leon-de-winter-paagman

Leon de Winter.

Wat is mooier dan het redden van de mensheid?

Een gastbijdrage van Leon de Winter.

Professor Richard Lindzen was hoogleraar aan het ‘Massachusetts Institute of Technology’ (MIT), een van de beste technische universiteiten in de wereld. Hij is een ’atmosferische natuurkundige’ en notoire dwarsligger ten aanzien van gangbare opvattingen over ’klimaatverandering’. Op 23 februari schreef hij een open brief aan president Trump.

Waar ging die brief over? Volgens Lindzen, en enkele honderden andere wetenschappers die medeondertekenden, zijn ’overheidsrestricties ten aanzien van de uitstoot van CO2’ nutteloos. Ja, u leest het goed: nutteloos.

Lindzen is niet zomaar een klimaatdissident. Hij is een autoriteit. Hij verzet zich al lang tegen de opvatting dat door mensen veroorzaakte CO2-uitstoot catastrofale gevolgen heeft.

Je zou verwachten dat de media zich op Lindzens brief zouden storten. Maar het bleef stil. Na Lindzens brief reageerden op 2 maart boze collega’s van het MIT met hun eigen brief. Zij schreven aan Trump dat zij het niet met Lindzen eens waren. Hun argument: er zijn meer onderzoekers die denken zoals wij. Dit is het belangrijkste argument van de ’climate change community’: we zijn in de meerderheid. Dat is het allerergste wetenschappelijke argument dat je kunt bedenken, en het is nog maar de vraag of dat waar is, maar het wordt continu gebruikt om discussies te voorkomen.

Op 9 maart kwam Lindzen met een reactie op de reactie. Voor de duidelijkheid: Lindzen ontkent niet dat er klimaatverandering plaatsvindt. Er is namelijk altijd klimaatverandering zolang de aarde een levende planeet is. De vraag is: waardoor wordt die veroorzaakt? Horen de veranderingen tot ’normale’ fluctuaties of stoken we met CO2 de temperatuur flink op en is de aarde nu koortsig geworden?

In zijn tweede brief vermeldt Lindzen zes argumenten die hij van belang vindt bij het beoordelen van temperatuurfluctuaties. Allereerst meldt hij dat het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN niet meer claimt dat het klimaat op aarde snel onmogelijk wordt voor menselijk overleven. Vervolgens schrijft hij dat het IPCC zich erbij heeft neergelegd dat opwarmingsperiodes van vóór 1960 niet veroorzaakt kunnen zijn door broeikasgassen die menselijke activiteiten uitgestoten hebben. Lindzen noemt twee opwarmingsperiodes: 1915 – 1950 en verder terug: 1850 – 1890. ‘Niets hiervan kan veroorzaakt zijn door een toename van atmosferische CO2’, schrijft Lindzen.

Verder noemt hij: ‘Projecties door modellen van opwarming gedurende de afgelopen decennia zijn dramatisch groter geweest dan wat waargenomen is.’ Lindzen stelt dat rekenmodellen niet bij machte zijn klimaatsituaties van het verleden te simuleren omdat er zoveel onbekend is.

Hij eindigt met twee vaststellingen: er zijn geen trends die een toename van overstromingen en droogte aantonen, en geen stijging van de zeespiegel die afwijkt van de bestaande, langdurige stijging van vijftien centimeter per eeuw. En: ‘Bestaande niveaus van CO2, zo’n vierhonderd delen per miljoen, zijn nog steeds zeer gering vergeleken met de gemiddelden in de geologische geschiedenis, toen duizenden delen per miljoen voorkwamen en het leven op aarde en in de oceanen bloeide.’

Lindzen eindigt zijn brief met de verzuchting dat het tijd wordt dat onderzoek naar klimaatverandering gedepolitiseerd wordt: ‘Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op emotieloze kwaliteitsklimaatwetenschap, niet op pogingen om het steeds meer wankelende verhaal over ‘CO2-vervuiling’ overeind te houden.’

Lindzen gaat er zo hard in, dat je zou denken dat de Amerikaanse – en Nederlandse media zouden uitpuilen van interviews met Lindzen. Niets daarvan. Lindzens ketterij is gebaseerd op enkele eenvoudige stellingen en waarnemingen; met name zijn aanval op de onhoudbaarheid van rekenmodellen valt moeilijk te pareren. In Nederland hebben we ook dwarsliggers: Salomon Kroonenberg bijvoorbeeld, die hoogleraar toegepaste geologie te Delft was, durft kanttekeningen te plaatsen, maar hij doet dat diplomatieker dan Lindzen en wordt daardoor misschien minder gedemoniseerd.

Ook rechts heeft inmiddels het opwarmingsverhaal omarmd, want het verhaal leidt tot economische activiteit: er moeten windmolens komen. Die kunnen niet draaien zonder subsidie en zonder wind, ze zijn foeilelijk en zijn gevaarlijk, maar ze moeten de uitstoot van CO2 reduceren en het klimaat redden, en wat is mooier dan het klimaat en dus de mensheid redden?

Ook ik heb de waarheid niet in pacht, maar ik luister graag naar eigenzinnige geleerden als Lindzen en Kroonenberg. Tegelijkertijd hoop ik dat de klimaatgelovigen gelijk hebben en dat CO2 dramatische effecten heeft op het klimaat. Misschien kunnen we met wat extra CO2 in de atmosfeer de komende ijstijd, die het leven op het noordelijk halfrond zal wegvagen en ons zal bedekken onder een kilometers hoge ijslaag, nog een paar jaar uitstellen.

We leven op een planeetje dat met een snelheid van meer dan 100.000 kilometer per uur om de zon suist. De baan om de zon verandert periodiek van cirkel naar ellips. De stand van de aardas verandert ook periodiek. En de aarde wiebelt periodiek ook een beetje. Die variaties zijn kosmische krachten die bij het ontstaan van ijstijden een hoofdrol spelen; ze zijn immuun voor CO2-uitstoot, al bouwen we de hele aarde vol met molens.

Lindzen is het vuurtje over CO2 flink aan het opstoken. Kan Lindzen niet een keer in een zaaltje in Amsterdam in gesprek met Mark Rutte, die inmiddels meer groen dan rechts is?

Aldus Leon de Winter.

Bron: ‘De Telegraaf’, 22.03.17.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.