Op dit antwoord komt een – opnieuw uitgebreid toegelicht en op de website geplaatst –weerwoord van de organisaties (“de excursie naar Spitsbergen is slechts het topje van de ijsberg van tendentieuze klimaatinformatie die de NOS verstrekt”), met een oproep aan de NOS tot een “fundamentele koerswijziging” en de doorzending van de klacht naar de ombudsman.
Een analyse
De ombudsman toetst niet aan de Mediawet. Noch heeft zij een rol in de wetenschappelijke discussie over de mogelijke invloed van de mens op klimaatverandering en de opwarming van de aarde of de mate van consensus hierover in de wetenschappelijke wereld. De ombudsman kijkt of de NOS op correcte wijze handelt zoals beschreven in de journalistieke code van de NPO. Onderdeel daarvan is onderzoeken hoe de NOS gebruik maakt van en verslag doet over voorhanden zijnde informatie over een onderwerp. Als de reportages vanaf Spitsbergen volgens klagers slechts het “topje van de ijsberg” zijn, kijkt de ombudsman graag wat breder.
Om na te gaan of en hoe veronderstelde alarmistische eenzijdigheid van de NOS in de laatste jaren te zien zou zijn geweest in de berichtgeving bekeek de ombudsman twee jaar aan klimaatverslaggeving in het Journaal van 20.00 uur. Deze uitzending wordt, ook in tijden van internet en apps, met zijn gemiddeld ruim twee miljoen kijkers per dag nog steeds gezien als de invloedrijkste uitzending. Ik vroeg op hoe vaak dit journaal in 2015 (het jaar van de klimaattop in Parijs) en 2016 (een jaar zonder wereldwijde klimaatbijeenkomst) onderwerpen bevatte die gearchiveerd werden onder het label ‘klimaat’ (een ruim genomen term omdat bij specifieker trefwoorden als ‘opwarming’ en ‘broeikaseffect’ wellicht items gemist zouden worden). Dat waren respectievelijk 34 (2015) en 47 (2016) items.
Bij nadere analyse van de items gebruikte ik de rubricering uit een studie uit 2010 van het Rathenau Instituut. Daar wilde men destijds weten hoe veelzijdig burgers geïnformeerd werden over het klimaatprobleem en men bekeek daartoe ruim 1250 artikelen in vier kranten en twee opiniebladen. Analyse naar aard van de aanleiding voor het maken van het artikel (alarmistisch, neutraal of sceptisch), de invalshoek (was het een wetenschappelijk of politiek issue; ging het over oorzaken, gevolgen, beleid of oplossingen), bronnengebruik (politici, experts, Ngo’s of ‘gewone’ mensen) en geografische indicatie (nationaal of internationaal) leverde meer dan een gevoelsmatig inzicht in een- of veelzijdigheid van de berichtgeving. Voor de ombudsman een bruikbaar handvat om te voorkomen dat de term ’toon van de berichtgeving’ al te subjectief wordt ingevuld.
Uitkomsten
In 2015 had twee-derde van de 34 ‘klimaat’-berichten in het Journaal van 20.00 uur een internationale scope. Meer dan de helft van de items ging over beleid (akkoorden en maatregelen) en de bronnen waren vooral (in een aantal items zelfs exclusief) politici. In het jaar van een klimaattop is het logisch dat uit die hoek veel beleidsgericht nieuws komt en er dus veel – op zich schaarse – prime time tv-tijd aan besteed wordt.
In 2016 ging bijna de helft van de 47 items over Nederland, wat vaak samenviel met een op gevolgen en oplossingen gerichte invalshoek. Het aantal berichten over beleid versus (mogelijke) gevolgen van klimaatverandering hield elkaar in evenwicht. Politici werden dit jaar een minder prominente bron omdat de afspraken over de maatregelen (het beleid) grotendeels gemaakt waren. In driekwart van de verhalen kwamen ‘experts’ en uitvoerders van beleid (van wetenschappers en waterschappen tot het bedrijfsleven) als spreker aan bod.
Dat de NOS zich zou laten leiden door het alarmisme van actiegroepen en Ngo’s toonde zich niet in de bronnenkeuze: zowel in 2015 als 2016 kwamen organisaties als Greenpeace of Urgenda maar zeven maal aan het woord, altijd geflankeerd door andere bronnen (politici, wetenschappers, bedrijven). ‘Gewone’ mensen of ‘ervaringsdeskundigen’ kwamen in beide jaren heel weinig (2015: driemaal, en 2016: viermaal) aan het woord.
Aanleiding voor de verhalen was steeds een nieuwsfeit dat door ‘derden’ gecreëerd werd, of dat nu een overstroming, een poolexpeditie waarop de redactie mee ging of een Kamerdebat over Parijs betrof. Een groot aantal van die nieuwsfeiten dringt zich op, zo kun je als nieuwsorganisatie in 2015 de klimaattop in Parijs niet negeren. De vaste klimaatredacteur van de NOS zegt: “Kennelijk wordt de opwarming van de aarde door de meeste landen zo serieus genomen dat ze er vergaande besluiten over nemen. En dan doen wij dus ook verslag van wat die landen doen.”
De aanleiding was vrijwel nooit wat het Rathenau Instituut onder ‘sceptisch’ zou vatten, behalve na de Amerikaanse verkiezingen in 2016 toen bericht werd dat de nieuwe president anders denkt over klimaatverandering dan zijn activistischer voorganger. Vrijwel altijd was de aanleiding een (soms alarmerend) milieuverschijnsel, een maatregel of een akkoord. Daaromheen werden dan diverse, (nu en dan) alarmistische, (vaak) neutrale en (af en toe) sceptische geluiden gegroepeerd. Enkele keren gaven bronnen rechtstreeks waarschuwingen voor grote gevolgen van klimaatverandering (2015: vijfmaal, en 2016: zesmaal).
Kijken we verder in de berichtgeving naar de verdeling tussen de invalshoeken ‘oorzaak’, ‘gevolg’ en ‘beleid/oplossing’, dan werd in geen van beide onderzochte jaren een tv-journaalitem (uitsluitend of grotendeels) gewijd aan wat de oorzaak van opwarming van de aarde of klimaatverandering zou zijn (op radio en website vinden we dit een enkele keer wel). Het Rathenau Instituut constateerde in de studie uit 2010 ook al dat ‘oorzaak’-stukken in de onderzochte kranten en tijdschriften vrijwel ontbraken. De actoren in het veld die als bron dienen voor verslaggeving, zijn de fase van probleemsignalering en oorzaakanalyse blijkbaar – en al járen – voorbij.
Geen waterpas
De aandacht het klimaat van de NOS krijgt richt zich dus vooral op beleid over, maatregelen tegen en oplossingen voor de gevolgen van klimaatverandering en opwarming van de aarde. Dat hiervan sprake is staat in de berichtgeving die uiteindelijk de uitzending haalt niet (meer) ter discussie. En dat is wat klagers steekt en waarom zij de NOS partijdig noemen. Er staat volgens hen in de klimaatwetenschap beduidend minder vast dan veel academici én journalisten doen voorkomen. De NOS zou voor evenwicht in haar uitzendingen dan ook meer aandacht aan die andere stemmen moeten geven.
De ombudsman constateert dat de NOS keuzes maakt in de berichtgeving. Maar is – zoals ook journalistieke codes en ethische richtlijnen aangeven – van mening dat correct journalistiek handelen niet inhoudt dat alle beschikbare informatie per definitie en in min of meer gelijke mate in uitzendingen aan bod moet komen. De veel bediscussieerde journalistieke objectiviteit staat niet gelijk aan het simpelweg weergeven van al het verzameld materiaal. Wie dat verwacht, zoekt geen journalist maar een stenograaf. Een journalist vergaart, analyseert, weegt en duidt informatie, en dat op een onafhankelijke en onbevooroordeelde wijze. Het vergaren gaat niet met oogkleppen op en neemt alle kanten van een medaille mee, maar dat leidt niet verplicht tot fifty-fifty of ‘hij zegt, zij zegt’-verslaggeving.
De weging van informatie om tot onpartijdige en relevante nieuwsuitzendingen te komen – het vinden van journalistiek evenwicht – is iets anders dan het hanteren van een waterpas. Wat ‘hij’ zegt weegt niet altijd even zwaar als wat ‘zij’ zegt. De ene bron is niet zonder meer gelijk aan de andere – al dienen alle bronnen met hetzelfde respect voor de persoon bejegend te worden. Er is bij de Nederlandse publieke omroep de journalistieke plicht tot afgewogen berichtgeving, maar er is niet zoiets als het recht van elke potentiële bron op een – laat staan: evenveel vierkante meters – podium.
Evenwicht
Ook publieke omroepen elders in de wereld spreken zich uit over wat wel het streven naar ‘false balance’ of ‘balance as bias’ wordt genoemd: het koste wat het kost geven van (evenveel) aandacht aan verschillende informatie en opinies. ‘Evenveel’ is geen journalistieke maatstaf en zou kunnen leiden tot onevenredige aandacht voor foutieve of achterhaalde informatie. Het gaat te allen tijde om de kwaliteit van de informatie.
De Amerikaanse National Public Radio zegt het zo: “In all our stories, especially matters of controversy, we strive to consider the strongest arguments we can find on all sides, seeking to deliver both nuance and clarity.” Hoe beter de informatie, hoe zwaarder deze moet wegen in het journalistieke proces. De BBC spreekt in de Editorial Guidelines van het bereiken van “due weight” en licht dat toe met een voorbeeld: “minority views should not necessarily be given equal weight to the prevailing consensus”.
Klagers zijn van mening dat “de opvattingen” (niet alleen diegene die men de NOS toeschrijft maar in den brede) over de rol van de mens in de opwarming van de aarde juist “nuancering” behoeven door andere, “neutrale en objectieve cijfermatige voorlichting”. Echter, niet volgens de nieuwsorganisatie NOS maar volgens een bijzonder groot deel van de wetenschap zitten op dit moment de beste bewijzen, de hardste cijfers en sterkste argumenten bij de onderzoekers die stellen dat de aarde opwarmt en het klimaat verandert, en dat daar beter iets aan gedaan kan worden. Dat de klagers bewijzen en argumenten onderzoeken en daar( journalistieke) aandacht voor vragen is terecht. Maar vooralsnog lijkt dat onderzoek niet te leiden tot sterkere bewijslast en hardere cijfers. Het is dan verklaarbaar en te billijken waar de journalist – geen wetenschapper maar volgens de taakopvatting wel op zoek naar de sterkte argumenten aan alle kanten – uitkomt bij het bepalen welke informatie de meeste zendtijd krijgt.
Een wetenschappelijk dispuut kan het best worden uitgevochten daar waar dit thuishoort: in en met de wetenschap. Een nieuwsorganisatie zal daarvan verslag moeten doen wanneer het belangrijk nieuws oplevert en zal dan haar grootste inspanningen en schaarse middelen of tijd vooral wijden aan de beste beschikbare informatie. Uiteraard bij het verzamelen van de informatie zonder oordoppen voor andere geluiden, en bij het wegen altijd kritisch richting dominante opvattingen. Maar bij het publiceren zeker ook zonder balance as bias. Nogmaals het handboek van NPR: “Our goal is not to please those whom we report on or to produce stories that create the appearance of balance, but to seek the truth.” Die waarheid ligt niet bij ieder onderwerp (meer) in het midden.
Aldus de NOS-Ombuds’man’, Margo Smit, hier.
Mijn eerste indruk is dat er serieus aandacht is geschonken aan onze klacht door de NOS-Ombuds’man’. Maar toch … teleurstelling overheerst.
Ik zal mij op dit moment van verder commentaar onthouden. Laten we het eerst maar eens ‘in de groep gooien’.
Geef een reactie