Sovon: er zijn géén telgegevens van de dwergmeeuw, zie de lege soortkaart. Iedere verdenking van een negatieve trend rust op een gevoel

De Raad van State maakt een wijzigingsbesluit bekend voor het IJsselmeer, waardoor nu een ‘herstelplan’nodig is voor het IJsselmeer, in plaats van dat ‘behoud’voldoende is. Aanleiding is de uitspraak van de Raad van State op 14 december vorig jaar, na een door Vogelbescherming Nederland aangespannen zaak.

Heiho heiho, de dwergmeeuw
De fondsenwervers uit Zeist gebruikten bij de rechter 5 zeer algemene vogelsoorten als de fuut en de in Europa zeer talrijke dwergmeeuw, om ‘hersteldoelen’ af te dwingen (= meer bureaucratie, onkosten en rapporten/consultingopdrachten). En Vogelbescherming krijgt nu haar zin van de Raad van State.

Sneuvissertje en De Zeven Dwergmeeuwen
Wat voor leed is die dwerg overkomen? De dwergmeeuw is een dóórtrekker in het IJsselmeergebied. Als overwinteringsgebied is Nederland opvangebied van maximaal 5 procent van de Europese populatie. Deze meeuw broedt vooral in Scandinavie. Maar – af en toe broedt hij langs de Friese kust met een broedpaar of 7. Birdlife beoordeelt de staat van instandhouding als ‘gunstig’op Europees niveau. Het lijkt sterk dat Vogelbescherming’s keuze voor de dwergmeeuw meer politieke redenen heeft dan wetenschappelijke. Kijk maar.

1. Géén trendgegevens voor dwergmeeuw
Zie bovenstaande kaartje van SOVON Vogelonderzoek. Sovon stelt letterlijk dat er

onvoldoende gegevens aanwezig zijn voor een trendanalyse

Het laatste verspreidingskaartje dateert uit 1983, daarna is niet meer fatsoenlijk geteld (het laatste kaartje van DOORTREKKERS op het IJsselmeer van SOVON is van ’82/83). Vogelbescherming neemt dus aan dat het wel slecht moet gaan, ookal zijn er geen gegevens. Met beroep op het voorzorgprincipe is een gevoel voldoende.

Waarop is dus het dwergenleed gebaseerd, dat Vogelbescherming naar de Raad van State brengt? Het door Alterra opgestelde Profielendocument Natura 2000 uit 2006. Dat komt uit op een oordeel van ‘matig ongunstig’ voor de staat van instandhouding van de dwergmeeuw. Maar, waaróm dan? Hou je vast:

Zeetrektellingen wijzen op een mogelijke toename van langstrekkende dwergmeeuwen. De indruk bestaat dat de betekenis van het IJsselmeer als overwinteringsgebied is afgenomen.

Het is dus alleen op basis van deze INDRUK- die stamt uit de jaren ’80 en ’90 vorige eeuw, die niet is gebaseerd op TELLINGEN. Tegelijk worden de meeuwtjes méér gezien langs de kust door één Imaresonderzoeker in april 1996 (de enige aangehaalde bron in het profielendocument, stamt uit 1997). Het kan dus ook zijn dat de meeuwen hun trekroute verlegden. Meeuwen houden zich niet aan juridische kaders. Bovendien vermeldt de website Nederlandse soorten dat de Europese staat van instandhouding GUNSTIG is.

SOVON: De laatste telgegevens van dwergmeeuwen dateren van een kwart eeuw terug


Vogelbescherming toont haar spiering
Maar wat Vogelbescherming mogelijk goed uitkomt, in de strijd tegen haar klassenvijand de IJsselmeervisserij: het beest eet misschien wel spiering. Het profielendocument geeft als andere rechtvaardiging voor de duistere toekomst van de dwergmeeuw de volgende bewering:

Beoordelingsaspect toekomstperspectief: matig ongunstig
Als de overwinterende aantallen dwergmeeuwen dalen met de afname van de spieringstand, en dit een gevolg is van klimaatsverandering, dan is het toekomstperspectief niet gunstig

Is de spiering slachtoffer van de opwarming van de aarde?
De redenering voor noodzaak van een herstelplan is dus gebaseerd op enkele aannames:

  • de spiering heeft last van opwarming van de aarde door CO2/opwarming van het IJsselmeer, en sleept overvliegende dwergmeeuwen in zijn kielzog mee
  • er is dus een herstelplan nodig is dat IJsselmeervisserij verbiedt, waardoor de dwergmeeuw vaker over het IJsselmeer zal vliegen, zodat Vogelbescherming Nederland niet meer naar de rechter stapt.
  • Ookal warmt die aarde dus verder op en gaat die spiering volgens deze redenering dan nog verder achteruit.
    De spiering als liefhebber van kou

    De énige bron in het Natura 2000-profieldocument voor de MOGELIJKE achteruitgang van de spiering ALS het IJsselmeer verder ZOU KUNNEN opwarmen is dit RIVO-rapport uit 2006 van De Leeuw et al. Dat legt een verband legt tussen de warme zomer van 2003 en het inzakken van de stand van de spiering IN DAT JAAR.

    De laatste decennia is de temperatuur veranderd met gemiddeld langere warme periodes en
    minder koude winters. Het effect daarvan is dat de kans op koude winters afneemt en de kans
    op warme zomers met (langdurige) perioden van temperaturen boven de 20°C toeneemt. Voor
    snoekbaars (warmwatersoort) zijn dat gunstige groeiomstandigheden, voor spiering
    (koudwatersoort) neemt de kans echter toe op een sterke terugval van de populatie zoals
    zichtbaar was in 2003

    Ten onrechte legt De Leeuw een verband tussen chlofofylgehalte en primaire productie, om afnemende fosfaatgehaltes vrij te pleiten bij dalende visproductie TEN OPZICHTE VAN de jaren ’70. Terwijl de sterk gedaalde primaire productie volgens nieuw NIOO-onderzoek dé oorzaak is van de afname van veel vissoorten. Waarbij de afname van fosfaat een belangrijke rol speelt.

    Conclusie: Natura 2000 is geen natuurbescherming, maar politiek spel
    Iedere vogelaar kan op basis van ‘een indruk’en het voorzorgprincipe de sector van zijn politieke willekeur aanklagen bij de rechter.
    Vogelbescherming doet NIETS doet of zegt niets als megawindmolens worden gebouwd in Natura 2000-vogelgebied de Steile Bank IJsselmeer. Sterker nog, dan verdraaien ze de feiten in hun voorlichting door te stellen dat ze alleen in de Noordoostpolder komen. Alleen politieke willekeur van de ‘Vogelbeschermers’in Zeist biedt daar een verklaring voor.