumenten meer geven op grond van de SPM’s van IPCC rapporten):
(1) er is geen enkel bewijs in situ dat de samenvallende coïncidentie tussen temperatuurstijging in de vorige eeuw (bleef uit in de huidige) en de toename van de CO2 concentratie in de atmosfeer tot de conclusie van een correlatie aanleiding mag geven.
(2) Het idee dat de CO2 concentratie het broeikaseffect zou kunnen beïnvloeden is uitsluitend gebaseerd op de overweging dat het terugstraling van potentiële stralings energie naar het oppervlak opwekt. Men noemt dat ‘eenvoudige natuurkunde’. De verkondigers van dit idee hebben mijns inziens geen flauw idee dat er ook een modernere ‘natuurkunde’ (vervat in complexiteit theorie) bestaat van waaruit zo’n werking ernstig kan worden betwijfeld
Het vasthouden aan deze twee beginselen van AGW protagonisten doet mij ernstig twijfelen aan hun aan de dag gelegde wetenschappelijke competentie om over disciplinegrenzen heen te kijken. Een zorg die in ‘Science Friction wordt onderbouwd.
Guus Derksen 10-3-2017 3.13 pm.
Je zegt: “Arthur terzijde, ik hoopte op uw reactie inzake het onderwerp
“Ein neues Para¬digma für die Klima¬wissen¬schaft – Ist CO2 un¬schuldig?” Door mij genoemd, ook in artikel “Klimaat in lijsttrekkersdebat:..”.
Als er één is die daar verstand van heeft dan bent u dat!”
Je streelt uiteraard met de laatste zin mijn ego.
Echter, primair ben ik momenteel niet bezig om de ene tegen de andere opvatting af te wegen.
Met twee fysici ben ik bezig een working paper ‘Rethinking’ op te stellen die ten principale de uitgangspunten voor de hedendaagse verklaring van het aardse broeikaseffect ter discussie stelt. We zijn daar nog niet mee klaar. Ook onderling tussen de auteurs laaien voortdurend weer verschillende opvattingen op, hoe we ons ongenoegen over de heersende primitieve visie van AGW protagonisten moeten verwoorden. We vinden de argumenten van de AGW protagonisten echter niet zondermeer onzin.
Onze hoofdtekst geeft een alternatieve visie op de oorzaak van het broeikas effect, die niet is gebaseerd op het effect van zogenaamde broeikasgassen maar op natuurlijke verschijnselen die we mogen verwachten op een planeet met een dag-nacht afwisseling (diurnial cycle) . Die zijn naar onze mening ernstig genegeerd door AGW protagonisten.
Onze hoofdtekst zal gepaard gaan met vijf tot mogelijke 8 annexen waarin we nader onze visie technisch onderbouwen maar ook op voorhand mogelijke AGW protagonistische weerwoorden tegemoet treden.
Hierbij ter kennisneming de abstract van de hoofdtekst en van de annexen waarmee we enigszins zijn gevorderd. Commentaar is zeer welkom,
A WORKING PAPER ON THE RETHINKING OF THE CONCEPTUAL MODEL OF THE EARTH GREENHOUSE EFFECT
In search for the completion of a grand jigsaw puzzle
(version 8) 21-2-2017
Arthur Rörsch (Leiden, the Netherlands) , Frans van den Beemt (Utrecht, The Netherlands) and Roy Clark (Thousand Oaks, California, USA)
ABSTRACT
Mass-bound heat flows are proposed as major forces to maintain a specific temperature in the troposphere near the surface and its boundary layer with the surface. On the rotating planet with a diurnal and seasonal cycle these mass flows provide for local exchange of heat between areas that are or aren’t exposed to sunlight. It is argued that wind cycles operating between relatively warm and cold locations provide for a mechanism that allows energy received from the Sun in the potentially overheated equatorial zone to be conserved to the benefit of holding heat all over the planet. We argue that these wind cycles provide for an explanation of a warming (“greenhouse”) effect on a global scale.
Appendix I (version 8) 21-2-2017
THE MODEL OF THE EFFECT OF A WIND CYCLE ON A ROTATING CELESTIAL BODY PREVIOUSLY AVOIDED OF AN ATMOSPHERE
It is argued that on a celestial body with a crust, wind cycles operating between relatively warm and cold areas, caused by a diurnal cycle, provide for explanation of the mechanism that energy received from the Sun at the overheated equatorial region is conserved to the benefit of holding heat all over de body. It leads to the suggestion that the energy transport by winds is at least of similar importance to maintain a particular average temperature of the lower troposphere – and the surface -, than currently attributed to observed radiative effects of the IR part of the spectrum, produced by so called greenhouse gases.
APPENDIX II. Version 8 (21-2-2017)
THE PRIMARY DRIVING FORCES OF THE EARTH CLIMATE SYSTEM.
Some basic principles are summarized on which most meteorologists and climatologists agree and in advance of our further considerations a number of disagreements that can be noticed when the origin of the greenhouse effect itself is formulated.
Appendix III (version 8) 4-3-2017
THE ORIGIN OF THE TEMPERATURE FALL WITH ALTITUDE IN THE TROPOSPHERE AND ITS EFFECT.
In a dry motionless air column the temperature lapse rate is solely determined by the gravitationál constant, the specific heat of the gas and the surface temperature. It will however be affected by energy absorption in the air mass, convective flows and therewith by the weather events. We reach the conclusion in advance of our further considerations on the origin of the earth greenhouse effect that insufficiently attention has been given to the precarious behavior of the temperature lapse rate in the troposphere that is expected to originate from fundamental physic considerations and meteorological observations.
Appendix IV (version 8) 7-3-2017
THE GLOBAL ENERGY BALANCE
Balances presented in 1948 and 2013 are compared. Particular figures differ. This can be attributed to improved technology to measure radiation fluxes, not at least by the more recent contribution of satellite observations. It is however noticed that the interpretation of the importance of various energy fluxes through the troposphere show a remarkable difference at the time. We reach the conclusion that in the current greenhouse gas theory (2013) that old concepts (1948) on the exchange of heat between the troposphere and the surface may have been underestimated. We suggest this needs rethinking to come to proper understanding of the origin of the earth greenhouse effect on a global scale taking in account the different properties and contributions of the major climate zones on Earth.
Appendix V (version 7) 2-3-2017
RECONSIDERATION OF THE RADIATIVE PROPERTIES OF THE LOWER TROPOSPHERE. OBSERVATIONS AND THEORETCAL CALCULATIONS.
The current state of the greenhouse theory based on the interpretation of in particular observed phenomena in the troposphere deserves full attention. It does not make sense to neglect these observations and theoretical considerations that are currently wide spread accepted by atmospheric scientists and lead to conclusions on the attribution of a more or less expected effect of concentration change of CO2 in the troposphere on the surface temperature. Therewith it was named a greenhouse GAS as an important component of the atmosphere to establish a particular surface temperature. Our ‘rethinking’ leads however to the suggestion that this focus is not justified. The concept of CO2 climate forcing can be disputed on interpreted physical properties attributed to CO2 in its atmospheric surrounding molecules as well in the context of our proposed paradigm that the earth greenhouse effect can be explained without strong radiative influence of the troposphere.
@A.Rörsch
Iedereen zegt “broeikaseffect” maar m.i. is dat niet correct. Dat effect is het gevolg van verminderde convectie en werkt inderdaad temperatuurverhogend.
Maar kijk naar de maan: -100 in de schaduw, +100 in de zon. woestijn: 0 ’s nachts , +40 overdag. lucht, Water(damp) en wolken zorgen dus voor demping van de temperatuurvariaties.
Als ik mijn auto in de zon parkeer wordt het binnen 70 graden, maar buiten is het 25 graden. Conclusie: de atmosfeer is dan een koelbox en niet zo’n beetje ook.
Dirkse 19-3-2017 6.10 pm
Wat je hier te berde brengt is de nuchtere kijk van iemand die zich geen oor laat aannaaien door modieuze opvattingen en gebruikte terminologie. Bravo mijnerzijds!
Broeikaseffect.
We kennen het als verschijnsel in de glazen broeikas waarvan de tuinder gebruik maakt om over een dag-nacht wisseling warmte vast te houden. In deze broeikas wordt het effect veroorzaakt door het onderdrukken van warmte uitwisseling met de omgeving door onderdrukken van convectie. Dat moet welhaast iedereen duidelijk zijn.
De vergelijking met het gedefinieerde aards genoemde broeikaseffect gaat in dit opzicht zowel mank als wel is beperkt illustratief.
De overeenkomst tussen de aardse en de glazen broeikas is, dat ook tussen de troposfeer en de aangrenzende stratosfeer geen gecombineerd warmte-massa transport plaats vindt. De troposfeer is een compartiment dat op basis van haar straling aan zijn bovenkant vastgehouden ontvangen zonwarmte beperkt terug zendt naar de ruimte.
Binnen dit compartiment is echter convectie van heel grote betekenis.
Men definieert echter terecht het aardse broeikaseffect als een overeenkomstig mechanisme om warmte vast te houden Maar de vergelijking op grond van de fysica met de glazen broeikas gaat niet op.