Banner_matrix_1.jpg.1000x280_q85_crop 590

In het augustusnummer van het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde (NTvN) verscheen deze aankondiging van een energie- en klimaatsymposium bij het KNMI. Gezien de sprekers wordt het een bijzonder interessant symposium: zeker de helft van de presentaties (Meyer, Klein-Tank, Dijkstra en Katsman) zou ik graag bijwonen. Eens kijken of ik een perskaart kan bemachtigen!

Ik juich het zeer toe dat de NNV zich met het energie- en klimaatdebat gaat bezighouden. Dat kan wel wat beide-benen-op-de-grond beta-invloed gebruiken! En daar op het KNMI mee beginnen is een zinnige keuze: daar zitten heel wat goede klimaatwetenschappers. En dat niet alle sprekers mij even vrolijk stemmen is op zich ook niet zo erg. Met een zaal vol kritische natuurkundigen zullen ze zich geen onzin kunnen permitteren. Dus ook daar kijk ik naar uit!

NNV bestuur wil Parijs ondersteunen
Dit symposium is echter niet het begin van een interne zoektocht naar wat je als Nederlandse natuurkundigen kunt bijdragen aan de klimaatdiscussie, maar moet vooral de hierover al vaststaande opvattingen van het bestuur gaan legitimeren: er ligt een conceptstandpunt van de NNV klaar, dat wordt naar aanleiding van het symposium eventueel nog aangepast, en dan kan het ter goedkeuring naar de leden.

De haast wordt ook verklaard: er wordt nadrukkelijk bij vermeld dat het initiatief bedoeld is als steun voor de klimaatconferentie in Parijs, en dat het van belang is om vanuit de wetenschap een “helder geluid” te laten horen naar het publiek en de politiek…

Het conceptstandpunt bestaat uit tien stellingen waar ik later op terugkom. Ik laat nu even in het midden of ik het met de stellingen eens ben. Daar gaat het namelijk niet om. De vraag is of dit stellingen zijn die een vereniging van natuurkundigen als haar standpunt kan presenteren.

Voor een publieke stellingname van een vereniging van natuurkundigen zou je denk ik minimaal de volgende criteria moeten hanteren:

  • De stellingen moeten vallen onder de expertise van de leden, dus moeten ze natuurkundige verschijnselen betreffen
  • De stellingen moeten wetenschappelijk verantwoord zijn, dus onder andere eenduidig en onderbouwd zijn
  • De stellingen moeten eerlijk zijn, ze mogen dus niet suggestief of principieel onvolledig zijn
  • Bij de stellingen moet worden aangegeven welke twijfels er nog over bestaan en welke onnauwkeurigheid bij de claims hoort

U zult zo dadelijk zien dat alleen de eerste twee van de tien claims natuurkundig van aard zijn en dus aan het eerste criterium voldoen, en dat geen van alle aan alle vier de basiscriteria voldoet.

Wanneer dit proces wordt doorgezet ziet het ernaar uit dat de NNV zich gaat voegen bij de grote lijst aan organisaties die zich laat meeslepen door klimaatpaniek en zich laat verleiden tot ondoordachte en volstrekt ongepaste en onverantwoorde uitspraken. Hiermee wordt het aanzien van de wetenschap voor de zoveelste maal ernstig geschaad.

In Nederland gold dat eerder voor de KNAW onder Robbert Dijkgraaf, toen die een verwerpelijke brochure uitbracht (zie hier en hier en hier en hier en hier en hier; u herinnert zich dat we deze misstap bepaald niet licht opgevat hebben!), het Rathenau instituut onder Staman, bij elke gelegenheid (zie hier), en tot slot met enige regelmaat de klimaatmannen van het PBL en het KNMI, gezien hun vertegenwoordigende rol voor het IPCC. Al moet gezegd worden dat vanuit de niet-IPCC hoek van het KNMI regelmatig een veel redelijker geluid klinkt de laatste jaren.

Positieve uitzonderingen zijn het Centraal Planbureau, de Rijksuniversiteit Groningen en sommige KNMI wetenschappers, die openlijk stelling genomen hebben tegen onwetenschappelijk alarmisme en verspillend klimaatbeleid.

Er is GEEN CONSENSUS!
De opstellers van de stellingen lijken overtuigd te zijn van het rampenscenario dat door de alarmistische activisten al decennia over ons wordt uitgestort en kritiekloos door de media wordt overgenomen onder het motto “science is settled!”.

Van goede natuurkundigen mag een kritischer standpunt verwacht worden. Ik kan veel vooraanstaande sceptische natuurkundigen noemen, met als finest member van onze community Freeman Dyson, die al vele jaren geen blad voor de mond neemt als het over klimaatactivisme gaat. Evenals Dyson werkzaam aan het meest prestigieuze wetenschappelijke instituut van de wereld, het Institute for Advanced Study van Princeton, is vooraanstaand scepticus en astrofysicus Nir Shaviv.

Maar ik vermoed dat de NNV bestuurders zich meer zullen herkennen in Steven Koonin, in 2009 door Obama als zijn wetenschappelijk adviseur en staatssecretaris benoemd voor het optuigen van zijn klimaatbeleid. Koonin is van oorsprong theoretisch natuurkundige, en ervaren wetenschapper op gebieden als (onder andere!) computational physics, astrophysics en global environmental science. Ook was hij adviseur voor duurzame energietoepassingen. Voorwaar iemand die met gezag iets kan zeggen over klimaatmodellen en klimaatbeleid, en in ieder geval een natuurkundige met een idealisme, deskundigheid en staat van dienst waar de NNV bestuurders respect voor zouden moeten hebben.

Steven Koonin, under secretary for science at the U.S. Department of

Steven Koonin, under secretary for science van Obama

Tijdens zijn jaren als Obama klimaat-adviseur gingen er steeds meer rode lampjes bij Koonin branden en hij heeft zich daarna een jaar verder verdiept in de klimaatwetenschap. Zijn conclusie in een groot artikel in de Wallstreet Journal laat geen enkele twijfel: er is geen consensus, science is not settled, en vooral: we weten veel te weinig over het klimaat om er überhaupt klimaatbeleid op te baseren .
Het NNV bestuur zou er goed aan doen dit interview aandachtig te lezen.

De American Physical Society
Het is interessant om te zien hoe de Amerikaanse tegenvoeter van de NNV met het proces is omgesprongen.
Hun klimaatstandpunt uit 2007 was vergelijkbaar met de voorstellen van de NNV, en kwam de APS op veel kritiek te staan, die zelfs uitmondde in het vertrek van een aantal zeer vooraanstaande leden. Terecht, het activistische standpunt had niets meer met natuurkunde te maken.

Inmiddels is er vorig jaar hard gewerkt aan een vernieuwing van dit standpunt, en daarbij is men veel objectiever te werk gegaan. (Wellicht is dit mede veroorzaakt door de betrokkenheid van Steve Koonin aan het proces?).
Judith Curry (voormalig mainstream klimaatwetenschapper maar bekeerd tot genuanceerd scepticus) beschrijft hier zorgvuldig de gang van zaken en is ronduit positief.

Maar twee maanden later is ze verbijsterd over de uiteindelijke nieuwe tekst: die is totaal geen representatie van de uitermate zorgvuldige gedachtenvorming van tijdens de voorbereiding (zie hier en hier). De 2007 verklaring wordt herhaald, maar ingebed in enige nuancerende argumentatie, die daardoor niet met de uitgesproken standpunten te rijmen is. Ontstemde leden van de APS zetten de discussie vervolgens openbaar voort op het blog van Curry.

Dit roept sterke en pijnlijke herinneringen op aan de KNAW aanpak destijds: een voorbereidingsdag met uitstekende discussie tussen wetenschappers uit beide kampen, dan anderhalf jaar stilte, en dan een klimaatbrochure die op ronduit genante manier ondubbelzinnig het IPCC gedachtegoed onderschrijft en uitdraagt, zoals in de hierboven gegeven KNAW links wordt uitgelegd. Daarbij de bijdrage van de sceptische wetenschappers volstrekt negerend. Ik leg het de luie lezer graag nog eens uit in een video, in dit blog met de vierde brief die door de groep kritische wetenschappers over dit onderwerp aan de KNAW werd verzonden.

De stellingen

1)      De verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste factor in de verhoging van de concentratie van kooldioxide in de atmosfeer.

Dit is een natuurkundige stelling te noemen, en ik vermoed dat hij klopt. Maar wetenschappelijk staat dit niet vast, hoe aannemelijk het ook is, en het zal ook erg moeilijk zijn om hier ooit hard bewijs voor te leveren. Bestaand “bewijs” met isotopenmetingen is zo lek als een mandje, daar zou ik als NNV mijn vingers niet aan willen branden. Het is dus eerder een stelling waar natuurkundigen voor zouden moeten waarschuwen dan een die ze kritiekloos zouden moeten overnemen.

2)      Verhoogde concentraties van kooldioxide versterken het broeikaseffect, waardoor meer warmte wordt vastgehouden en het aardoppervlak een hogere gemiddelde temperatuur aanneemt.

Dit is hem: de harde natuurkundige claim waar alles om draait. Terecht dat hij erin staat! Maar klopt hij ook?
In de huidige formulering in ieder geval niet. Die sluit namelijk alle andere invloeden uit, en door het gesuggereerde directe verband zou de temperatuur onafgebroken moeten stijgen, zolang de CO2 concentratie stijgt. Dat is niet het geval. Er moet dus iets bij als “in principe (een hogere temperatuur)”.

Maar ook dan is hij nog onjuist: hij is als de claim dat een pan soep warmer wordt als je hem op een gaspit zet en warmte toevoert. Die wordt weerlegd wanneer de pit te laag staat (dan treedt er een evenwicht in) en zo niet dan stopt de stijging alsnog bij 100 graden. Dan kun je de pit zo hoog zetten als je wilt: de temperatuur van de soep stijgt geen graad meer.

Net als in de soep zit er namelijk water in het klimaat, en zelfs in allerlei vormen: water, waterdamp, wolken, regen, sneeuw en ijs. En al deze vormen hebben aantoonbaar een veel grotere invloed op de warmtehuishouding van de aarde dan CO2. Sommige opwarmend, sommige verkoelend, sommige allebei en sommige in combinatie zelfs als thermostaat. Alleen puur het bewegen van water heeft al een veel grotere invloed dan CO2 (de oceaanstromingen bepalen de echt grote bewegingen van het klimaat).
De precieze werking van al deze forceringen is nog onbekend en ze zitten dan ook ook bar slecht in de klimaatmodellen. Aangezien we de veruit belangrijkste drijvers van het klimaat niet snappen en zeker nog niet kunnen berekenen, kunnen we eigenlijk ook nog niets zeggen over de invloed van CO2.

Het getuigt van een ontstellend gebrek aan kennis van het klimaat en de daarin werkzame natuurkundige verschijnselen  om een serieus wetenschappelijk standpunt op te hangen aan een veronderstelde overheersende rol van CO2.

De overige stellingen zijn niet natuurkundig van aard en zouden dus sowieso achterwege gelaten moeten worden. Ik ga er toch op in, omdat ze een goede gelegenheid bieden om een aantal belangrijke punten in het klimaatdebat toe te lichten.

3)      We hebben vertrouwen in het proces geleid door het IPCC en in de onafhankelijkheid van de wetenschappers die daaraan hebben bijgedragen.

Deze stelling getuigt van een naïeve instelling waar natuurkundigen wars van zouden moeten zijn. Er is namelijk alle aanleiding om de processen van het IPCC ernstig te wantrouwen: ook de IAC heeft zich hier na climategate zeer kritisch over uitgelaten, maar de aanbevelingen van het rapport zijn zoals verwacht grotendeels genegeerd. Nog steeds wijken de samenvattingen bijvoorbeeld ernstig af van de strekking van de onderliggende rapporten en wijkt het peer review proces nog steeds mijlenver af van wat in de wetenschap gebruikelijk is.
Alle reden dus voor de NNV om het IPCC niet zonder nader onderzoek heilig te verklaren en slaafs haar geboden te volgen.

Maar al zou je de IPCC wetenschappers vertrouwen: ook zij hebben nog steeds geen enkel wetenschappelijk bewijs voor de gevaarlijke opwarmende effecten van CO2 gepresenteerd. De enige reden voor verontrusting over CO2 is de uitkomst van de klimaatmodellen. En dat geven de serieuze mainstream wetenschappers ook ronduit toe. Maar de klimaatmodellen vormen geen wetenschappelijk bewijs. Ze zijn van het type scenario’s met projecties. Daarvan kun je veel leren, maar ze hebben geen enkele voorspellende waarde. Wat na 30 jaar de plank misslaan ook wel als bewezen verondersteld mag worden.

En als je niet de politieke stukken zoals de Summary for Policymakers leest, maar de onderliggende rapporten, dan vind je ook al deze onzekerheden over de modellen er netjes bij vermeld.

Tot slot: de onderliggende rapporten van het laatste IPCC rapport (AR5) zijn aanmerkelijk gematigder dan de vorige: de zeespiegelstijging blijft matig (deze eeuw 35 tot 70 cm) de biodiversiteit wordt amper meer bedreigd door global warming, extreem weer en orkanen hangen ook al niet meer samen met AGW.
En tot slot: hoewel de modellen nog steeds een enorme opwarming voorspellen, wijzen de waarnemingen in het laatste IPCC rapport op een veel lagere climate sensitivity dan de modellen aangeven.
Al met al weinig reden meer voor paniekbeleid!

4)      Ongeacht de oorzaak van klimaatverandering, constateren we dat de mondiale samenleving in toenemende mate kwetsbaar is voor verandering in klimaat. Betrouwbare meting en registratie van klimaat is van essentieel belang, als eerste stap in de keten van besluitvorming.

Voor het eerste deel van de stelling zijn geen zinnige criteria te verzinnen. Hoe bestand je bent tegen klimaatverandering blijkt namelijk grotendeels een kwestie van welvaart te zijn, terwijl bij grotere welvaart anderzijds ook meer waarde verloren gaat bij eventuele natuurrampen.

De praktijk is: het aantal airco’s groeit sterk, wat grote delen van de wereldbevolking als persoon onafhankelijk maakt van opwarming. De economische schade bij natuurrampen neemt vooral in de rijke landen toe, maar het aantal slachtoffers daalt daarbij wel enorm. De economie groeit in een groot deel van de wereld, waardoor men zich betere dijken kan permitteren. Twee graden opwarming vergroot het landbouwareaal en vermindert het energiegebruik. Een graad kouder is daarentegen desastreus voor de voedselproductie en jaagt het energiegebruik omhoog.

Al met al is het koffiedik kijken of de samenleving kwetsbaarder wordt voor klimaatverandering. Ik denk het niet. Maar “de”  natuurkunde kan dat zeker niet zomaar even vaststellen.

Laten we iets dieper ingaan op de grootste “klimaatscare”: zeespiegelstijging.
De dijkhoogte blijkt in werkelijkheid puur bepaald te worden door economische beperkingen: New Orleans beveiligt zich nu tegen een volgende Katrina met een veiligheidsfactor van 1:500 jaar (dat was aanmerkelijk lager vóór Katrina) terwijl wij in Nederland 1:10.000 jaar normaal vinden, en BanglaDesh het met ongeveer 1:1 moet doen. Het verschil tussen rijk Nederland en arm Bangla Desh is vele meters in dijkhoogte. De zeespiegelstijging van decimeters per eeuw heeft dan ook niets met overstromingen te maken.
Als er ergens met adaptatie meteen al volgend jaar levens bespaard kunnen worden voor een fractie van de mitigatiekosten die wellicht ooit enig effect zouden kunnen sorteren, is het wel met dijkenbouw.

Het pleidooi in de stelling voor betere metingen zal TU Delft graag in zijn zak steken, want dat is precies wat ze hier erg goed kunnen.

5)      Ongeacht de oorzaak van klimaatverandering, is het van groot belang maatregelen te ontwerpen die kunnen bijdragen aan de beheersing van de klimaatverandering.

Dit is een duidelijke keuze in de afweging tussen adaptatie en mitigatie. Waarop die gebaseerd is blijft in het duister verborgen. Ook wordt voorondersteld dat het wenselijk en ook mogelijk is het klimaat te stabiliseren. Ook daar wordt geen onderbouwing voor gegeven.
Hoe zit dit in de realiteit?

De sceptici achten de huidige CO2 uitstoot niet in staat om het klimaat ingrijpend te veranderen, waardoor het reduceren ervan ook geen invloed op het klimaat zou hebben. Het klimaat verandert altijd, en het stabiliseren ervan door aan één minuscuul CO2-knopje van de extreem gecompliceerde klimaatmachine te draaien is ridicule fictie.

Maar het IPCC acht daarentegen een ogenblikkelijke CO2 uitstootreductie van 50 tot 80% op wereldschaal noodzakelijk om een klimaatramp te voorkomen (overigens uitgaande van een klimaatmodel, niet van de veel gunstigere waarnemingen), terwijl elke energie-expert weet dat de CO2 uitstoot nog zeker 30 jaar flink zal stijgen door de groei van de elektriciteitsproductie in met name Azië.

Tot nu toe zijn er duizenden miljarden geïnvesteerd in zon en wind, maar dat heeft niet tot enige meetbare invloed op de stijging van de CO2 uitstoot geleid. Ook de EU klimaatdoelstellingen die wederom duizenden miljarden euro’s gaan kosten zullen geen enkel merkbaar of meetbaar effect hebben op de veronderstelde temperatuurstijging, volgens de eigen IPCC berekeningen.
Er is dus geen enkel nuttig effect te verwachten van de mogelijke mitigerende maatregelen.
Een rationeel denkend wetenschapper (en dus de NNV) zou daarom wel moeten kiezen voor adaptatie.

6)      Techniek is niet de beperkende factor. Kosten (mondiaal) zijn niet de beperkende factor. Het klimaatprobleem kan nu aangepakt worden.

Deze uit de lucht gegrepen claims worden regelmatig aangevoerd om critici de mond te snoeren. Maar er is geen enkele technologie voorhanden die op termijn fossiel zou kunnen verdringen behalve nucleaire technologie. Iedere andere claim is eenvoudig te ontkrachten. En de kosten van de duurzame alternatieven zijn astronomisch, ook als die ver onder de 50% van de energievoorziening blijven.
Na het opstarten van zeer ambitieuze miljardenprogramma’s om de wereld te verduurzamen zijn ook Bill Gates en Google hier vrij snel achtergekomen:

Bill Gates:

•         “… that the cost of using current renewables such as solar panels and windfarms to produce all or most power would be “beyond astronomical”

•          “The only way you can get to the very positive scenario is by great innovation,”

 

Google:

•         Today’s renewable energy technologies won’t save us.

•         Even if every renewable energy technology advanced as quickly as imagined and they were all applied globally, atmospheric CO2 levels wouldn’t just remain above 350 ppm; they would continue to rise exponentially due to continued fossil fuel use.

Het NNV symposium wordt afgesloten met dit onderwerp door David de Jager, NNV bestuurslid en werkzaam bij Ecofys. Ik ben benieuwd!

7)      De voorraden fossiele brandstoffen zijn groot, maar eindig. De inzet van duurzame alternatieven is van groot belang om een stabiele energievoorziening te kunnen blijven garanderen.

Hieruit spreekt wederom een groot tekort aan kennis. Er is nog voor honderden jaren aan nu al winbare bewezen voorraden fossiel, en die bewezen voorraden blijven ondanks de grootschalige winning groeien, al 50 jaar, zelfs voor olie, tot de dag van vandaag. Een gebrek aan fossiele energie zal zich nooit voordoen.

Want de opvolgers staan al in de startblokken: de vierde generatie kernsplijting, kernfusie, en met stip de grootste kanshebber: de thorium gesmolten zout reactor, kernenergie zonder gevaar voor ongelukken en zonder langlevend radioactief afval.

Thorium MSR symposium met alle MSR start-ups van de wereld

Thorium MSR symposium met alle MSR start-ups van de wereld

We hebben nog eeuwen om die technologieën uit te ontwikkelen, maar wat mij betreft doen we het zo snel mogelijk, en laten we al dat fossiel lekker in de grond zitten.

Het gebruik van de wisselvallige groene bronnen is daarentegen juist een enorme bedreiging voor de stabiliteit van het net. Opslag van duurzame elektriciteit zal er nooit komen, zon en wind zijn er maar ca 30% van de tijd, en dus blijven conventionele voornamelijk fossiele centrales het merendeel van de stroom leveren.

8)      Er zijn voldoende energiebronnen, en conversie-, opslag-, transport- en eindverbruikerstechnologieën beschikbaar om tegen 2050 energiesystemen te ontwerpen waarbij de broeikasgasemissies verwaarloosbaar laag zijn. De meerkosten van zulke systemen ten opzichte van het huidige systeem zijn beperkt.

Volstrekte lariekoek, zoals eerder al uitgelegd. Onderbouwing is afwezig maar zal op het symposium ongetwijfeld bestaan uit dromen, illusies, fata morgana’s en andere “wetenschappelijke” rapporten van WNF, Greenpeace en Ecofys die al jaren gebruikt worden om het publiek zand in de ogen te strooien. Wanneer de NNV niet zorgt voor deskundig tegenvuur in deze discussie maakt ze zich medeplichtig aan de al jaren durende volksmisleiding.

9)      Het gevaar van afwachten zonder maatregelen te nemen is te groot. De klimaatmodellen kunnen geen volledig zekere voorspellingen leveren, maar de meest waarschijnlijke scenario’s vragen snel om ingrijpende beslissingen.

Paniek en angst leiden vaak tot overhaaste, irrationele en desastreuze beslissingen. Bedenk wel dat er geen urgentie aangetoond is, zoals er eigenlijk niets is aangetoond in de klimaatdiscussie. Natuurkundigen zouden op zijn minst even kritisch naar de modellen moeten kijken voor ze zich tot blind alarmisme laten bekeren en vragen om duizenden miljarden te spenderen aan aantoonbaar niet effectieve oplossingen voor een niet aangetoond probleem.

10) De natuurkundige gemeenschap in Nederland roept de nationale en internationale politiek op om tijdig gepaste maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan

Ik neem aan dat na mijn reacties op de overige stellingen duidelijk zal zijn dat deze oproep een grote misstap zou betekenen, de NNV onwaardig, en een blamage voor de aangesloten leden.

NNV in de klimaatdiscussie
De natuurkunde van het klimaat is vreselijk ingewikkeld. Geen enkele klimaatwetenschapper of natuurkundige kon mijn basisvragen beantwoorden toen ik zelfs maar een simpel stralingsmodelletje wilde opstellen om alles wat beter te kunnen begrijpen. Pas toen ik Noor van Andel leerde kennen kreeg ik de laatste blinde vlekken ingevuld en kon ik mijn model afmaken. Ik begin het nu, na een jaar of zeven studie, rekenen en discussie, allemaal helder te krijgen.

Mijn uitleg van de natuurkunde van het klimaat en mijn berekeningen staan al drie jaar op internet. Alsmede mijn fundamentele kritiek op de voornaamste broeikastheorie. Er is wel lof en vooralsnog geen kritiek op mijn theorie gekomen, al is hij door heel wat wetenschappers uit beide kampen bestudeerd. Helaas, want zolang er geen discussie over is gevoerd is onduidelijk in hoeverre ik gelijk heb.

Hiermee wil ik illustreren dat het heel nuttig is om je met de natuurkunde van het klimaat bezig te houden, maar dat dat niet zomaar tot tien stellingen kan leiden die je even aan je leden (ook al geen echte klimaatexperts) voorlegt en vervolgens de wereld in stuurt, afsluitend met het verzoek om duizenden miljarden aan windmolens te gaan vergooien. Daarvoor moet je je op zijn minst jarenlang in de natuurkundige verschijnselen van het klimaat verdiepen en er uitgebreid met elkaar over in discussie gaan. En je vervolgens enige jaren verdiepen in de energiewereld en de mogelijkheden en beperkingen van de beschikbare energiebronnen. En als je dat allemaal gedaan hebt en het erover eens geworden bent, dán neem je als NNV een weloverwogen standpunt in.

Advies aan het NNV bestuur
Een correct NNV bestuur zou dus namens de wetenschap vooral waarschuwen tegen al te snelle conclusies over de werking van het klimaat, en al te onbesuisde uitgaven aan klimaatbeleid. Precies zoals Steve Koonin deed toen hij er achter kwam dat de klimaathype totaal geen wetenschappelijke basis had.

Het puur op klimaatpaniek gebaseerde energieakkoord gaat 100 miljard uitgeven, grotendeels aan het bijpassen van verliezen op onrendabele energiebronnen, die voor 15 jaar een paar procent van ons energiegebruik gaan vergroenen. Daarna is er niets bereikt. Want er zit geen stuiver bij die 100 miljard voor onderzoek naar nieuwe energiebronnen die wél op eigen kracht fossiel zouden kunnen verdringen.

Aan de TU Delft is het plan opgevat om in 10 jaar de voornaamste belemmeringen voor het bouwen van een thorium gesmolten zout reactor uit de weg te ruimen. Dat zou 1% kosten van het energieakkoord. Maar één procent! Op het aantal windmolens in de Noordzee is dat verwaarloosbaar.

Dan hebben we als de windmolens over 15 jaar zijn afgeschreven en veranderd zijn in peperduur schroot, tenminste íets gedaan voor de toekomstige energievoorziening, en zou het zowaar mogelijk zijn dat tegen het einde van de eeuw de fossiele energie door thorium MSR teruggedrongen wordt tot onder de 50%.

Is het niet een veel beter idee voor de NNV om deze boodschap onder de aandacht van de leden te brengen en hierover advies aan de regering uit te brengen? Een miljard euro voor extreem nuttig baanbrekend natuurkundig en scheikundig onderzoek, om de wereld de beschikking te geven over schone, veilige en goedkope thorium energie? Welke natuurkundige kan daar nou tegen zijn!

(Schroom als natuurkundige vooral niet om uw vereniging van uw mening over deze ontwikkelingen op de hoogte te brengen!)